Dylan kort #3741

Bob Dylan: Mixing Up The Medicine van Mark Davidson en Parker Fishel is een boek om naar uit te kijken. Het boek bevat ruim 600 afbeeldingen, waaronder nooit eerder getoonde manuscripten, met dank aan het Dylan-archief. Het boek verschijnt pas eind oktober, maar is nu al te bestellen bij Amazon Duitsland (waar ook wat afbeeldingen van het boek staan), zie hier.

Dylan; 27 tekeningen bij songs van Bob Dylan door Ludy Sels en een tekening door Marleen Sabbe is een schitterend Vlaams boek dat je niet vaak aangeboden ziet worden. Voor de liefhebber wordt er nu een exemplaar op Dizq aangeboden, zie hier. In al mijn jaren zoeken naar Dylanboeken ben ik het slechts één keer tegengekomen (dat exemplaar staat nu hier in de kast), dat zegt wel iets over hoe moeilijk dit boek te vinden is.

Trouw: 'Waarom de poppioniers uit de jaren zestig nog steeds zo belangrijk voor ons zijn', veel Dylan, zie hier.

Erwin Nyhoff plays Bob Dylan, Hengelo, 3 september, zie hier.


vijftig

'Bob Dylan wordt alweer 50', kopte Vrij Nederland in maart 1991. Het woord 'alweer' in die titel liet mij schrikken. Moest ik wel zoveel tijd en geld in de mans muziek steken? Hoeveel had ik nog te verwachten van een muzikant die alweer 50 werd? Zou die Dylan van mij nog wel in staat zijn om ook maar iets goeds te brengen? En dan te bedenken dat ik hem nog nooit live had gezien, nog niet eens al zijn platen had gehoord. Werd het niet tijd dat ik die Dylan achter me liet en op zoek ging naar een muzikant waar nog wel toekomst in zat?

Het zijn slechts een paar van de gedachten die door mijn hoofd spookten terwijl ik naar die cover van Vrij Nederland staarde. Ik kocht het tijdschrift, afdankertje van de bibliotheek, voor 10 cent. Later kocht ik nog een exemplaar en nog een. Een van de drie knipte ik aan flarden, de Dylanfoto's gebruikend voor hoesjes van cassettebandjes. Maar dat was later, even terug naar het eerste van de drie exemplaren.

Zes pagina's beslaat het rijk geïllustreerde artikel van Willem Meuleman. Ik las over Isis-maker Derek Barker en fotograaf John Hume, over fan Larry Eden en John Bauldie, de man verantwoordelijk voor The Telegraph, de top onder de Dylantijdschriften. Meuleman noemt ze de ware fans. Ik las over het illegaal opnemen van concerten, over de wereldreizen die ondernomen werden om concerten te bezoeken en over bootlegs. Ik las de woorden van Steve Jump: 'Dylan schrijft gewoon het beste. De Stones hebben misschien tien goede nummers geschreven, Dylan meer dan honderd. Hij is de belangrijkste schrijver/componist in de twintigste-eeuwse muziek. Over tweehonderd jaar zijn Michael Jackson en Prince vergeten. Maar Dylans muziek wordt dan nog steeds gedraaid.' Ik las het stuk drie, vier, vijf keer achter elkaar en wist: dit is het. Wat dan nog dat de man vijftig is?

We zijn 32 jaar verder. Ik heb mijn Dylanconcert gehad - en ook wel meer dan eentje - ik heb al de mans albums (en nog wel ietsje meer) inmiddels gehoord. Binnen nu en een week kan ik met mijn kop op de cover van Vrij Nederland, 'alweer 50', zal er dan onder staan. Onwerkelijk, zo voelt het. 

Zijn mijn oren straks nog jeugdig genoeg om de muziek te kunnen verdragen of moet ik de Dylans vervangen door het verzamelde werk van Hepie en Hepie? Misschien moet ik het antwoord op die vraag maar zoeken in de cassettebandjes, ergens op zolder tussen de afgedankte spullen, de hoesjes voorzien van uit Vrij Nederland geknipte foto's.

Volgens de boven aangehaalde uitspraak van Steve Jump wordt eind tweeëntwintigste eeuw nog naar Dylans muziek geluisterd. Dat ga ik niet meemaken, maar ik streef ernaar om 24 mei 2191 zo dicht mogelijk te benaderen al is het alleen om de waarde van Jumps woorden te toetsen.

Dylan kort #3740

Radio- en televisiemaker Wim de Bie is vandaag op 83-jarige leeftijd overleden. De Bie is natuurlijk vooral bekend van de televisieprogramma's die hij jaren met Kees van Kooten maakte, zoals Koot en Bie. Minder bekend is dat Wim de Bie als allereerste niet officieel uitgebrachte opnamen van Bob Dylan op de Nederlandse radio uitzond. Dat was op 28 september 1968, in het programma Uitlaat dat iedere zaterdagmiddag te horen was tussen 2 uur en 10 over half 3 op Hilversum 2. De Bie kreeg, zoals hij mij een aantal jaren geleden schreef, rond september 1968 'een geheimzinnige doos, zonder opschrift, met een tape toegespeeld'. Op deze tape stonden opnamen van de zogenaamde Basement Tapes van Bob Dylan. Met deze uitzending liet De Bie het (Nederlandse) Dylanpubliek voor het eerst kennismaken Bob Dylans zogenaamde Basement Tapes, ruim voor de eerste bootlegs met deze opnamen geperst werden. Dat De Bie in najaar 1968 zijn nek heeft uitgestoken en niet officieel uitgegeven opnamen Dylan op de radio heeft gedraaid, getuigt van lef. 

Studiedag Bob Dylan: meerdere data en locaties, zie hier.

Arnold Verplancke (kort) over de Dylan-voorstelling van Pip Utton, zie hier.

Outside The Gates Of Eden - Bob Dylan in Dallas, september 1965 (feit & fictie)

Wat is een goede informatiebron als het gaat om Dylanconcerten uit lang vervlogen tijden? Websites, zoals Olof's Files, de omvangrijke Dylanbibliotheek en herinneringen van concertbezoekers, ik denk dat dat wel de belangrijkste zijn. 

Dat gaat ook wel eens fout, soms door misverstanden of het door de tijd aangetaste geheugen. Soms met opzet, zoals in het geval van Daniel Mark Epstein. Epstein publiceerde in 2011 The Ballad Of Bob Dylan. In dit boek schrijft hij over concerten waar hij geweest is, te beginnen met Dylans concert op 14 december 1963 in Washington. Het probleem is dat Epstein voor zijn schrijven een  geheugensteuntje zocht bij opnamen van andere concerten uit 1963 van Bob Dylan en daar onvoldoende duidelijk over was in zijn boek. Een absolute no go in non-fictie als je het mij vraagt. Bij non-fictie mag de lezer er vanuit gaan dat de schrijver er alles in zijn vermogen aan gedaan heeft om dat wat er staat te controleren op juistheid. Non-fictie is feiten, geen dikke-duim-verhalen.

Bij fictie is dat anders. Fictie wordt uit de dikke duim van de auteur gezogen en kan al dan niet opgeleukt zijn met feiten. Fictie is over het algemeen dan ook geen bron voor de informatiezoeker. Ik zou hier natuurlijk niet over schrijven als ik niet op een uitzondering was gestuit.

In 2019 verscheen de vuistdikke roman Outside The Gates Of Eden van Lewis Shiner. Die titel zorgde bij mij - zoals waarschijnlijk bij veel Dylanliefhebbers - voor een pavloviaanse reactie. En terecht, zo blijkt uit de beschrijving op de achterzijde van het boek: het in Outside The Gates Of Eden vertelde verhaal begint bij een concert van Bob Dylan in 1965. Wie Outside The Gates Of Eden leest komt tot de ontdekking dat het gaat om het concert van 25 september 1965 in Dallas, Texas. Een vreemde keuze voor een roman. Er circuleert geen opname van dit concert en op Olof's Files is slechts een gedeeltelijke setlist te vinden:

1. Desolation Row

2. Mr. Tambourine Man

3. To Ramona

-

4. Maggie's Farm

5. Like A Rolling Stone

Olof's Files geeft bijvoorbeeld een uitgebreidere setlist van het concert in Austin een dag eerder en van het concert van een paar dagen later, op 1 oktober in New York, is zelfs een complete setlist.

De reden waarom Shiner toch heeft gekozen om over het concert in Dallas te schrijven in zijn roman geeft hij in zijn Author's Note achterin het boek. In deze note bedankt hij Jim Savage met de volgende woorden: Jim Savage [...] turned me on to Bob Dylan back in 1965 and took me to the concert in Dallas that fall. Shiner was dus bij het concert in Dallas. Mogen we er dan van uit gaan dat (een deel van) wat hij schrijft over Bob Dylans concert op 25 september 1965 gebaseerd is op zijn eigen herinneringen? Wat hij schrijft in Outside The Gates Of Eden over Dylans Dallas-concert is niet alleen interessant, maar bevat ook meer informatie dan Olof's Files geeft. De belangrijkste zaken op een rijtje:

1. Het concert vond plaats in de sporthal van het SMU basketbal-team, ook wel Moody Coliseum geheten;

2. Op de vloer van de zaal lag een grijs, canvas dekzeil waarop klapstoeltjes stonden voor de concertbezoekers;

3. Entreeprijs was 4 dollar;

4. Het concert begon met de aankondiging ‘Columbia Recording Artist Bob Dylan’ waarna Bob Dylan het podium opliep, akoestische gitaar om zijn nek, en het publiek groette met niet meer dan een ‘Hi’;

5. De akoestische set opent met ‘Gates Of Eden’, tijdens dezelfde set speelt Dylan ook ‘Desolation Row’;

6. Tijdens de eerste set loopt een meisje naar het podium om Dylan laars aan te raken;

7. Tussen de twee sets is een korte pauze;

8. De tweede set – de set met band – opent met ‘Tombstone Blues’;

9. Tijdens de tweede set spelen Bob Dylan en band vervolgens ‘Baby, Let Me Follow You Down’, ‘It Ain’t Me, Babe’, ‘Just Like Tom Thumb’s Blues’ en ‘Like A Rolling Stone’;

10. Als toegift spelen Dylan en band ‘Maggie’s Farm’, Bob Dylan speelt tijdens de toegift geen gitaar, maar piano.

Dat lijkt een schat aan nieuwe informatie! Hoe doet die man dat? Terwijl ik hier over nadacht, dwaalden de gedachten af naar mijn eerste Dylanconcert, dat was in Rotterdam in 1998. Bijna een kwart eeuw geleden, daar moet ik toch wel het een en ander over kunnen opdiepen in mijn geheugen, zo bedacht ik. Op een stukkie papier krabbelde ik de feiten zoals ik me die herinnerde:

1. Voorprogramma was Van Morrison;

2. Dylan opende met 'Leopard-Skin Pill-Box Hat';

3. Dylan droeg witte schoenen of laarzen;

4. De zaal viel stil tijdens 'Not Dark Yet';

5. Van Time Out Of Mind speelde hij ook nog 'Make You Feel My Love';

6. Tijdens 'Desolation Row' zat een vrouw op haar hurken in het gangpad mee te lezen in Writings And Drawings;

7. 'You Ain't Going Nowhere' kwam nog ergens voorbij, tijdens de encores?

Verder kwam ik niet. Ik heb Olof's Files er even bij gepakt. Dylan speelde veertien songs tijdens dat concert. Ik kan slechts vijf titels uit mijn geheugen opdiepen en om het nog erger te maken: twee van die vijf songs heeft hij die avond in Rotterdam helemaal niet gespeeld! Mijn geheugen is geen goede bron, zo blijkt maar weer.

Bij Shiner is er nog veel meer tijd verstreken tussen het concert en de feiten uit het geheugen opdiepen dan bij mij. Hoe betrouwbaar zijn de door Shiner in Outside The Gates Of Eden genoemde feiten? Als Shiners geheugen op mijn geheugen lijkt, is die betrouwbaarheid niet super.

Ik heb contact met Lewis Shiner gezocht en hem gevraagd hoe betrouwbaar de in Outside The Gates Of Eden genoemde feiten zijn. Shiner blijkt een zeer vriendelijke man te zijn die al mijn vragen uitgebreid beantwoord. Nadat er meerdere berichten tussen hem en mij heen en weer zijn gegaan blijkt een deel van de feiten rond Dylans Dallas-concert uit Shiners geheugen te komen, een ander deel van de in Outside The Gates Of Eden genoemde zaken heeft Shiner online gelezen in verslagen over het bewuste concert of in stukken over concerten van vlak voor of na 25 september 1965. Verder geeft Shiner aan zijn herinneringen niet altijd te hebben vertrouwd en daardoor heeft hij voor al zijn herinneringen een tweede bron proberen te vinden, bij de herinneringen van andere concertgangers, online en in boeken. Met behulp van de van Shiner ontvangen informatie heb ik twee lijstjes kunnen maken: in Outside The Gates Of Eden genoemde feiten zoals Lewis Shiner zich deze herinnert en online gevonden informatie.

Geheugen:

1. Het concert vond plaats in de sporthal van het SMU basketbal-team, ook wel Moody Coliseum geheten;

2. Op de vloer van de zaal lag een grijs, canvas dekzeil waarop klapstoeltjes stonden voor de concertbezoekers;

4. Het concert begon met de aankondiging ‘Columbia Recording Artist Bob Dylan’ waarna Bob Dylan het podium opliep, akoestische gitaar om zijn nek, en het publiek groette met niet meer dan een ‘Hi’;

6. Tijdens de eerste set loopt een meisje naar het podium om Dylan laars aan te raken;

7. Tussen de twee sets is een korte pauze;

9. 'Just Like Tom Thumb's Blues'.

Online gevonden, al dan niet in verslagen van het concert van 25 september 1965:

3. Entreeprijs was 4 dollar;

5. De akoestische set opent met ‘Gates Of Eden’, tijdens dezelfde set speelt Dylan ook ‘Desolation Row’;

8. De tweede set – de set met band – opent met ‘Tombstone Blues’;

9. Tijdens de tweede set spelen Bob Dylan en band vervolgens ‘Baby, Let Me Follow You Down’, ‘It Ain’t Me, Babe’ en ‘Like A Rolling Stone’;

10. Als toegift spelen Dylan en band ‘Maggie’s Farm’, Bob Dylan speelt tijdens de toegift geen gitaar, maar piano.

Gezien de zorgvuldigheid waarmee Shiner met zijn herinneringen om is gegaan tijdens het schrijven van Outside The Gates Of Eden - voor iedere herinnering heeft hij een tweede bron proberen te vinden - schat ik in dat we dat wat hij uit zijn geheugen heeft opgediept met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid als feit mogen accepteren  en daar zitten zeker wat nieuwe feiten bij: de naam van de concerthal zoals door Shiner gegeven wijkt (iets) af van de naam zoals gegeven op Olof's Files. Het spelen van 'Just Like Tom Thumb's Blues' wordt niet genoemd op Olof's Files en de anecdote van de dame die naar voren loopt om Dylans laars even aan te raken, vind ikzelf mooie detail.

Ik kan het boek Outside The Gates Of Eden aanraden, de beschrijving van Dylans concert op 25 september 1965 in Dallas, Texas is naar mijn smaak dusdanig goed, dat Shiner de lezer voor even meeneemt naar dat ene moment in de Dylangeschiedenis.

Ga dat boek lezen.


Sing Out! vol. 15 no. 1 maart 1965

Wanneer je de kans krijgt om een aflevering van Sing Out! te bekijken, moet je die kans altijd grijpen, ook als er geen groot artikel over Bob Dylan in staat, zal het blad hoogstwaarschijnlijk wel wat interessants bevatten. 

Naast de hier eerder geplaatste komische brief over de vraag of Bob Dylan en John Lennon eigenlijk dezelfde persoon zijn, bevat Sing Out! Vol. 15 No. 1 niet een, maar twee reacties van Irwin Silber op de ophef die is ontstaan op zijn 'Open Letter To Bob Dylan' in de Sing Out! van november 1964 . Silber: 'A few months ago, an Open Letter of mine to Bob Dylan in these pages led some people to think that Bob's work was no longer appreciated in these parts. That's one of the problems with the cult of personality (apply on Brando, Beatles, Baez as well as Dylan). Anything less than constant undulating praise seems like an ultimate put-down. But the fact of the matter is that Bob Dylan has produced more good songs in just a few years time than almost any other songwriter you can think of, and that includes the best of our pop composers.' Waarna Silber zijn klacht uit zijn open brief nogmaals in wat meer bedekte termen naar voren brengt.

In het brievendeel achterin Sing Out! zijn overigens zowel brieven van mensen die het met Silbers klachten eens zijn, als brieven van mensen die er anders over denken te vinden.

Een van de briefschrijvers in Sing Out! schrijft dat hij na ontvangst van het tijdschrift altijd als eerste naar de advertenties kijkt. Nu, bijna zestig jaar later, herken ik dat helemaal. De advertenties in Sing Out! zien er niet alleen fantastisch uit, maar zijn soms ook zeer leerzaam.

Zo heb ik voor het openslaan van deze Sing Out! nooit geweten dat Oak Publications uit New York het songbook Broadside vol. 1 heeft uitgegeven. 'Brand new songs right out of the headlines by Bob Dylan, Malvina Reynolds, Tom Paxton [...]' De Dylan-song (of één van de Dylansongs, dat is niet duidelijk) in Broadside vol. 1 is 'Masters Of War'. Bovenaan de advertentie staat het boek afgebeeld. (Voor een grotere afbeelding, in kleur, zie hier.) De cover van dat boek doet mij gelijk aan een plaat denken, aan Broadside Ballads vol. 3 van The Broadside Singers uit 1964. Op dit album staat een versie van Dylans 'Paths Of Victory' en al jaren is het de vraag of Bob Dylan - zonder in de credits genoemd te worden - op de achtergrond meezingt met The Broadside Singers op deze opname. 

Het toeval wil dat de Sing Out! van maart 1965, de editie waar ook de advertentie voor het boek Broadside vol. 1 in staat, een door Josh Dunson geschreven recensie van Broadside Ballads vol. 3 van The Broadside Singers staat. En nee, Dunson geeft helaas niet het antwoord op de vraag of Bob Dylan te horen is op 'Paths Of Victory' op dit album, maar hij meldt wel wat anders over dit album wat ik interessant vind: 'One song was selected [voor Broadside Ballads vol. 3] from the repertoire of thirteen leading topical songwriters. It had to be current and contain a chorus. Wherever possible, the choice was given to the author, and the results indicate that the authors knew their own work well.'

Heeft ook Bob Dylan zelf zijn song gekozen? Zo ja, is zijn keuze voor 'Paths Of Victory' mede bepaald doordat hij de song zelf niet op plaat heeft gezet (en dat ook niet van plan was)?

Diezelfde Josh Dunson recenseert ook Another Side Of Bob Dylan en hij is niet heel enthousiast: 'What is apparent is that, at least in this album, today's greatest composer of topical songs has ceased to write about political subjects (in a number of his new songs, he has adopted the musical limitations of popular music)'.

Aan het eind van zijn stuk noemt Dunson Another Side Of Bob Dylan 'interesting and incomplete'. Dat laatste is interessant, Dunson: 'Bob's best songs do not appear. "Mr. Tambourine Man," a song that strikingly captures the lonely mood of a young street roamer, is left of the album; but "It's Alright, Ma" is perhaps the mos serious omission.

Today Bob is concerned with problems on a personal level, and, central to these is what Irwin Silber has termed "the generation gap." In "It's Alright, Ma," performed at Dylan's 1964 Philharmonic Hall concert, Bob spoke directly to the thousands in the audience who could see no tie, but NO tie, of culture, of dress, morals, or anything else with the older generations. "It's Alright, Ma" is the clearest and most eloquent expression of the alienation that Bob and many others feel. It is his most important song since "Hattie Carrroll."' 

Wie mij een beetje kent weet dat ik die laatste twee zinnen van Dunson over 'It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)' alleen maar kan onderstrepen.

Tot slot nog twee zaken uit de brievenrubriek. Er staan meerdere brieven in over de song 'Plastic Jesus' van the Goldcoast Singers. Ik moet bekennen nog nooit van de song gehoord te hebben, maar de hoeveelheid aandacht die de song krijgt in deze editie van Sing Out! en de mededeling dat in vier (!) voorgaande edities van het blad al aandacht aan de song gegeven is, maakt nieuwsgierig. Bovendien doet een songtitel als 'Plastic Jesus' mijn gedachten gelijk afdwalen naar dat ene couplet in 'It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)': 

Disillusioned words like bullets bark

As human gods aim for their mark

Make everything from toy guns that spark

To flesh-colored Christs that glow in the dark

It’s easy to see without looking too far

That not much is really sacred

En dan (uiteraard) met name de regel 'To flesh-colored Christs that glow in the dark'.

'Plastic Jesus', zo blijkt na even zoeken, staat op het album Here They Are! (1962) van The Goldcoast Singers. Het is een komisch nummer over van plastic gemaakte beeldjes van Jezus die men op het dashboard van een auto kan plakken. 

Een van de coupletten gaat als volgt:

I don't care if it rains or freezes

As long as I got my plastic Jesus

Glued to the dashboard of my car

You can buy Him phosphorescent

Glows in the dark

He's pink and pleasant

Take Him with you when you're travelling far

Toeval of heeft Bob Dylan naar 'Plastic Jesus' van The Goldcoast Singers geluisterd voor hij die paar regels in 'It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)' schreef? De song van The Goldcoast Singers kan hier beluisterd worden.

Tot slot een brief van Bob Laughlin. Hij schrijft dat hij recent een concert van Dylan in San Francisco heeft bijgewoond. Waarschijnlijk het concert van 27 november 1964 (zie hier). Hij schrijft dat hij wat baalt van het feit dat Dylan Joan Baez uitnodigde op het podium - hij had betaald voor een Dylanconcert, niet een Dylan & Baez-concert - en dat het dieptepunt kwam toen Dylan Baez ruimte gaf om in haar eentje 'Silver Dagger' te zingen. Laughlin vertelt er helaas niet bij of Dylan - net als tijdens het befaamde concert tijdens Halloween '64 - hij mondharmonica speelt tijdens Baez' versie van 'Silver Dagger'.

'Silver Dagger' wordt niet genoemd in de setlist voor het concert van 27 november 1964 in San Francisco op de website Olof's Files.


Dylan kort #3739

Tournee: Over grofweg twee weken beginnen Bob Dylan en band aan een (korte) tournee door Japan. Anderhalve maand na het beëindigen van de Japanse tournee volgt een tour door het zuiden van Europa met concerten in Spanje, Portugal, Frankrijk en Italië. Een overzicht van alle concerten staat (uiteraard) op Dylans website.

Vergissing: Op de website Top 40 Hitdossier staat in een stuk over de song 'The Price Of Love': 'Zo volgden er [nadat The Everly Brothers de song opnamen] versies van Poco, Status Quo (met Bob Dylan op mondharmonica) en ook Robson & Jerome.' Dat is uiteraard een vergissing, het is niet Bob Dylan die mondharmonica speelt op de versie van 'The Price Of Love' van Status Quo, maar Bob Young. Zou de verwarring zijn ontstaan, zo vraag ik me af, door de Shot Of Love-outtake 'Price Of Love' die eind 2021 op Springtime In New York, het zestiende deel van The Bootleg Series, werd uitgebracht? Om misverstanden te voorkomen: de Shot Of Love-outtake is een Dylan-original, niet de Everly Brothers-songZie hier en hier.

22 september is de voorstelling Dylan over Dylan van Ernst Jansz in Caprera, Bloemendaal te zien, zie hier. Voor (eventuele) meer data, zie de website van Ernst Jansz.

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #203 In een boek waarvan ik de titel inmiddels ben vergeten (excuses) kwam ik een foto tegen van een t-shirt. Een van de ontbrekende namen op dit shirt is natuurlijk die van Bob Dylan.



Bob Dylan in Michigan, april 1962

Gisteren schreef ik in 'aantekening #8478' kort over Dylans optreden tijdens het U-M Folk Festival [U-M = University of Michigan] op 22 april 1962. Michael Erlewine - zo schreef  ik- zette mij op het spoor van dit optreden door een stuk online waarin hij onder andere schrijft: This was Monday April 23, 1962 and Dylan had played at set the night before in the Michigan Union Ballroom as part of the U-M Folk Festival that had featured the incredible Jesse Fuller (from San Francisco). They even spelled Dylan’s name wrong, that’s how new he was to publicity, calling him “Bob Dillon.” I have been told by others that I helped work on setting up that gig, but I don’t remember that.

Kort na het plaatsen van het stuk vulde ik dit aan met een link naar de website Come Writers And Critics waar een kort stuk staat over Dylans optreden tijdens het U-M Folk Festival. Daar is onder andere de schitterende aankondiging van dit festival te zien.

Ik wilde meer weten en dus heb ik een tijdje zitten struinen door de archieven van The Michigan Daily, waar ik redelijk wat heb gevonden. Het geheel laat - naar mijn idee - een aardig verhaal zien.

De eerste melding van het festival is te vinden in de krant van 5 april 1962. In deze krant staat een advertentie voor het festival. Het is de advertentie die ook op Come Writers And Critics te vinden is. Uit de advertentie blijkt dat het festival drie dagen duurt. Op vrijdag 20 april speelt Jesse Fuller. Zaterdag 21 april is er een workshop een lezing en een Hootenanny en op zondagmiddag om 2 uur is het de beurt aan Bob Dylan. Hij speelt in de Union Ballroom en een kaartje kost 90 cent. Bob Dylans naam is in deze advertentie fout geschreven, er staat 'Bob Dillon'. Dat is natuurlijk ook niet zo vreemd, we hebben het over begin april 1962, Dylans debuutelpee ligt pas enkele weken in de winkels. Gezien de verkoopcijfers van Bob Dylan kunnen we rustig stellen dat Dylan nog niet heel bekend is in april 1962. De eerste opnamedag voor The Freewheelin' Bob Dylan is pas twee dagen na het M-U Folk Festival. Daarna duurt het nog ruim een jaar voor deze plaat in de winkels ligt.


Een dag later, op 6 april 1962, staat er een kort bericht in de krant. Het gaat om de goedkeuring voor studentsponsered activities. Het bericht laat zien dat het Dylan-concert is georganiseerd door Folklore Society. Ook in dit bericht wordt Dylan geschreven als 'Dillon'. Verder is de aanvangstijd van het concert volgens dit bericht niet 2 uur, maar half 3. (in later berichten in de krant is er steeds weer sprake van 2 uur).


Er gaat vervolgens anderhalve week voorbij voor er weer iets in The Michigan Daily te vinden is over het concert. De krant van 17 april bevat een (geestige) rectificatie:



Dezelfde krant bevat op dezelfde pagina als waar de rectificatie staat een nieuwe aankondiging van het Folk Festival, dit keer met Dylans naam correct geschreven.


Niet alleen is Dylans naam nu correct geschreven, ook zijn workshop en lezing van het programma verdwenen. Daarnaast wordt Dylan voor het eerst in The Michigan Daily aangekondigd als 'Columbia Recording Star' in deze advertentie en als Çolumbia Recording Artist' in de rectificatie. Wie heeft de organisatie van het U-M Fok Festival gewezen op de schrijffout in Dylans naam? En is dit dezelfde persoon die heeft verzocht om een vermelding van 'Columbia Recording Star / Artist' in de advertentie voor het optreden? Iemand rond Dylan?

Dezelfde advertentie ter aankondiging van het U-M Folk Festival staat een dag later, op 18 april nogmaals in de krant. 

Weer een dag later, op donderdag 19 april  en op vrijdag 20 april 1962 staat er een andere, kleine advertentie in The Michigan Daily.


Deze advertentie is of niet heel duidelijk opgesteld, of adverteert alleen het zaterdagprogramma van het U-M Folk Festival. In dit laatste geval zou dat betekenen dat zowel Jesse Fuller als Bob Dylan naast hun eigen concert - respectievelijk op vrijdag en zondag - ook zaterdag tijdens de Hootenanny spelen.
Een artikel in The Michigan Daily van 20 april over het U-M Folk Festival geeft antwoord op bovenstaande vraag: A Hootenanny is scheduled for 8.30 p.m. tomorrow [21 april 1962] in Trueblood Aud. [Jesse] Fuller and [Bob] Dylan will join former University students Perry Lederman [een naam ook door Michael Erlewine genoemd, zie hier] and Mike Sherker, Marc Silber, '63, and folk musicians from other colleges.

Bob Dylan heeft dus tijdens het U-M Folk Festival in april 1962 niet alleen een concert gegeven op zondagmiddag 22 april, maar ook deel genomen aan een Hootenanny een dag eerder. 

Twee dagen na Dylans optreden, op dinsdag 24 april, publiceert The Michigan Daily een door Hugh Holland geschreven recensie van Dylans optreden onder de titel 'Dylan Delights Public, Prefers Motorcycle'. Holland is opgetogen over het optreden van the most promising new star in Folk en noemt twee titels van door Dylan gespeelde songs: 'Walk In My Shoes' en 'Talking John Birch Society Paranoid Blues'. De eerste titel is niet bekend en hoogstwaarschijnlijk door Hugh Holland verzonnen na het horen van de song. Welke song is dit dan wel? Hollands beschrijving van 'Walk In My Shoes' geeft duidelijkheid: a serious ballad on the present American emphasis on death and bomb shelters. Het lijkt mij dat 'Walk In My Shoes', afgaande op Hollands beschrijving, 'Let Me Die In My Footsteps' is.
Het is aardig om te lezen dat in april 1962 de recensent oor heeft voor Bob Dylans opmerkelijke en aantrekkelijke manier van zingen. Hugh Holland: While the guitar playing was intricate and strong it was the combination of his frantic harmonica and his trance-like, searching voice that most enthralled the audience. Catching a note, Dylan would wrestle with it and squeeze every meaning and emotion from it only to go after another and another.
Uit de laatste paragraaf van de korte recensie blijkt dat Hugh Holland Bob Dylan (kort) heeft gesproken. Dylan bekende aan Holland dat hij liever rijdt op zijn motor dan dat hij zingt.


Tot zover alle informatie die ik heb kunnen vinden in de archieven van The Michigan Daily over Dylans bijdrage aan het U-M Folk Festival van april 1962. De belangrijkste punten op een rijtje:

- Op zaterdag 21 april 1962 is Bob Dylan - naast onder andere Jesse Fuller - een van de deelnemers tijdens de Hootenanny in het Trueblood Auditorium;
- Op zondag 22 april 1962 treedt Bob Dylan op in de Union Ballroom van The University of Michigan;
- Op 22 april speelt Bob Dylan onder andere 'Let Me Die In My Footsteps' en 'Talking John Birch Society Paranoid Blues'. Twee songs die hij zal opnemen voor The Freewheelin' Bob Dylan - op respectievelijk 25 en 24 april 1962 - maar die uiteindelijk niet op het album terecht zullen komen (behalve op de teruggetrokken versie van Freewheelin', maar dat is een verhaal voor een andere keer).





aantekening #8478

'I can't help it if I'm lucky', dit ene zinnetje uit 'Idiot Wind' - volledig uit de context getrokken - blijft maar door mijn hoofd spoken, met dank aan een bezoek aan de kringloopwinkel. Twee boeken en een cd'tje aldaar gekocht zijn denk ik interessant voor de Dylanliefhebber.

Allereerst de door Melody Green en David Hazard geschreven biografie over Keith Green - Nederlandse vertaling. Op Greens album So You Wanna Go Back To Egypt (1980) speelt Bob Dylan harmonica op de song 'Pledge My Head To Heaven'. Het originele album was, aldus de informatie op Searching For A Gem, nooit te koop, maar alleen te verkrijgen als cadeau na het doneren van ten minste $25,- aan Keith Greens christelijke missie. 

Volgens Melody Green en David Hazard in Keith Green "No Compromise" was het plan van de Greens om de plaat weg te geven - er wordt niks geschreven over een donatie - en om de oplage van 25 duizend platen te kunnen bekostigen nemen de Greens een hypotheek op hun huis. 

Melody Green en David Hazard over het contact met Dylan:

Op een avond zat ik in de studio, met [dochter] Bethany Grace in mijn armen. Het was een avond als alle andere - totdat Bob Dylan verscheen om mondharmonica te spelen in 'I Pledge My Head To Heaven'. Het was tegelijkertijd ongelooflijk en normaal. We hadden Bob bij verschillende gelegenheden gesproken, voordat wij naar Texas verhuisden.

Een oudste in de Vineyard had ons, kort na 'De Opwekking', aan Bob Dylan voorgesteld. Enige tijd later kwam Bob bij ons eten, en daarna hebben we eens een tijdje bij hem doorgebracht in zijn kantoor in Santa Monica. In die tijd was hij bezig de songs te schrijven voor zijn LP Slow Train Coming. Bob liet ons enkele teksten lezen. Hij wilde weten wat wij ervan vonden - en wij gaven onze mening. Ze waren schitterend. Keith en ik hadden elkaar aangekeken, met een blik van: 'Kun je werkelijk geloven dat een van de beste songwriters in de hele wereld om onze mening vraagt?' Misschien was het wel zijn kwetsbaarheid, die ons op een bijzondere wijze aan hem verbond.

[...]

Op een avond gingen we met Bob Dylan en Bill Maxwell naar Buck en Annie. We luisterden er naar een nieuwe plaat van Second Chapter en enkele voorlopige mixes van Bobs laatste plaat, Saved. Bob vertelde ons dat hij graag lifters meenam in zijn oude, haveloze auto om met hen over de Heer te spreken - zonder hun te laten weten wie hij was.

Searching For A Gem meldt dus dat Keith Greens So You Wanna Go Back To Egypt alleen verkregen kon worden naar het doen van een donatie van $25,- terwijl het boek van Melody Green en David Hazard meldt dat de plaat werd weggegeven. In dit boek is geen sprake van een noodzakelijke donatie. 

Het bestelformulier voor So You Wanna Go Back To Egypt vertelt nog een (iets) ander verhaal [zie afbeelding]. Dit formulier meldt: Keith Green has just recorded a new album, and it will not be available for sale in bookstores or through any of the usual commercial outlets. Pretty Good Records [...] has been given the exclusive right by Keith Green to give the album away to anyone for whatever they can afford to give in return. [...] All orders are limited to only one album or cassette per household.

Op Searching For A Gem staat informatie over een in Australië gemaakte cassette van So You Wanna Go Back To Egypt, maar niks over een Amerikaanse cassette-editie van dit album. Dat roept de vraag op of de informatie op Searching For A Gem nog niet compleet is of dat er geen Amerikaanse cassette-editie is van dit album.

~ * ~ * ~

Het tweede boek dat ik in de kringloopwinkel kocht is ook een biografie over een muzikant, het door Paul Trynka geschreven Iggy Pop; Open Up And Bleed. Dat Iggy Pop (echte naam: James Newell Osterberg jr.) in zijn jonge jaren Dylans Bringing It All Back Home grijs draaide is geen geheim. Wat de biografie interessant maakt, is dat Iggy Pop naar Bob Dylans concert op 24 oktober 1965 in de Cobo Hall in Detroit, Michigan ging. Voor dit concert werd Dylan door Allen Stone geïnterviewd. Een opname van dat interview is te vinden op de cd bij het boek The Bob Dylan Scrapbook: 1956-1966. Verder is - aldus Olof's Files - niks bekend over dit concert. Volgens Paul Trynka speelde Dylan tijdens dit concert 'Like A Rolling Stone' en 'Subterranean Homesick Blues'. Wat de bron voor Trynka's informatie is, maakt het boek niet duidelijk. Afgaande op de setlists van najaar 1965 is 'Like A Rolling Stone' waarschijnlijk correct, 'Subterranean Homesick Blues' twijfelachtig. 

Op de bladzijde waar ik dit lees, staan iets verderop de volgende zinnen: Michael Erlewine was a confident, ambitious, self-styled intellectual - 'I was forceful, a bit of an asshole' - who had hit the road with Dylan in the mid-1960s, a beat scolar who had already experimented with marijuana and acid.

De naam Erlewine zegt mij zo niks. Een blik op de index in de Dylan-biografieën van Clinton Heylin en Robert Shelton leert dat in deze boeken de man niet te vinden is. Zoeken met google leert dat Erlewine heeft geschreven over zijn escapades met Bob Dylan, zie hier.

Hij schrijft onder andere: This was Monday April 23, 1962 and Dylan had played at set the night before in the Michigan Union Ballroom as part of the U-M Folk Festival that had featured the incredible Jesse Fuller (from San Francisco). They even spelled Dylan’s name wrong, that’s how new he was to publicity, calling him “Bob Dillon.” I have been told by others that I helped work on setting up that gig, but I don’t remember that.

Dit is wel interessant, vooral omdat Olof's Files niks meldt over een concert op 22 april 1962 in Michigan. Weer iets om uit te zoeken dus.

[Alle informatie is welkom.]

Aanvulling: 'U-M Folk Festival' zoals Erlewine schrijft moet wel haast, zo dacht ik, University of Michigan Folk Festival zijn en inderdaad levert die zoekopdracht wat op, op de Dylan-site Come Writers And Critics, zie hier.




~ * ~ * ~

Ik heb de (onbeantwoordbare) vraag wel vaker gesteld: waarom haal ik de ene cd wel uit de bak bij de kringloopwinkel om de tracklist op de achterzijde van de hoes te bekijken en de andere niet? De cd Akun Tehdas! van de Finse band Eppu Normaali was zo'n cd'tje dat ik uit de bak pakte om wat beter te kijken terwijl er op het eerste oog geen enkele reden toe lijkt. De voorzijde van de hoes is duidelijk een verwijzing naar de hoes van Cosmo's Factory van Creedence Clearwater Revival, misschien was dat de reden om de cd beter te bekijken, al moet die herkenning dan wel onbewust zijn geweest, die overeenkomst met het CCR-album zag ik pas na aanschaf van Akun Tehdas!

Goed, reden onbekend, maar ik bekeek dus de tracklist van Akun Tehdas! en zag dat track 9 van 11 de titel 'Bob Dylan' heeft.

In de iets meer dan twee minuten durende en met een mondharmonicasolo beginnende song komt de naam Dylan veelvuldig voorbij, maar wat er over Dylan gezongen wordt in deze song, geen idee. De song is in het Fins. 

Discogs leert dat Akun Tehdas! van Eppu Normaali voor het eerst in 1980 verscheen op lp en cassette. Zeven jaar later verscheen het album voor het eerst op cd. In 2007 werd het album in de serie Kultaiset Rock-Klassikot nogmaals op cd uitgebracht en dat is de versie die op mysterieuze wijze in Nederland bij de kringloopwinkel terecht kwam waar ik het vervolgens vond.

Voor wie nieuwsgierig is, de song kan hier beluisterd worden.

aanvulling 19 mrt:

Dirk stuurde mij onderstaande vertaling van de song:

Dylan is de Messias

Dylan is de Verlosser

Dylan redt ons

Laten we nu buigen voor Dylan

C'mon c'mon laten we buigen voor Dylan

C'mon laten we buigen voor Dylan

C'mon let's go dylan to bow (aarde)

Dylan is dichter

Dylan is een artiest

Dylan is schrijver

Dylan is ook zanger

C'mon c'mon laten we buigen voor Dylan

C'mon laten we buigen voor Dylan

C'mon laten we buigen voor Dylan

C'mon c'mon laten we buigen voor Dylan

C'mon laten we buigen voor Dylan

C'mon laten we buigen voor Dylan

[met dank aan Dirk]

~ * ~ * ~

Die 1, 2 seconden die misschien toch Dylan zijn...

Twaalf jaar geleden, in 2011, verscheen The Blackbird Diaries van Dave Stewart. Op dat album staat 'Worth The Waiting For',  een song door Dave Stewart samen met Bob Dylan geschreven, zo leerde ik ten tijde van het uitkomen van The Blackbird Diaries. Ik herinner mij dat ik rond die tijd op internet een filmpje (live, niet de studioversie) vond van Dave Stewart die 'Worth The Waiting For' zong, een weinig opmerkelijke song. Geen reden voor mij om direct naar de platenzaak te snellen en The Blackbird Diaries aan te schaffen.

Volgens een uitstekend stuk van Tony Attwood op Untold Dylan werd de song - of liever de basis van de song - ergens halverwege de jaren tachtig geschreven. In die tijd speelden Stewart en Dylan regelmatig samen, ' een beetje klooien'. Soms aan de keukentafel, soms in Stewarts studio The Church en dat geklooi werd door Stewart opgenomen op cassette. Tijdens de sessies voor The Blackbird Diaries dacht Stewart aan een van deze 'kitchen recordings' - een van vele schetsen voor songs op een cassette - luisterde er naar, schreef de song af en nam 'm onder de titel 'Worth The Waiting For' op tijdens de sessies voor The Blackbird Diaries. Dat is in het kort de ontstaansgeschiedenis, voor een veel uitgebreider verhaal, volg de hierboven gegeven link naar het stuk van Tony Attwood op Untold Dylan.

Fast forward. Ik kocht het Stewart-album niet. Ik bleef mezelf maar afvragen: hoe interessant is een door Dave Stewart afgemaakt Dylan-riff? Afgaande op het filmpje dat ik had gezien: niet.

Een maand of wat geleden stuitte ik als bij toeval op het album, ergens in een uitverkoopbak.  Kocht het, draaide het, luisterde met een half oor en raakte niet onder de indruk. De cd verdween in een stapel. Daar kwam ik het ding een paar dagen geleden weer tegen. Toch nog maar eens luisteren naar 'Worth The Waiting For'. Nou heb ik de song al een aantal malen gehoord, maar voor het eerst vallen die eerste 1, 2 seconden mij op. Voor de band inzet zegt een stem 'Say that it is number nine', althans, ik denk dat die stem dat zegt. De geluidskwaliteit is namelijk niet zo goed. Dit klinkt - en misschien hoor ik dingen die er niet zijn - als Dylans stem, opgenomen tijdens die keukensessies, zo stel ik me voor, door Stewart ontdekt tijdens het beluisteren van die oude cassette tijdens de sessies voor The Blackbird Diaries en, als knipoog naar zijn medecomponist, aan het begin 'Worth The Waiting For' geplakt. 

Hoe vaker ik luister, hoe meer ik er van overtuigd ben dat het Dylan is, die 1, 2 seconden aan het begin van 'Worth The Waiting For', maar definitief bewijs heb ik (nog) niet kunnen vinden.

De albumversie van 'Worth The Waiting For', met dat korte fragmentje aan het begin, is hier te beluisteren.

boeken

 


Bovenstaande foto is afkomstig van de Facebookpagina van het Bob Dylan Center in Tulsa. Onderstaande foto is gemaakt in huize Willems.



aantekening #8472

Wat ik op deze blog schrijf, komt vaak ook via een link op Facebook terecht. Ik draai het nu eens om. Vanochtend herinnerde Facebook mij er aan dat ik vandaag precies een jaar geleden - Kerouacs 100ste verjaardag - iets over deze Amerikaanse schrijver heb geschreven. Ik plaats het nu ook hier:

Op 12 maart 1922, vandaag honderd jaar geleden, werd Jean-Louis Lebris de Kerouac geboren. Als Jack Kerouac schreef hij tientallen boeken, waaronder Desolation Angels, The Dharma Bums, The Subterraneans en zijn bekendste boek: On The Road. Samen met Allen Ginsberg en William Burroughs behoort hij tot de belangrijkste vertegenwoordigers van The Beat Generation.

Kerouac schreef zijn boeken niet alleen in een razend tempo, maar ook in een razende taal, geïnspireerd op het ritme en de flow van de weg en de jazz. 

De boeken van Jack Kerouac zijn van grote invloed geweest op de songschrijver Bob Dylan. Mexico City Blues schokte eind jaren vijftig de jonge Dylan voldoende om vijftien jaar later op camera met Allen Ginsberg uit het boek te lezen tijdens een bezoek aan het graf van Jack Kerouac. In Desolation Angels vond hij inspiratie voor songs op Highway 61 Revisited. Op menig herdruk van On The Road staan op de achterzijde de uit Dylans mond opgetekende woorden: It changed my life like it changed everyone else's. En op het recente Rough And Rowdy Ways (2020) komen we Kerouac weer tegen, in de song 'Key West': I was born on the wrong side of the railroad track / Like Ginsberg, Corso and Kerouac. Het laat zien dat Bob Dylan de Beat-schrijvers anno 2020 nog niet vergeten is. En terecht, er is een overeenkomst, een verbintenis tussen de Beats en Dylan. Ze tappen deels uit hetzelfde vaatje, ze hebben dezelfde oorsprong, dezelfde achtergrond. Ze komen uit hetzelfde deel van de stad, om Dylans metafoor in stand te houden, van the wrong side of the railroad track. Dat verbindt.

Meer over de relatie tussen Bob Dylan en de schrijvers van The Beat Generation is te vinden in mijn boek Dylan & de Beats.

De afgebeelde editie van On The Road is van de eerste pocketeditie, uitgegeven door Signet, voor het eerst in september 1958. Het is de editie, zo stel ik me voor, die de jonge Bob Dylan las. Het kan haast niet missen dat het deze editie was die de jonge Dylan bij de strot greep aangezien hij het boek volgens eigen zeggen zo rond 1959 las. Dit is de editie die toen in Amerika te koop was. De afbeelding op Dylans website lijkt dit te bevestigen, zie hier.

Ik ben de trotse bezitter van een eerste druk van deze Signet-editie van On The Road. Ik had ooit een tweede exemplaar, zelfde voorkant, iets latere druk. Die heb ik weggegeven, jaren geleden al weer, aan de man die zei 'm op zijn bureau te zetten zodat hij er op gezette tijden naar kon staren. 

~ * ~ * ~

Een valkuil voor de lezende Dylanliefhebber is dat hij / zij zich beperkt tot de Dylanbibliotheek. Daardoor lees je steeds (min of meer) dezelfde verhalen, vooral als de schrijvers van al die Dylanboeken - net als jij - zich heeft beperkt tot het raadplegen van diezelfde Dylanbibliotheek voor het schrijven van het eigen boek. Het is een valkuil waar ik zelf ooit ingevallen ben en mij sinds enkele jaren - dank Rob - uitwerk. Inmiddels heb ik - schat ik - meer boeken gelezen die niet over Dylan handelen, maar waarin de zanger / songschrijver zijdelings voorbij komt, dan boeken uit de immer uitdijende Dylanbibliotheek. En soms bevatten die 'zijdelingsboeken' verrassende informatie over Dylans leven en / of werk, informatie die niet in de Dylanbibliotheek te vinden is.

Een goede vindplek voor 'zijdelingsboeken' is de kringloopwinkel. Daar vond ik al weer ruim twee jaar geleden de door Neville Judd geschreven biografie Al Stewart; The True Life Adventures of a Folk Rock Troubadour. Al bladerend door dat boek vond ik een bruikbaar citaat voor een stuk over Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti (zie hier). Daarna vergat ik het, tot afgelopen week.

In het boek staat een fragment uit een interview dat Karl Dallas had met Al Stewart voor Melody Maker. Stewart: 'There was a girl at the Newport Folk Festival a few years ago, when Bob Dylan was still considered a protest singer, who shouted out to him: "Let us kill for you, Bobby. Just tell us who to kill and we'll do it.'"

Het boek van Judd geeft verder geen duidelijkheid over welke editie van het Newport Folk Festival dit gaat, maar gezien de context denk ik dat het gaat om de editie van 1963 (of misschien 1964). 

Stel je voor, je bent net de twintig gepasseerd. De uitnodiging voor het Newport Folk Festival, editie 1963 heb je op zak. Tussen workshops en optredens zoek je ontspanning in en rond het zwembad. En dan is het zover, tijd voor een van je optredens. Je bent het podium opgehesen van een prestigieus muziekfestival als een jonge songschrijver-God-met-al-de-antwoorden en een jonge griet schreeuwt naar je dat ze voor je zal moorden, maakt niet uit wie. Het enige dat je hoeft te doen is de opdracht geven. Met dit in het achterhoofd: Is het gek dat Bob Dylan zich afkeerde van de protestsongs, van de folkbeweging die naar hem keek voor antwoorden? Is het vreemd dat de jonge Dylan het label 'stem van een generatie' als een last ervaarde en dit afwierp?

Niet lang na dat festival waarbij de jongedame zich opwierp als a gun for hire song Dylan in 'Subterranean Homesick Blues', de openingssong van Bringing It All Back Home

Girl by the whirlpool

Lookin’ for a new fool

Don’t follow leaders

Watch the parkin’ meters

~ * ~ * ~

Voor het citaat uit het tweede boek - Margrave Of The Marshes, de autobiografie John Peel - maken we een sprong van ruim tien jaar, naar begin 1976, 6 januari om precies te zijn. Brits radiomaker John Peel presenteert van maandag tot en met vrijdag van 11 tot 12 uur 's avonds een show op Radio 1. Grote rivaal van Radio 1 is Capital Radio. Peel in zijn dagboek van 6 januari 1976:

Petals had heard Nicky B. Horne on Capital saying they had a British exclusive on the new Dylan LP, Desire, and he phoned CBS to check it out. We could hardly believe our luck when Lewis of CBS told us he had a white label on his desk and would send it round. When it arrived, I hurtled down for it before they desided we shouldn't have it, didn't even dare call for recording info lest they discover they'd made an error. Timed it and it was marvellous - also 55 minutes long. 

Started the programme tonight by saying how fed up I was after hearing that other station had an exclusive on Dylan tomorrow night. 'Now that,' I concluded, 'really is annoying,' and played the whole LP. Played a reggae record, 'Dreadlocks Came To Dinner', while I turned it over, and that was the only record in the programme.

Er zijn twee zaken interessant aan bovenstaand citaat: allereerst de data. Volgens dit citaat zou Bob Dylans Desire voor het eerst op 7 januari 1976 op de Britse radio te horen zijn, op Capital Radio. Dit tot groot verdriet van John Peel. Peel weet op 6 januari een promo van het album in handen te krijgen en draait het album in de uitzending van 6 januari. An sich lijkt daar niks mis mee, ware het niet dat Desire volgens Searching For A Gem in Engeland (net als in bijvoorbeeld Amerika en Nederland) op  maandag 5 januari uitkwam. Stel dat de informatie op Searching For A Gem klopt, dan had John Peel tijd zat om op maandag 5 of dinsdag 6 januari naar de lokale platenboer te lopen, Desire te kopen en concurrent Capital Radio een hak te zetten. Hij was in dat geval niet afhankelijk van CBS of een promo.

En waarom beloofde CBS Engeland - als de informatie op Searching For A Gem klopt -  Capital Radio de exclusieve primeur van Desire in de uitzending van 7 januari terwijl het album dan al twee dagen in de winkels lag (en iedere Dylanliefhebber niet alleen al een exemplaar in huis had, maar deze ook inmiddels uitvoerig beluisterd had?)

Het meest waarschijnlijk is het dat de releasedatum van 5 januari, zoals gegeven op Searching For A Gem niet klopt, dat het album mogelijk later in diezelfde week in Engeland in de winkels lag en dat in de aanloop naar die release Desire eerst op Radio 1 en een dag later, op 7 januari, op Capital Radio (en nogmaals Radio 1) te beluisteren was.

Het tweede dat opvalt is dat Peel het heeft over een white label, een promopersing met een wit label. CBS Engeland perste de platen voor de Engelse markt, maar voor zover bekend werden er door CBS Engeland geen promo's met witte labels van Desire geperst. In Amerika werden wel promo's met witte labels van dit album gemaakt. Was CBS Engeland in het bezit van zo'n Amerikaanse promo of heeft CBS Engeland toch promo's met witte labels geperst, maar is daarover tot op heden niks bekend in de verzamelaarswereld?

En wat kregen de recensenten in Engeland van CBS om over Desire te schrijven? Bekend is dat in Nederland voor het album in de winkels lag OOR-recensent Bert van de Kamp van CBS een cassette kreeg met daarop het album. Geen artwork en een mopperende Emmylou Harris aan het eind van 'Oh Sister', een 'Oh Sister' dus die iets langer duurde dan de versie die vanaf begin januari in de winkels lag.

~ * ~ * ~

Dylan kort #3738

 Bob Dylan komt in juni weer naar Europa voor concerten in Spanje, Portugal en Frankrijk. De data zoals gegeven op Dylans website hieronder. Op de aankondiging rechts staat een andere locatie voor de concerten op 19 en 20 juni dan op Dylans website.

2 juni Porto, Portugal

4 en 5 juni Lisabon, Portugal

7 en 8 juni Madrid, Spanje

10 en 11 juni Sevilla, Spanje

13 juni Granada, Spanje

15 juni Alicante, Spanje

17 juni Huesca, Spanje

19 en 20 juni San Sebastian, Spanje

21 juni Logroño, Spanje

23 en 34 juni Barcelona, Spanje

26 juni Carcassonne, Frankrijk

27 juni Aix-de-Provence, Frankrijk

29 en 30 juni Lyon, Frankrijk

Opmerkelijke cover: Great Jones speelt 'I'll Keep It With Mine', luister hier. [met dank aan Hilda]

Isis e-zine issue 221 is verschenen, voor meer informatie, zie hier.

Stef Kamil Carlens & The Gates Of Eden spelen Dylan, zie hier.

Herman Haan over Bob Dylan, luister hier.

Ramblin' Jack Elliott - Kerouac's Last Dream: Dit is een uitzondering. Dit is een blog over Bob Dylan en dus schrijf ik alleen over Dylan. Nu de uitzondering: ik ben momenteel compleet verslingerd aan het album Kerouac's Last Dream van Ramblin' Jack Elliott, een plaat uit 1981. Een plaat waar je zelden tot nooit iets over hoort en dat is jammer, het is schitterend. 

Natuurlijk is er wel een Dylanconnectie: Elliott en Dylan zijn geen vreemden voor elkaar en van de tien songs op Kerouac's Last Dream zij er zeker zes die ook op Dylans speellijst hebben gestaan (of hem geïnspireerd hebben tot het schrijven van een eigen song), denk hierbij bijvoorbeeld aan 'Pretty Boy Floyd', 'Buffalo Skinners', 'The Cuckoo' en '1913 Massacre'. 

Maar die Dylanconnectie is niet eens zo belangrijk. Kerouac's Last Dream is een op zichzelf staande plaat, een plaat van een man met een gitaar en een opmerkelijke stem die - zo klinkt het - zonder enige pretenties en misschien wel vooral voor zichzelf een aantal songs zingt die hij wil zingen. Niet meer, niet minder. 

Wie denkt dat 'Blue Eyes Crying In The Rain' niet beter dan door Willie Nelson gezongen kan worden, moet maar eens naar Kerouac's Last Dream luisteren. 

Van alle versies van 'If I Were A Carpenter' staat de mooiste waarschijnlijk op Kerouac's Last Dream

Genoeg om je over te halen eens te luisteren? Mooi, doen. Ga luisteren.

O, vergeet ik nog: er is een heruitgave op cd met een nieuwe cover en veel extra songs, waaronder covers van Dylans 'Don't Think Twice, It's All Right' en 'I Threw It All Away', maar die heb ik niet gehoord, ik luister naar de elpee...




Jochen Markhorst - Nashville Skyline; Bob Dylans andere soort van muziek

Toen Simon Vestdijk vijftig werd, in 1948, zei de dichter Adriaan Roland Holst over veelschrijver Vestdijk dat hij sneller schrijft dan God kan lezen. Jochen Markhorst is de Simon Vestdijk van de Dylanliteratuur. Zijn boek over Time Out Of Mind ligt nog vers in het geheugen en nu is er al weer een nieuw boek van zijn hand: Nashville Skyline; Bob Dylans andere soort van muziek. Zoals altijd is Markhorsts schrijven scherp, verfrissend en vol nieuwe inzichten over het werk van Bob Dylan zonder dat daarbij de lezer verstikt wordt door een overvloed aan feiten en weetjes. Er is ruimte tussen de regels om zelf na te denken, een essentieel onderdeel van een boek dat door menig schrijver wordt vergeten.
Met name de essays over 'Country Pie' en 'Wanted Man' springen er in positieve zin uit. 'Country Pie' omdat Markhorst maar weer eens aantoont dat interpreteren-met-oogkleppen-op - een kwaal waar menig vermaard Dylanoloog last van heeft - eerder tot onbegrip dan tot begrip leidt. 
Het essay over 'Wanted Man' is een knap staaltje werk, met name de verrassende ontdekking van Markhorst dat de tekst van 'Wanted Man' is geschreven met Johnny Cash' tourschema in de hand! Ik wil niet te veel prijs geven en de lezer o het plezier van zelf ontdekken ontnemen, maar geloof me: lees dat boek, het is Dylanologie op z'n aangenaamst (en niet het zoveelste boek in de Dylan-bibliotheek waarin dezelfde ideeën en interpretaties weer eens nagekauwd worden.)
Wat Nashville Skyline; Bob Dylans andere soort van muziek vooral doet, is de lezer laten grijpen naar het album waar het boek om draait om te horen of wat die Markhorst nou weer beweert wel klopt en verdomd als het niet waar is: iedere keer blijkt het te kloppen.
Met zijn Nashville Skyline-boek heeft Jochen Markhorst weer een essentieel boek aan de Dylan-bibliotheek toegevoegd. Het boek is te koop via webshop Amazon in het Nederlands, Engels en Duits. (De vertalingen zijn daar Markhorst zelf gemaakt, iets waar Vestdijk nooit op betrapt kon worden.)

If Dogs Run Free

Ik heb al een aantal malen eerder aandacht geschonken aan de schitterende boeken over Bob Dylan die Maarten Giltay Veth drukt. Het gaat altijd weer om vakwerk, om schitterend vormgegeven boeken, zoals de drie delen van Tangled Up In Blue. Nu is er een nieuwe Dylan-uitgave van de hand van Giltay Veth: If Dogs Run Free
Wie If Dogs Run Free openslaat, ziet de tekst van deze song. Als ik dat zo zeg, lijkt dat misschien niks bijzonders, maar de manier waarop Giltay Veth deze tekst heeft gedrukt zorgt er voor dat de lezer als voor het eerst met die tekst geconfronteerd wordt. Giltay Veth heeft de tekst niet alleen in twee kleuren gedrukt met een verspringend begin van de regel, ook heeft hij hoofdletters en kleine letters op een ongebruikelijke manier gecombineerd waardoor de lezer haast als met nieuwe ogen naar de tekst van If Dogs Run Free kijkt. Na het bekijken van If Dogs Run Free werd ik overvallen door de behoefte om de gelijknamige song weer eens te draaien, gelijk.
Een indruk van Giltay Veths If Dogs Run Free kan men hier krijgen, al moet ik er bij zeggen dat het boekje in het echt veel indrukwekkender is dan de afbeeldingen op die website doen vermoeden. 
If Dogs Run Free is er voor de Dylanliefhebber met een zwak voor druktechniek, voor vakmanschap en kunst. Met If Dogs Runs Free heeft Giltay Veth zichzelf overtroffen, dit is veruit het best ogende Dylanboek dat ik in lange tijd in mijn handen heb mogen houden.
If Dogs Run Free is gepubliceerd in een genummerde en zeer beperkte oplage van 28 stuks. Bij interesse doe je er verstandig aan zo snel mogelijk contact op te nemen met Maarten Giltay Veth via maarten.mgv[at]kpnmail.nl. If Dogs Run Free kost €20,- (inclusief verzendkosten).

Dylan kort #3737

Op herhaling: Pip Utton trekt met zijn voorstelling rond Bob Dylan door Nederland, vanavond in Drachten. Voor de volledige speellijst, zie hier. Dagblad van het Noorden (zaterdag 4 maart) besteedde afgelopen zaterdag aandacht aan de voorstelling van Utton. [met dank aan Hans en Hugo]

Johnny Depp verdient goed aan zijn schilderijen van onder andere Bob Dylan, zie hier.

Bob Dennon & John Lylan

 


Sing Out! The Folk Song Magazine; Vol. 15 No. 1, March 1965

Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #202

'Geld moet rollen,' met die gevleugelde woorden op de lippen sta ik regelmatig bij een kassa. Bijna altijd gaat het om muziek en / of boeken. De combinatie van die twee - boeken over muziek - werkt helemaal als een magneet op mij. Ik heb een zwak voor boeken over platenzaken en / of (ontwerpers van) platenhoezen. Nu zou je misschien denken dat er niet zoveel boeken over dit onderwerp zijn, maar de doorbuigende plank in mijn boekenkast weet wel beter.
Gisteren zijn er weer een aantal boeken bijgekomen voor dat plankje, waaronder het werkelijk schitterende Five Hundred 45s (Collins Design, 2010). Net als in veel van die boeken over platenhoezen, is ook in dit boek Bob Dylan te vinden, maar het is natuurlijk niet zo vreemd om de hoezen van enkele Dylansingles tegen te komen in een boek met afbeeldingen van 500 singles. Daar gaat het me nu dan ook niet om, een Dylansingle vinden in Five Hundred 45s valt niet in de categorie 'niet of nauwelijks', maar kan onder het kopje 'logisch' weggeschreven worden.
Het gaat mij dit keer om The Clash, de Britse punkband met Joe Strummer, Mick Jones, Paul Simonon en Topper Headon. Op het eerste oog lijken Bob Dylan en The Clash uit twee verschillende werelden te komen, maar dat is maar schijn. Allereerst is er natuurlijk 'Sally Sue Brown' van Bob Dylans album Down In The Groove waarop Mick Jones en Paul Simonon van The Clash meespelen. Verder is er de film Joe Strummer - The Future is Unwritten over The Clash-frontman waarin Dylans versie van 'Corrina, Corrina' te horen is. Daarnaast zeurt er ergens in mijn achterhoofd nog een verhaal dat ik een keer ergens gelezen of gehoord moet hebben dat Bob Dylan een van zijn zoons meenam naar een concert van The Clash. 
En tot slot is er nog dat concert in Londen op 21 november 2005 waarbij Dylan aan het begin van de toegiften de Clash-klassieker 'London Calling' inzette. Eén herhaling drie avonden later, daarna nooit meer. In zijn onlangs verschenen boek The Philosophy Of Modern Song schrijft Bob Dylan in zijn hoofdstuk over de song 'London Calling' onder andere: 'Punk rock is the music of frustration and anger, but the Clash are different.' en 'This is probably the Clash at their best and their most relevant, their most desperate.'
'London Calling' is volgens Dylan dus The Clash op z'n best. Of ik vind dat hij gelijk heeft, doet er niet toe. Het gaat mij om die song, om 'London Calling'. Om de single 'London Calling' en de hoes van deze single die te vinden is in Five Hundred 45s. Op de hoes van die single zien we een jongen en een meisje zittend op de grond naast een platenspeler. Rond hen liggen verschillende hoezen van elpees, zoals de hoes van het eigen debuutalbum, de hoes van Elvis' Rock 'N' Roll (de hoes die als inspiratie diende voor de hoes van het album London Calling van The Clash) en hoezen van albums van Sex Pistols (Never Mind The Bollocks), The Rolling Stones en The Beatles (Please Please Me). Links naast de jongen ligt nog een elpeehoes, het is de enige hoes waarvan niet de voorkant, maar de achterkant te zien is. Die is niet zo makkelijk te herkennen, vooral omdat de achterzijde van de Engelse hoes met één foto is afgebeeld, in plaats van de veel meer voorkomende hoes met drie foto's: Bob Dylans Highway 61 Revisited. Zouden de afgebeelde albumhoezen een weergave zijn van de muzikale voorkeur van de leden van The Clash? Hebben de leden van The Clash zich bemoeid met het ontwerp van dit hoesje? Ik durf het niet te zeggen, maar ergens lijkt het wel te passen: The Clash die luistert naar Elvis, The Beatles, Sex Pistols, Rolling Stones en Bob Dylan.
Na een zoektocht op Discogs blijkt de hoes van 'London Calling' ook in het geel en groen te zijn uitgegeven en zowel voor 7" als 12" te bestaan. 
Nog even terug naar de hoes van het album London Calling van The Clash en hoe voor dit ontwerp is gekeken naar de hoes van Rock 'N' Roll van Elvis Presley. Spencer Drate en Judith Salavetz, de samenstellers van Five Hundred 45s doen een soortgelijk iets. Ze hebben in dit boek regelmatig hoezen naast elkaar gezet die enige overeenkomst vertonen. Zo hebben ze bijvoorbeeld (de achterzijde van) de hoes van Elvis' single 'Suspicious Mind' (1969) gezet naast de hoes van Bob Dylans 'Positively 4th Street' (1965). Door deze opmaakkeuze, ga ik met nieuwe ogen kijken naar die hoezen. Dat is een belangrijke reden om een boek als Five Hundred 45s te koesteren.






Dylan kort #3736

Daisy Jones & The Six: Gisteren ging deze serie op Amazon Prime Video in première. de serie gaat over een fictieve band. Volgens een bericht op ET bracht Bob Dylan een bezoek aan de opnamestudio waar de soundtrack van de serie werd opgenomen. Zie hier. Inmiddels zijn er meerdere geruchten op internet over dit bezoek te vinden. Zo wordt er onder andere gespeculeerd dat Bob Dylan in de studio was voor maken van een nieuw album. 

Foto's: Afgelopen december poseerde Bob Dylan in zijn huis in Malibu voor fotograaf Hedi Slimane, zie hier. Voor de shoot droeg Dylan kleding uit de lijn van Celine Homme. Betekent dit een nieuwe carrière als fotomodel voor de 81-jarige muzikant?

Riemer Boekhandels viert voor het zoveelste jaar op rij Bob Dylans verjaardag met een lezing. Het aantal plaatsen is beperkt, zie hier.

Dylan kort #3735

Platenzaak Evelyn Novacek in Hoogezand liet aan abonnees via de nieuwsbrief weten dat kopers van Bob Dylans Fragments daar een passende totebag bij krijgen, zolang de voorraad strekt. Zie foto. [met dank aan Hans] Voor de website van de platenzaak Evelyn Novacek, zie hier. Zijn er meer platenzaken in Nederland die zo'n totebag weggaven bij Fragments? Ik hoor het graag.

Tournee: Bob Dylan zal in de zomer - zoals het zich nu laat aanzien - wederom door Europa touren. Volgens de Spaanse website Ideals zal hij op 13 juni een optreden verzorgen tijdens de 72ste editie van het festival Internacional de Música y Danza de Granada. Volgens de website maakt dit optreden deel uit van een Spaanse tournee. Zie hier. [met dank aan google translate ;-)]

Ubel Zuiderveld verzorgde een paar dagen geleden een lezing over Bob Dylan in Winterswijk. Had ik dit eerder gezien, had ik er op tijd melding van gemaakt. Ubel Zuiderveld werkt ook aan een boek over Bob Dylan dat in 2024 moet verschijnen. Zie hier. In het verleden zijn er een aantal Dylanterieën van Ubel Zuiderveld op de weblog Bob Dylan in (het) Nederland(s) gepubliceerd, zie hier.

Cheech & Chong: Cheech & Chong's Wedding Album bevat de 20 seconden durende track 'Testimonial By R. Zimmerman' (op het label van de elpee wordt de titel gegeven als 'Testimonial By Irv Zimmerman')  Een keer raden wie deze R. Zimmerman is. Luister hier. (Of dit grappig is of te ver gaat, moet ieder uiteraard voor zichzelf bepalen.)

Beat Scene #106 wordt nu gedrukt. In dit tijdschrift staat een stuk over Bob Dylan, als het goed is gaat het om mijn stuk over Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti dat eerder in The Bridge werd gepubliceerd. Meer informatie over dit tijdschrift op de website. Mocht je dit tijdschrift aan willen schaffen, dan kun je het beste even een mailtje sturen naar kevbeatscene[at]gmail.com.