spinnenweb

Ik ben gefascineerd door het web, niet zozeer het spinnenweb (hoewel, in dit geval wel toepasselijk) of het World Wide Web, maar het web dat ontstaat door het leggen van verbanden. En iedere keer wanneer er een nieuwe "arm" aan een web toegevoegd kan worden, ben ik opgetogen.

Ik ben opgetogen. Niet omdat er één, maar meerdere armen aan het Tarantula-web zijn toegevoegd.

In vogelvlucht het bekende verhaal: halverwege de jaren zestig schreef Bob Dylan Tarantula. Er is geen werk in Dylans oeuvre dat meningen zo doet verdelen. Volgens de een is het boek niks anders dan complete onzin dat alleen gepubliceerd werd omdat Dylans naam op het omslag staat, volgens een ander is het op z'n minst fascinerend en misschien zelfs wel een meesterwerk dat behoort tot het beste dat Dylan heeft geschreven.

Nadat het boek geschreven was, bleef het zo'n vijf jaar op de plank liggen voor Bob Dylan akkoord ging met publicatie (in 1971), mede onder druk van de verspreiding van illegale kopieën van het boek.

In 1972 verscheen bij uitgeverij C. De Boer Jr. uit Bussum een Nederlandse vertaling van Tarantula. Die vertaling werd gemaakt door Annelies Jorna. Het is haar eerste vertaalklus. [zie ook Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984, blz. 137, 138]

Tot zover niks nieuws. Het vinden van de nieuwe armen in het Tarantula-web begon - zoals zo vaak bij het vinden van verbanden - in de kringloopwinkel. (Zonder kringloopwinkels zou ik een stuk minder weten. Alle lof voor de kringloop, maar dit terzijde.) Ik twijfel of het de kringloop in Naarden of Haaksbergen was, doet er ook niet zo veel toe, het was in ieder geval een kringloopwinkel waar ik de roman Noorderzon van Annelies Jorna kocht voor €1,-. (Of was 't toch de winkel in Nijmegen?) Noorderzon verscheen in 1977 bij uitgeverij Agathon. 

Ik ging overstag door mijn nieuwsgierigheid. Dat ik twijfelde had niks te maken met de vraagprijs voor het boek, welke absurd laag was, maar met een gebrek aan tijd. In de aanschaf van een boek ligt een leesplan besloten, heb ik nog tijd voor een nieuw leesplan, dat is de vraag. Ik vroeg mij af of de Dylan-vertaalster ook Dylan in haar roman had gestopt, dat trok mij over de streep. Dat heeft ze, bladzijde 34: "Op haar kamer luisterde ze naar de muziek van Bob Dylan, John Lennon, John Mayall... Ze begon in songteksten te denken."

Voor ik verder ga: ik ben geen echte flapteksten-lezer. Ik lees zelden de flaptekst om te bepalen of ik een boek wil aanschaffen. Pas wanneer ik halverwege het boek ben, of misschien zelf het boek al uitgelezen heb, kijk ik naar de flaptekst en dan alleen wanneer een boek mij dusdanig bevalt dat ik meer wil weten over boek en auteur. En dan nog lees ik zelden de hele flaptekst, maar pik er hier en daar wat uit.

Enfin, halverwege Noorderzon werp ik voor het eerst een blik op die flaptekst en lees: "Annelies Jorna debuteerde op 16-jarige leeftijd met Tarantella." BANG! Stoppen slaan door, verbanden worden gelegd. Waarom wist ik dit niet? Vragen en aannames schieten door mijn kop. Aanname: Jorna heeft de titel van haar debuut bij haar eerste vertaalklus gevonden. Maar dan lees ik op de flaptekst dat Tarentella tien jaar voor Noorderzon verscheen, in 1967 dus, ruim voor ze aan haar vertaling van Dylans Tarantula begon.

Ik wil dan ook gelijk zo'n boek lezen, maar Tarantella laat zich (nog) niet vinden bij een van de bekende online verkooppunten. Wat ik wel vind is een aantal recensies van Tarantella in verschillende kranten, allemaal gepubliceerd in de eerste maanden van 1968 en over het algemeen niet heel enthousiast over het boek.

Wat ik ook vind, dit had ik kunnen weten, maar was ik blijkbaar vergeten (of ik heb het verband nooit gelegd), is dat Jorna na Dylans Tarantula onder andere Nova Express van William Burroughs vertaalde. Nova Expres - één s viel van de titel af bij de vertaling - verscheen in 1975 bij uitgeverij Agathon. 

De werken van William Burroughs in het algemeen en Nova Express in het bijzonder zijn van invloed geweest op het schrijven van Bob Dylan ten tijde van Tarantula. Bob Dylan vond de titel Tarantula voor zijn boek bij William Burroughs [zie ook Dylan & de Beats].

Er is een driehoek in het Tarantula-web met bij de punten de namen Bob Dylan, Annelies Jorna en William Burroughs.

En alsof het web nog niet voldoende armen heeft, nog een vierde naam: 

Bob Dylans interesse in de werken van William Burroughs is voor het eerst zichtbaar geworden op de hoes van Bringing It All Back Home. Op de hoesfoto op de schoorsteen mantel staat het tijdschrift Gnaoua. In dit literaire tijdschrift staan bijdragen van verschillende Beats, waaronder William Burroughs. 

De man achter dit tijdschrift is Ira Cohen, het verscheen in Tanger. Cohen liet dit tijdschrift drukken in België. Dat weet ik met dank aan Simon Vinkenoog en zijn boek Liefde: "Met Ira Cohen ben ik op weg naar een telefoon om Antwerpen te bellen, waar het eerste, (waarschijnlijk ook laatste) nummer van zijn tijdschrift Gnaoua, geredigeerd in Tanger, wordt gedrukt."

Simon Vinkenoog zou aanvankelijk Dylans Tarantula vertalen. Toen hij hiervoor bedankte kreeg Annelies Jorna de klus.

Cirkel rond, web gesponnen.


Odds And Ends


Na een paar dagen twijfelen over Odds And Ends, wel of niet kijken, ben ik gisteravond - nadat de film in mijn schoot geworpen werd [dank Rudy] - toch overstag gegaan en ik moet zeggen dat het niet tegenvalt. Odds And Ends is, na een wat stroef begin, een aangename film die niet alleen doet verlangen naar meer, maar vooral de kijker terugstuurt naar waar het uiteindelijk allemaal om draait: de muziek.

Zie Odds And Ends maar als een compilatie-album, als een Greatest Hits, een album waarvan we alle songs al hebben, maar een album dat we ondank dat toch aanschaffen, beluisteren en koesteren. Goed, een compilatie dus, maar dan film. Alles is eerder gezien en toch verrast de film, door de beeldkwaliteit en de nieuwe context waarin de beelden zijn gegoten.

En zoals zo vaak bij compilatie-albums, is de hoesfoto een wat twijfelachtige keuze: waarom een foto van Bob Dylan op het podium anno 1974 terwijl er in Odds And Ends niet, maar dan ook echt werkelijk waar helemaal niks over tournee 1974 voorbij komt?

Het bijna twee uur durende Odds And Ends begint met de nogal zelfingenomen Roy Silver, Dylans eerste manager, de man die in 1961 - volgens eigen zeggen - al de gouden toekomst van de latere Nobelprijswinnaar zag. Uit het interview blijkt vooral hoe bedreven Silver is in het veren in eigen reet steken. 

Na Silver komt een kort stukje over Witmark-man Artie Mogull & ook deze man is nogal vol van zichzelf. Zowel het interview met Silver als met Mogull voegt niet tot nauwelijks iets toe. De samenstellers van Odds And Ends hadden er naar mijn smaak beter aan gedaan beide interviews niet te gebruiken.

Gelukkig biedt de resterende anderhalf uur van Odds And Ends het ene na het andere schitterende filmpje. Geen interviews meer zoals met Silver en Mogull, maar uitsluitend promofilmpjes ooit gemaakt voor verschillende uitgaven van Dylans muziek, met name delen van The Bootleg Series. Filmpjes die allemaal eerder online hebben gestaan, filmpjes die maar een doel hebben: verkopen, maar wat zitten er mooie filmpjes bij.

Voor de box met Dylans albums in mono van Bob Dylan tot John Wesley Harding is een schitterend filmpje gemaakt waarin met een flinke knipoog wordt uitgelegd waarom mono véél beter is dan stereo. De boodschap is duidelijk: laat je niet verleiden, wees verstandig, luister mono.

Vervolgens  krijgt de kijker een serie filmpje voorgeschoteld die rond het verschijnen van The Cutting Edge zijn gemaakt: de videoclip voor "Just Like Tom Thumb's Blues", een promofilm voor The Cutting Edge, drie minidocumentaires over de hoesfoto's voor Bringing It All Back Home, Highway 61 Revisited en Blonde On Blonde, en de werkelijk schitterende videoclip die voor "Visions Of Johanna" is gemaakt. De promofilms doen hun werken, tijdens het kijken wil ik de film stil zetten, The Cutting Edge uit de kast pakken en luisteren. Het aardige is dat de beelden van Bob Dylan zelf in de videoclips van "Tom Thumb" en "Johanna" zeer schaars zijn, en toch werkt het. De maker(s) heeft / hebben filmpjes gemaakt die niet alleen de muziek onder de aandacht van de kijker brengt, maar simpelweg ook schitterend zijn om te zien.

Na de filmpjes rond The Cutting Edge volgt de minidocumentaire over tournee 1966 waarin geluidsman Richard Alderson uitvoerig aan het woord komt. De film biedt achtergrondinformatie bij het beluisteren van die 36 cd's in die boxset van tour 1966. 

De langste minidocumentaire handelt over The Basement Tapes. In enkele minuten flits de autorit van New York naar Big Pink aan de kijker voorbij. Het enthousiasme waarmee vervolgens Clinton Heylin vertelt over de daadwerkelijke banden waarop de opnamen van die zogenaamde Basement Tapes staan werkt aanstekelijk. Naast Heylin komen o.a. Sid Griffin en Greil Marcus aan het woord. De kijker krijgt een korte geschiedenisles over de opnamen, de bootlegs die er van deze opnamen zijn uitgebracht, het verschijnen van The Basement Tapes in 1975 en uiteindelijk alle tapes als deel van The Bootleg Series. Deze docu bevat enkele flitsen van een Dylan-film die voor het verschijnen van deze minidocumentaire nooit eerder waren gezien (zijn dit dezelfde beelden als in de Tiny Tim-docu??)

Ik meen mij ook een korte docu te herinneren waarin Garth Hudson aan het woord komt, deze mist helaas in Odds And Ends. Jammer, want ook dit had prima in deze compilatiefilm gepast.

De minidocumentaire van Travelin' Thru volgt. Nu dit filmpje wordt omgeven door al die schitterende minidocu's en promofilms in Odds And Ends blijkt dit - naar mijn smaak - toch een van de mindere filmpjes te zijn. Leuk om te zien, maar niet zo sterk als de films die rond The Cutting Edge, The Basement Tapes en Another Self Portrait zijn gemaakt.

De film over Another Self Portrait - en vooral wat David Bromberg over de sessies voor Self Portrait te zeggen heeft - is een feest om te zien. De film laat zien wat velen lang niet wilden geloven: Self Portrait is een prima album. Het is geen tussendoortje waarvoor Dylan op halve kracht heeft gewerkt, het is goed (al paste het misschien niet in het verwachtingspatroon van de luisteraars anno 1970.) En nu weer denk ik: waarom kijk ik nog, waarom niet Another Self Portrait opzetten?

Vervolgens volgt een video waarin Don DeVito en John Hammond de loftrompet blazen over Blood On The Tracks. Deze film is waarschijnlijk begin 1975 gemaakt en was bedoeld om het nieuwe Dylan-album onder de aandacht van Columbia-medewerkers en verkopers te brengen. Zeg maar een strategiebespreking over het aan de man brengen van Blood On The Tracks. Deze film is - als ik me niet vergis - een aantal jaren geleden online gezet om de release van More Blood, More Tracks onder de aandacht te brengen. Na alle flitsende, recent gemaakte minidocumentaires en promofilmpjes komt dit wat flets over, hoe aardig het ook is om het te zien.

Odds And Ends sluit af met een promofilmpje voor het verzamelalbum DYLAN uit 2007. Ergens verwacht ik aan het eind nog de videoclip behorende bij de Ronson-versie van "Most Likely You Go Your Way" - gezien de verbondenheid met DYLAN - maar het mag niet zo zijn.

Het is een kleffere move van Sony om een aantal promotiefilmpjes achter elkaar te plakken, de titel Odds And Ends erop te zetten en het geheel tegen betaling te tonen. Het werkt. 

Een aantal van de filmpjes in Odds And Ends staan overigens nog steeds op het YouTube-kanaal van Bob Dylan waar ze gratis te bekijken zijn:

The Story Of The Cutting Edge

Brining It All Back Home-hoes

Highway 61 Revisited-hoes

"Visions Of Johanna"

The Basement Tapes - The Legendary Tales

Another Self Portrait (iets langere versie dan in Odds And Ends)

Gezien wat er nog aan filmmateriaal op de plank ligt in de archieven, lijkt het niet zozeer de vraag of er een vervolg op Odds And Ends komt, maar wanneer.



Losse eindjes

Drie dagen geleden kreeg ik van Bert een mail met de link naar bovenstaande trailer van Odds And Ends, een nieuwe film over Dylan. Een dag later gevolgd door een mail van Rob over dezelfde film. Odds And Ends kan on demand bekeken worden tegen inlevering van pegels. De film komt niet op tv, niet op Netflix, niet in de bioscoop en ook niet op dvd uit, zoals het zich nu laat aanzien. 
Ik worstel met Odds And Ends. Aan de ene kant is een nieuwe Dylan-film goed nieuws, maakt het nieuwsgierig, maar aan de andere kant zijn er de kleine lettertjes. Wie bovenstaande trailer op YouTube bekijkt, ziet in de beschrijving staan: The film is an eclectic new compilation of rare promotional films, videos and behind-the-scenes footage. Niets aan Odds And Ends is nieuw, de film is samengesteld uit eerder getoonde filmfragmenten.
Wil ik geld neertellen voor twee uur beelden die ik al gezien heb? Ik worstel. Opvallend is dat op Dylans website niets te vinden is over Odds And Ends, een teken aan de wand?
Mezelf kennende ga ik uiteindelijk wel overstag, zal ik de film huren, maar vandaag nog niet.

~ * ~ * ~

De afgelopen dagen heb ik een boek gelezen waarin de auteur een poging doet grappig te zijn over de rug van songschrijvers. Het boek is niet grappig. Ik kan wel stellen dat het zelfs een worsteling was om het uit te lezen. Wat die worsteling alleen meer lastiger maakte, is dat ergens in de pagina's van dit boek Bob Dylan er van langs krijgt. Dat is an sich niet zo erg, ware het niet dat het grappig bedoelde commentaar over Dylans schrijven kant noch wal raakt. Ruim voor ik het boek definitief kon dichtslaan, had ik me dan ook voorgenomen de auteur (en zijn drol van een boek) er flink van langs te geven, maar dat gaat niet gebeuren. 
Tegen het eind van het boek schrijft de man over een door hem samengesteld lijstje met de slechtste songteksten ooit: "I am just doing this out of sourness of my own heart. And to get a bit of publicity for the book from whining Bob Dylan fans who want to burn me at the stake for dissing Rock's own poet laureate."
Damn, door over zijn boek te zeiken speel ik de man dus in de kaart. Dat verdom ik. Er zit niks anders op dan de man en zijn boek dood te zwijgen.

~ * ~ * ~

Ik weet het, ik ben deze maand meer af- dan aanwezig op de blog. Na de drukte rond Dylans tachtigste en de publicatie van Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 neem ik even wat afstand. Komt allemaal goed.

aantekening #7838 (Shadow Kingdom)

Ik ben vast niet de enige die niet alleen niet kan wachten tot het 18 juli is [1], maar vooral ook nog vol vragen zit rond Shadow Kingdom, de stream van een Dylan-concert. Wie het internet bezoekt, stuit op speculatie. Zo is er twee dagen geleden een twitterbericht de wereld in geslingerd waarin gemeld wordt dat Shadow Kingdom geen live stream is, maar is opgenomen in May at a small venue in Santa Monica, with new arrangements of classic songs with new musicians. Shadow Kingdom is dus al opgenomen, als dit bericht klopt.

En hoe zit dat met die new musicians? Wordt dit het eerste Dylan-concert sinds 1989 waarbij bassist Tony Garnier niet van de partij is? En welke nieuwe muzikanten dan? Een band samengesteld voor de gelegenheid of een bestaande band? Een nieuwe tourband misschien? Want dat is natuurlijk de volgende vraag die dit allemaal oproept: is Shadow Kingdom de aftrap voor een nieuw deel van de zogenaamde Never Ending Tour? Of meer streams?

Dan is er nog het gerucht dat Shadow Kingdom niet alleen een stream zal zijn, maar dat er ook een album, mogelijk met dezelfde titel, van dit concert gaat komen. Als dat zo is, is de stream die we over vier weken te zien krijgen dan een concert waar ook een plaat van gemaakt is, of is het de opname van een album waar ook een stream van gemaakt is? 

Misschien de meest prangende vraag waar ik mee worstel is deze: is een concert zonder publiek wel een concert? Dylan en band stonden op een podium ergens in Santa Monica in mei, grofweg twee maanden later bekijk ik het resultaat vanuit mijn luie stoel. Is een concert niet vooral ook een interactie tussen muzikanten en publiek? En als het antwoord op die vraag "ja" is, is Shadow Kingdom dan wel een concert? 

Gaat het werken, zo'n stream? Is de magie er als er geen publiek is? Over vier weken ga ik het  beleven. Het liefst zou ik zeggen: ik zie je daar, maar ook dat zit er niet in. Geen medeliefhebbers in de buurt om aan te stoten en te mompelen "hoorde je dat?"

En als het voorbij is, moet ik dan applaudisseren? Roepen om meer, om een toegift?

En als hij dan aan het eind van het concert niet meer terugkomt voor nog een song, denk ik dat ik toch naar buiten loop, naar mijn auto, op zoek naar dat na-het-concert-gevoel, al is het in mijn eigen straat.


[1] De stream komt op een zondag online te staan. Waarom niet op vrijdag- of zaterdagavond, zo vroeg ik me af. Tot ik me realiseerde dat die zondag de dag na Record Store Day is, de dag waarop een nieuwe Dylan-release in de winkels ligt. Toeval? Denk ik niet.

Shadow Kingdom

 


Bob Dylan geeft op 18 juli zijn eerste concert sinds december 2019. Wie een toegangskaartje koopt ($25,-) hoeft niet naar een concertzaal, maar moet achter een computerscherm plaatsnemen. Het concert is vanaf 18 juli tot en met 21 juli te bekijken. Het meest intrigerende aan de aankondiging van Shadow Kingdom, de naam waaronder een en ander gaat plaatsvinden, is de zin: Shadow Kingdom will showcase Bob Dylan in an intimate setting as he performs songs from his extensive body of work, created especially for this event en dan met name de zinsnedes an intimate setting en created especially for this event.

Ik ga er van uit dat je er niet snel bij hoeft te zijn om een kaartje te kopen, het aantal beschikbare kaarten zal ongelimiteerd zijn, lijkt mij.

Een kaartje kopen kan hier.


Een Tiny Tim film, the Blues, een archivaris, de ritmes van een hoerenkast in New Orleans, Jesse Fuller en enkele boeken

Ergens in mijn achterhoofd zit een 'feitje' dat er ten tijde van the Basement Tapes een film is geschoten. Een filmproject van Dylan waarin muzikant Tiny Tim een rol speelt. Ik meen ook ooit een titel voor die film gehoord te hebben, maar die ik even niet opdiepen uit mijn geheugen. Dat is dan zo'n film waarvan je het bestaan vermoedt, maar ook een film die je waarschijnlijk nooit te zien zal krijgen.
En dan ineens is er hoop, niet op de film, maar op misschien wat fragmenten uit die film in een nieuwe documentaire: Tony Tim: King For A Day.
In Shindig! issue 116 (juni 2021) lees ik over die docu: "The making of the movie [Tiny Tim: King For A Day] has only deepend [Tim-biograaf] Martell's interest in Tiny Tim, and he may even expand [zijn boek] Eternal Troubadour with new information after making the film and meeting 'several essential characters from Mr Tim's story in addition to uncovering some never-before-seen footage, like Bob Dylan's fabled, never-released "circus film" and footage of Tiny performing at Wavy Gravy's hippy commune The Hog Farm.'"
Het gaat mij natuurlijk om die "circus film" die Martell noemt. De film bestaat, Martell heeft het een en ander gezien, maar nou is het de vraag of deze beelden ook in Tiny Tim: King For A Day terecht zijn gekomen.
Toch maar een keer kijken.

~ * ~ * ~

Er zijn vele manieren om de muziek van Dylans "Rainy Day Women #12 & 35" te omschrijven, Jon Savage doet 't in zijn boek 1966; The Year The Decade Exploded zo: "The New Orleans whorehouse rhythms of Bob Dylan's 'Rany Day Women #12 & 35'".
Ik vind 'm schitterend. Kan jij het beter? Laat maar komen: twillems87[at]gmail.com

  * ~ * ~ *


~ * ~ * ~

In het door Kees 't Hart en John Schoorl samengestelde Als een zwerfkei (2015) staat slechts één gedicht waarvan ik niet direct de Dylan-connectie zie (en dus de reden om in deze bloemlezing opgenomen te worden): "Vrijheid is niet wat ik wil" van Delphine Lecompte. 
Nu is er het boek Beschermvrouwe van de verschoppelingen van Lecompte. Op bladzijde 109 schrijft zij: "Mijn eerste plaat was Slow Train Coming. Ik was tien en ik zei tegen de onderpastoor: 'Steek je catechismus in je reet; ik weet alles over het geloof wat er te weten valt dankzij deze plaat!'
Ik schoof de plaat onder zijn neus. Hij brak de plaat en noemde Bob Dylan een smerige jood."

* ~ * ~ *

Het archief van folkarchivaris Alan Lomax staat online. In dit archief staan werkelijk schitterende opnamen van onder andere Mississippi Fred McDowell en Hobart Smith. Luister bijvoorbeeld naar Smiths versie van "Railroad Bill" (hier).
Lomax maakte één opname van een jonge Bob Dylan: een wat ruwe, maar geslaagde versie van "Masters of War", luister hier.

~ * ~ * ~

In 1968 verscheen het door Happy Traum samengestelde songbook The Blues Bag. Het boek bevat naast de bladmuziek van 29 blues songs schitterende foto's van David Gahr. Happy Traum heeft bij de bladmuziek van iedere song een korte inleiding geschreven, in deze inleidingen is Dylan te vinden. Bij de bladmuziek van "Corinna" schrijft hij: "There have been many songs lamenting the loss of this woman, from Blind Lemon's C.C. Rider (Corina Blues) to Bob Dylan's beautiful love-blues on Freewheelin'." En ook bij "House Of The Risin' Sun" krijgt Dylan een vermelding.
Er staan in dit songbook bladmuziek van meer songs die bij mij gelijk een Dylan-associatie oproepen, zoals "Worried Blues" en "You're Gonna Quit Me, Baby".

23 oktober 1961, Izzy Young schrijft in een notitieboekje wat Bob Dylan over zichzelf vertelt: "Met Jesse Fuller in Denver at the Exodus. I was playing in a stripper place. The Gilded Garter. Central City, a little mining town. Came down to Denver 2 summers ago – Jesse was playing downstairs. Upstairs was Don Crawford. Learned the way he does songs – mixed his style in with mine at the time."
Jesse Fullers album San Francisco Bay Blues is natuurlijk een standaardwerk, ik heb het in de kast staan, op cd. Bij die cd ontbreken de liner notes die wel op de hoes van de elpee staan. In deze liner notes komt Bob Dylan voorbij, kan iemand voor mij een foto / scan maken van de achterzijde van de elpee San Francisco Bay Blues van Jesse Fuller zodat ik de tekst achterop kan lezen? Mag naar: twillems87[at]gmail.com. Bij voorbaat dank.

* ~ * ~ *

Er komt een Dylanspecial van het door platenwinkel Concerto / Plato uitgegeven blad Mania. Ergens vanaf deze week in de winkels, nu al online, zie hier.

juni

Op 4 juni 1984 - vandaag 37 jaar geleden - gaf Bob Dylan een concert in Ahoy, Rotterdam. Het is zijn tweede concert op Nederlandse bodem. Voorprogramma: Santana.
Vlak voor dit concert herschreef Dylan "Tangled Up In Blue" op zijn hotelkamer in Amsterdam. Deze nieuwe Tangled werd voor het eerst gespeeld tijdens het concert op 4 juni. Het is een opmerkelijk concert, niet alleen vanwege de nieuwe "Tangled Up In Blue", zo leert het luisteren naar de opname van dit concert. Twee dagen later maakte Dylan het in diezelfde Ahoy misschien wel nog bonter door tijdens "Blowin' In The Wind" het publiek tot samenzang te dirigeren. Een fragment hiervan is te horen in aflevering 24 van de BOBCast.
Bob Dylan gaf in de maand juni maar liefst zeven keer een concert op Nederlandse bodem:

23 juni 1978 Rotterdam
4 juni 1984 Rotterdam
6 juni 1984 Rotterdam
10 juni 1989 Den Haag
20 juni 1996 Utrecht
21 juni 1996 Utrecht
15 juni 1998 Rotterdam

Veel meer over de eerste drie concerten van Bob Dylan in Nederland is te lezen in mijn boek Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984
De andere vijf-juni concerten - en nog veel meer - volgen in deel twee van Bob Dylan in Nederland.

Overigens is juni niet de maand waarin Dylan het vaakst op een Nederlands podium stond, dat is april: 8 keer. Voor het eerst op 8 april 2007 en voor het laatst op 18 april 2017. Numerologen kunnen hier vast iets mee, ik niet.



de ontsnappingsroute

Then take me disappearin’ through the smoke rings of my mind
Down the foggy ruins of time, far past the frozen leaves
The haunted, frightened trees, out to the windy beach
Far from the twisted reach of crazy sorrow
Yes, to dance beneath the diamond sky with one hand waving free
Silhouetted by the sea, circled by the circus sands
With all memory and fate driven deep beneath the waves
Let me forget about today until tomorrow

Hoewel er ogenschijnlijk geen aanleiding is - de zon schijnt, de muziek onder de naald is goed - groeit in mij deze middag de behoefte om voor even te verdwijnen. En terwijl ik dit schrijf vervloek ik mezelf. Ik heb geen reden, alleen een mogelijkheid: "Mr. Tambourine Man".
Luister naar de eerste vier van het acht regels tellende laatste couplet van "Mr. Tambourine Man". De woorden, de stem, de muziek tillen mij uit het nu, het heden, laten me verdwijnen, voor even. Niet die zeikversie van the fuckin' Byrds, maar het echte werk: Dylan. Dat mag Bringing It All Back Home zijn of een live-versie uit 1966 of zo, maakt niet uit, als het maar niet die jengelvogels zijn. Om The Dude te parafraseren: I hate the fuckin' Byrds, man. Zingen McGuinn & co eigenlijk wel bovenstaand vers in hun half geslachte versie van die Dylan-klassieker? Ik weet het niet, ik wil het niet weten en al helemaal niet zelf uitzoeken door te luisteren.
Goed, vier regels die mij uit het moment tillen. Met "dank" aan onder andere de zinsnede "take me disappearin’ through the smoke rings of my mind" wordt de Tambourine Man nogal eens aangemerkt als een drugsong. Een misser. De essentie van bovenstaande regels is verdwijnen (regels 1 t/m 4) en de euforie van dat weg zijn (regels 5 t/m 8). Dat drugs een middel kunnen zijn om te verdwijnen maakt van "Mr. Tambourine Man" nog geen drugsong.
Na die vier regels waarin de route waarlangs verdwenen kan worden (past the frozen leaves / The haunted, frightened trees, etc.) volgt in regel vijf de "yes" waarmee de euforie begint. De euforie van er niet zijn, van het dansen onder de diamanten lucht uitmondend in waar het begon: de behoefte om te verdwijnen in de laatste regel.
Ik mompel het vaak voor me uit: Let me forget about today until tomorrow, als een mantra, zoekend naar een mogelijkheid om er even niet te zijn. Dan zet ik "Mr. Tambourine Man" op, het is mijn ontsnappingsroute.