‘Over Bob Dylan zijn de spreekwoordelijke bibliotheken volgeschreven. (…) En daar komt dit boek nu dus bij. Ik had er plezier in het te schrijven en leg er voor de geïnteresseerde leek in uit waarom ik zijn kunst van mondiaal belang vind’. Zo begint het net verschenen boek Dylan en wij zonder Amerika van Wouter van Oorschot. Het is als lezer dan ook zaak om binnen die immer uitdijende, exponentieel groeiende Dylanbibliotheek het koren van het kaf te scheiden. Welke recent verschenen Dylan-titels verdienen wel de investering van de leesuren en welke titels kunnen beter genegeerd worden? Voor grofweg driekwart van de in de afgelopen decennia verschenen Dylan-boeken heeft de auteur zich (grotendeels) beperkt tot het in eigen woorden opnieuw opschrijven van het overbekende verhaal: geboren in Duluth, in 1961 als Guthrie-kloon naar New York vertrokken, ‘Blowin’’ & ‘Times’, Newport 1965, ‘Like A Rolling Stone’ & Blonde On Blonde, motorongeluk, country & americana, Blood On The Tracks, Rolling Thunder Revue, wereldtournee 1978 & echtscheiding, de God-vinder, de donkere jaren ’80, de wederopstanding vanaf Time Out Of Mind & The Never Ending Tour, Nobelprijs, ergens tussendoor nog iets over 'stem van een generatie', veer in z’n reet & klaar. Wie een of twee van deze boeken heeft gelezen, heeft ze allemaal gelezen. Ze zijn niet interessant, behalve voor de leek, voor de newbies onder de Dylanliefhebbers.
Het kleine deel van de immer uitdijende Dylanbibliotheek dat wel interessant is voor de man en / of vrouw die al eens eerder een Dylanboek las & wel beschikt over een stel goed werkende hersenen, bevat het werk van auteurs die wat nieuws te melden hebben. Dat nieuws valt in twee categorieën uiteen: als eerste zijn er de auteurs die door middel van eigen research nieuwe feiten en / of inzichten presenteren in het geschrevene en als tweede auteurs die schrijven over hun eigen, persoonlijke beleving van Dylans muziek. Van Oorschots Dylan en wij zonder Amerika valt in de laatste categorie. Het boek bevat Van Oorschots persoonlijke beleving van – of misschien nog beter: een leven met (een klein deel van) Dylans oeuvre. Dat maakt Dylan en wij zonder Amerika tot een interessant boek, niet zozeer voor de startende Dylanliefhebber, maar voor de man en / of vrouw die al een paar dagen meeloopt in het Dylancircus. Mijns inziens had Van Oorschot er verstandig aan gedaan om zijn boek de titel Dylan en ik zonder Amerika te geven in plaats van Dylan en wij, maar dit terzijde.
In het eerste hoofdstuk zet Van Oorschot uiteen voor wie zijn Dylanboek niet geschikt is: voor de christen-evangelisten is het niet relevant, aldus de auteur; de luisteraars die Dylans oeuvre vooral bekijken als zijnde gedrenkt in de Amerikaanse cultuur; en tot slot: de Dylanologen, zeg maar de mierenneukers die van iedere scheet die Dylan laat geur, duur & volume boekstaven. Met name de laatste groep vind ik een opmerkelijke keuze. Niet alleen zet de auteur hiermee een groot aantal potentiële lezers buiten spel, ook ondermijnt hij daarmee de kracht van zijn boek. Nogmaals: de kracht van Dylan en wij zonder Amerika is dat Van Oorschot in dit boek zijn persoonlijke Dylanverhaal vertelt en die persoonlijke aard van dat verhaal maakt het boek juist uitermate interessant voor de Dylanoloog. Immers: een persoonlijk verhaal, een eigen interpretatie van een song, een unieke visie op een tekst is in potentie een eyeopener voor de man / vrouw die denkt alles al te weten en te begrijpen (lees: Dylanoloog). Een boek als Dylan en wij zonder Amerika is in potentie het breekijzer om de vastgeroeste gedachtewereld van de Dylanoloog open te breken.
Aan het eind van zijn boek schrijft Van Oorschot terecht: ‘Bij Dylans meerdimensionale teksten regent het (…) conflicterende interpretaties. Sterker, het lijkt er vaak op dat elke bewonderaar een geheel eigen begrip van zijn werk heeft, dat op zijn hoogst soms op hoofdlijnen met dat van anderen overeenstemt.’ De kracht van Dylan en wij zonder Amerika zit ‘m nou juist daar in, in de eigen interpretatie van Van Oorschot van enkele Dylansongs. Dat is de reden dat Dylan en wij zonder Amerika gelezen moet worden.
De kern van Van Oorschots Dylanverhaal beslaat een aantal songs die in 1965 en 1966 op single verschenen: ‘Subterranean Homesick Blues’ en dan met name de zinsnede ‘Don’t follow leaders’, ‘Like A Rolling Stone’, ‘Positively 4th Street’, ‘Can You Please Crawl Out Your Window?’ – volgens Van Oorschot een hoogtepunt in Dylans oeuvre -, ‘(Sooner Or Later) One Of Us Must Know’ en ‘Rainy Day Women #12 & 35’. Dat uitgerekend deze zes songs in Dylan en wij zonder Amerika de meeste aandacht krijgen, heeft alles te maken met het feit dat Van Oorschots puberjaren samenvielen met het verschijnen van deze singles. Van Oorschot beschrijft in zijn boek dan ook wat deze songs voor zijn opgroeiende zelf betekende en wat deze songs bijna zestig jaar later nog steeds voor hem betekenen. Natuurlijk is er in Dylan en wij zonder Amerika een breder perspectief. Van Oorschots eerste kennismaking met Dylans muziek was nog voor het verschijnen van ‘Subterranean Homesick Blues’, namelijk eind 1964 met het horen van ‘All I Really Want To Do’ van Another Side Of Bob Dylan. Daarnaast schrijft hij uitvoerig over bijvoorbeeld ‘She’s Your Lover Now’ als voorloper voor ‘One Of Us Must Know’. De kernjaren uit Dylans oeuvre voor Van Oorschot zijn de mid-sixties, de jaren van Bringing It All Back Home, Highway 61 Revisited en Blonde On Blonde. In Dylan en wij zonder Amerika weet hij de songs uit deze periode op een dusdanige wijze te koppelen aan zijn eigen leven, zijn puberjaren, dat hij daardoor voor de lezer de mogelijkheid creëert met nieuwe ogen naar deze songs te kijken. Het meest sterk is het hoofdstuk over ‘Can You Please Crawl Out Your Window?’ en dan vooral het stuk over de verschillende schrijfwijzen van deze songtitel op de verschillende uitgaven van deze song op single. Het is een hoofdstuk – en Van Oorschot zal mij dit niet in dank afnemen, gezien het eerste hoofdstuk van zijn boek – een Dylanoloog waardig.
En nee, het is niet allemaal koek en ei met Dylan en wij zonder Amerika. Natuurlijk heb ik wat te zeuren, want nee, ‘One Too Many Mornings’ staat niet op Another Side Of Bob Dylan zoals Van Oorschot schrijft, maar op Times en nee, Song And Dance Man is geen boek van Anthony Scaduto, maar van Michael Gray, maar het zijn kleinigheden in vergelijking met wat Dylan en wij zonder Amerika aan positiefs te bieden heeft.
Dus lees Dylan en wij zonder Amerika en oordeel zelf of het je wat te bieden heeft. Smijt het niet bij voorbaat in een hoek als zijnde het zoveelste boek in de Dylanbibliotheek met de gedachte ‘hoef ik niet te lezen, ik weet het allemaal al’, maar pak het op, juist als veellezer, als Dylanoloog en laat het het middel zijn om verder te komen dan de eigen vooringenomenheid. Ik schreef het al eerder: Dylan en wij zonder Amerika is in potentie het breekijzer om de gedachtewereld van de Dylanliefhebber open te breken. Het enige dat je hoeft te doen is dat breekijzer, dat boek op te pakken. Je zult geen spijt krijgen.
Meer over Dylan en wij zonder Amerika vindt u hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten