yowza yowza



Omdat ik te onrustig ben om te zwijgen, maar alleen nog wil schrijven in mijn tempo, is er yowza yowza. Muziek, tekst, soms wat Dylan & de rest. Niet de actualiteit, maar mijn zin dicteert wat en wanneer er geschreven wordt. Low key, big fun, dat is yowza yowza nu en dat moet yowza yowza blijven.


Tom W.

klaar

Op de dag dat ik dit schrijf wordt er in huize Dylan taart gegeten. Ik had geen slechter moment kunnen kiezen, maar het langer voor mij uitschuiven heeft geen zin: Ik stop per direct met deze weblog. 

Er zijn meerdere redenen voor mijn besluit, de voornaamste is dat ik niet meer in staat ben kwaliteit te leveren.

Hoewel mijn besluit nu definitief voelt, ken ik mezelf ook goed genoeg om nooit nooit te zeggen.

Dank aan alle lezers en leveraars van bijdragen. We spreken elkaar ongetwijfeld nog wel eens, online of in de echte wereld.

Tom W.

Dylan kort #3828

Johnny Cash: Eind juni verschijnt het album Songwriter van Johnny Cash met niet eerder uitgebrachte opnamen uit 1993 op elpee en cd. Er verschijnt ook een cd-versie met een extra cd. De twaalfde en laatste track op deze bonus-cd is 'Wanted Man', geen idee of het hier gaat om een niet eerder uitgebrachte opname, of om een reeds bekende versie.

Daniel Kramer, de man die onder andere de foto's voor de hoezen van Bringing It All Back Home & Highway 61 Revisited schoot, is op 91-jarige leeftijd overleden, zie hier.

Hugo stuurt ansichtkaarten naar muzikanten, waaronder Bob Dylan, zie hier. Zijn blog vind je hier.

Hot Press over een vroeg schilderij van Bob Dylan, zie hier. [met dank aan Peter]

Dagblad van het Noorden over de Dylan-lezing van Hans Loeve, zie hier (betaalmuur).

Dagblad van het Noorden (4 mei) schrijft in de rubriek 'bijzondere overnachtingen' over Hotel De Wereld in Wageningen (hoe kan het ook anders op 4 mei). Bij het artikel een foto van de Dylan-kamer in dit hotel. Zie hier. [met dank aan Hans]

Don Was - al jaren the big boss van jazzlabel Blue Note & producer van één Dylan-album - in de Volkskrant, zie hier. Een soortgelijk (maar korter) stuk in Mania #407 (8 mei).

Peter Dröge - De Tawl: het hoofdstuk 'Paterson' in dit boek over de geschiedenis van het Nederlands in het noordoosten van America wordt vooraf gegaan door een citaat uit Dylans 'Hurricane'. [met dank aan Henk] Zie ook hier.

Back To Dylan: 17 mei, Maastricht, zie hier.

Dylan maakt Reuring (11 mei): kort verslag / voorgelezen teksten, zie hier.

Scheurkalender De Sprekende Ezels blad van 6 mei 2024 bevat het gedicht 'Ode aan het Monktoilet (06-05-2020)' van Uschi Cop. In het tweede couplet de regels:

"I try my best, to be just who I am"
Vingers voelen de voegen van de tegels
en je hoofd wordt warm. 

Je zou bijna denken dat de dichter naar Dylans 'Maggie's Farm' heeft geluisterd:

Well, I try my best
To be just like I am
But everybody wants you
To be just like them

maar niks is zeker. 

Ted Berrigan & John Cage: In 1966 publiceerde Ted Berrigan in tijdschrift Mother een interview met John Cage. Niet veel later won Berrigan een prijs van $1000,- voor dit interview. Opmerkelijk omdat Berrigan - aldus zoon Anselm Berrigan in de inleiding in het boek Get The Money! van Ted Berrigan - Cage nooit interviewde, maar Cage's zogenaamde antwoorden bij elkaar schraapte door citaten te nemen uit interviews met onder andere Andy Warhol, John Cage zelf en... Bob Dylan. Het bewuste 'interview' is ook opgenomen in Get The Money!, ik heb niet kunnen achterhalen welke ten onrechte aan Cage toegeschreven antwoorden eigenlijk van Bob Dylan zijn. Overigens komt Bob Dylan een aantal malen voorbij in Get The Money!. Goed boek (maar koop het niet wanneer je het alleen voor de Dylan-stukjes wilt.)

[Get The Money! - samen met acht andere boeken - net toegevoegd aan het regent bob dylan]

What Good Am I?

Je heb van die songs die tijdens de eerste pak 'm beet honderd keer draaien van een album verdwijnen in het geheel, om pas daarna de kop boven het maaiveld uit te steken, zoals bijvoorbeeld 'Outlaw Blues' op Bringing It All Back Home, 'You Angel You' op Planet Waves en 'What Good Am I?' op Oh Mercy.

Gisteren zo rond tien over half vier in de middag beet die laatste song zich als een schuimbekkende pitbull in de wanden van mijn bewustzijn om vervolgens niet meer los te laten. Nu, een dag later, schuif ik Oh Mercy in de cd-speler, programmeer track 7 en speel 'What Good Am I?' een keer of twintig, dertig achter elkaar. 

'What Good Am I?' is ogenschijnlijk een vrij simpele song: een serie vragen, de een nog banaler dan de ander. Soms zo voor de hand liggend dat zelfs Fantastic Fours The Thing - meer spier- dan denkkracht - zo'n vraag wel eens over zijn stenen lippen laat rollen. Maar schijn bedriegt. Door bijna niks te zeggen, zeggen de vragen in 'What Good Am I?' juist heel veel. Dat wat gesuggereerd wordt, daarin schuilt de kracht van de tekst. 

Aan het einde van een relatie bevraagt de 'ik' in 'What Good Am?' zichzelf over zijn fouten, zijn aandeel in het stuklopen van de relatie. Zoiets, luister maar:

What good am I if I’m like all the rest
If I just turn away, when I see how you’re dressed
If I shut myself off so I can’t hear you cry
What good am I?

Wat de song sterk maakt, is dat er geen antwoorden op de vragen komen. Geen verwijten of slaande deuren of verwensingen. Dat is ook niet nodig, want zoals zo vaak bij een vraag, zit in de vragen in 'What Good Am I?' het antwoord al besloten. Lees nog maar eens bovenstaande regels, het is overduidelijk waarom de 'ik' twijfelt aan zijn capaciteiten als medemens, als partner in een relatie.

En toch.

En toch, hoe goed die tekst ook is, op papier komen die woorden niet echt tot hun recht. De muziek, de zang geeft - zoals zo vaak binnen Dylans oeuvre - de genadeklap. 

Wanneer ik Oh Mercy niet opzet & 'What Good Am I?' in mijn hoofd draai, zou ik zeggen dat de song draait op de basgitaar. De liner notes van Oh Mercy geven echter een basloos bandje voor 'What Good Am I?':

Bob Dylan - vocal, guitar, piano
Daniel Lanois - dobro
Malcolm Burn - mercy keys

Oké, hoe klinkt ook al weer een dobro? Waar is de bas? En wat the fuck zijn 'mercy keys'? Die laatste is natuurlijk geen instrument, zou het een knipoog-naam zijn voor de basgitaar die Malcolm Burn speelt op deze song? Voor 'What Was It You Wanted' krijgt Burn in de liner notes van Oh Mercy wel credits als basgitarist. Waarom niet voor 'What Good Am I?' want dat er een basgitaar te horen is in deze song, is overduidelijk.

Dylans gitaar, Lanois' dobro en - wat verder op de achtergrond - Dylans piano laten zich prima thuisbrengen wie de moeite neemt om Oh Mercy op te zetten om naar 'What Good Am I?' te luisteren.

Zou Dylan tijdens die opname steeds switchen tussen gitaar en piano? Dat denk ik niet, door simpelweg te luisteren denk ik dat het anders is gegaan. Ik denk dat Dylan eerst zijn piano speelde waarna zijn gitaar & stem, Lanois' dobro en de bas met een overdub aan de opname werden toegevoegd. Dat is dat denk komt door één moment in 'What Good Am I?', misschien wel het mooiste moment in die song. Zo rond 1 minuut 50 seconden zingt Dylan:

And I hear in my head what you say in your sleep

Het gaat me om het tweede deel van die zin, om 'what you say in your sleep', om het enige moment in 'What Good Am I?' waarin twee stemmen te horen zijn, heel eventjes maar, in het tweede deel van die ene zin dus. Het is niet Daniel Lanois of Malcolm Burn die het niet meer houdt en die paar woorden meezingt, als mijn oren me niet bedriegen, het is Bob Dylan zelf. Voor even, zes woorden lang, gaat Dylans stem een duet aan met zichzelf, een beetje zoals 'The Boxer' op Self Portrait, maar dan anders. Bij 'The Boxer' was het opzet, een knipoog, bij die paar woorden in 'What Good Am I?' lijkt de tweede zanger - Dylan - het haast niet meer te houden, op knappen te staan, door de song gegrepen, overmand haast, waardoor hij gedachteloos die halve zin er uit gooit. 

'What Good Am I?' rammelt aan alle kanten. De muziek rammelt, lijkt af en toe te bestaan uit niet meer dan toevallig tegen elkaar aanbotsende klanken. De tekst is niet meer dan een serie onbeantwoorde vragen, de zanger moet hier en daar net buiten zijn bereik de noten grijpen & de productie is ook prut: wat diende als een guide track lekt door in de uiteindelijke opname. Maar wie vier keer net niet (muziek, tekst, zang, productie) bij elkaar optelt komt uit op raak, zo leert 'What Good Am I?'

Goddank voor Dylans verborgen songs als 'Outlaw Blues', 'You Angel You' en 'What Good Am I?' - om nog maar te zwijgen over de nog niet teruggevonden songs. Het zijn deze songs die zo ineens, vaak ogenschijnlijk zonder reden, in de periferie van de gedachtewereld kunnen opduiken om zich daar te nestelen als een aangenaam kloppende aanwezigheid.


newsflash!

Ik loop achter & ergens in de komende dagen volgt een inhaalslag, als ik de tijd vind. Voor nu twee tijdgevoelige zaken, beide in verband met de aanstaande 83ste verjaardag van Bob Dylan.

Reuring maakt Dylan, 11 mei in Alkmaar met dichters & muzikanten die Dylan eren, zie hier.

Boekhandel Riemer organiseert wederom lezingen over Bob Dylan door Hans Loeve, 21 mei in Amersfoort, zie hier & 24 mei in Groningen, zie hier



Dylan kort #3827

Renaldo And Clara in Nederland: in Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 staat (blz. 190): 'Een paar maanden later is de film ook in Amsterdam te zien. Op dinsdag 12 en woensdag 13 juni is Renaldo And Clara te zien in De Kosmos aan de Prins Hendrikkade en op donderdag 14 juni in De Melkweg aan de Lijnbaansgracht. Niet lang na de aankondiging van de drie vertoningen van Renaldo And Clara, wordt besloten om nog een vierde vertoning toe te voegen. Die vierde vertoning vindt plaats om 1 uur ’s middags op donderdag 14 juni. [...] Tijdens een van de twee vertoningen in De Kosmos is de Engelse muzikant Joe Jackson aanwezig.'

Het boek Paradiso Poster 1968 - 2008 geeft een kleine aanvulling: in dit boek staat (blz. 52) een poster afgebeeld waarop een concert van Joe Jackson op 17 juni 1979 wordt aangekondigd. Zie daar de reden voor Jacksons bezoek aan Nederland.

Lezing: op 28 mei geeft Luc Devoldere een lezing over leven en werk van Bob Dylan in Moorsele. Voor meer informatie, zie hier. [met dank aan Klaas]

Onlangs verscheen het boek Zwerven langs de limes van diezelfde Luc Devoldere. Volgens Vincent Hunink in zijn recensie van dit boek in de Volkskrant (20 april) komt Bob Dylan in dit boek voorbij. [met dank aan Klaas]

Douwe Bob: Dat Douwe Bob een Dylantekst op zijn onderarm heeft staan, is niet nieuw. Dat deze tekst een schrijffout bevat, is ook niet nieuw. In 'Dylan kort 3770' citeerde ik Schiffmacher: 'Ik heb zelf een tekst van Bob Dylan op Douwe Bob gezet. Zat er een spelfoutje in. De ontbrekende letter hebben we er met een v’tje boven gezet. Hij had zelf de verkeerde tekst meegenomen en moest erom lachen. Dat was mazzel.'

In Schiffmacher's Legacy (NPO 3, 23 april 2024) kwam die tatoeage weer voorbij, maar dit keer is het verhaal - zo begrijp ik van TV-kijker Hans - dat de schrijffout veroorzaakt werd door Schiffmachers dyslexie. [met dank aan Hans]


De Volkskrant 26 april 2024 [met dank aan Hans]:


Een ietwat afwijkende versie van deze recensie staat online, zie hier.

How Many Roads; Bob Dylan and his changing times 1961 - 1964 is de titel van de nieuwe tentoonstelling (vanaf 24 mei) in het Bob Dylan Center in Tulsa. Zie ook hier. Dat roept het vermoeden op dat het volgende deel van The Bootleg Series de al vaak over gesproken aflevering zal zijn over Dylans vroege dagen, werktitel: The Villager. 

Ook aardig: een minidocumentaire over 'Blowin' In The Wind' van het Bob Dylan Center, zie hier.

Uncut 326 (juni) bevat een beetje Dylan in vier artikelen:

1. een interview met Mark Knopfler (kort over invloed van BD);

2. een stuk n.a.v. het nieuwe album van T-Bone Burnett, met kort iets over Rolling Thunder Revue & Burnetts nieuwe audioformaat waarvoor Dylan een aantal songs had opgenomen;

3. een recensie van het door Pete Seeger & David Bernz geschreven Chopping Wood; Thoughts & Stories Of A Legendary American Folksinger (Newport 1965, bijl & Seegers herinnering dat het net anders was);

4. Bill Janovitz (Buffalo Tom) kort over Highway 61 Revisited.

Maarten Giltay Veth - Subterranean Homesick Blues

Maarten Giltay Veth - inmiddels verantwoordelijk voor een flink aantal schitterende Dylan-publicaties - heeft voor zijn nieuwste publicatie de tekst van 'Subteranean Homesick Blues' op zijn geheel eigen wijze onder handen genomen & wederom bewijst Giltay Veth dat beeld, dat de visuele ervaring van de tekst - mits juist gepresenteerd - de oren kan openen.

Het lijkt zo simpel & overbodig: een songtekst in stukjes knippen, over een groot aantal bladzijden verdelen, inbinden en als boek verkopen. Wie de songtekst van 'Subterranean Homesick Blues' wil lezen, kan toch ook zijn of haar exemplaar van Lyrics uit de kast pakken, zal de scepticus denken. Natuurlijk is dat waar, het is ook niet de songtekst an sich wat Giltay Veths nieuwste boek zo aantrekkelijk maakt, het is wat hij met die tekst heeft gedaan waardoor ik iedere Dylanliefhebber op het hart wil drukken geen moment te aarzelen en gelijk Subterranean Homesick Blues aan te schaffen voor het te laat is (oplage: 40 exemplaren).

Er is geen Dylansong die zo op slogan-achtige frasen leunt als 'Subterranean Homesick Blues'. Bijna spreekwoordelijk zijn inmiddels 

Don’t follow leaders / Watch the parkin’ meters

en:

The pump don’t work / ’Cause the vandals took the handles

geworden. Door kleur en vooral lettertype en lettergrote weet Maarten Giltay Veth niet alleen het slogan-achtige in die songtekst te benadrukken, maar vooral de ogen te openen voor de delen - voor die losse zinsneden - in het grotere geheel. Neem bijvoorbeeld 'Walk on your tiptoes / Don’t try “No-Doz”'. 

Door 'tiptoes' in een ander lettertype te zetten dan het voorgaande 'Walk on your' valt het belang van het woord 'tiptoes' in die zin op. Hetzelfde deed Giltay Veth in het tweede deel: door 'No-Doz' in een ander - groter - lettertype te zetten dan het voorgaande 'Don't try' wordt duidelijk dat wat belangrijk is in dat korte zinnetje. Doordat de woorden 'tiptoes' en 'No-Doz' een afwijkend lettertype hebben gekregen, valt ineens op wat een opmerkelijk rijm dit is, iets wat je mogelijk, tijdens die honderden keren luidkees meezingen met 'Subterranean Homesick Blues' nog niet was opgevallen. En hoe vaak heb je je tijdens dat zingen afgevraagd wat 'No-Doz' eigenlijk is? Door de manier waarop Giltay Veth de woorden in Subterrnanean Homesick Blues op de pagina heeft gezet, valt het ineens op: 'No-Doz', en komt vanzelf de vraag naar wat dat dan is. (No-Doz zijn cafeïnepillen om wakker te blijven.)

Dit is slechts één voorbeeld van hoe de wijze waarop een tekst gezet is kan bijdragen aan een beter begrip en / of waardering voor een tekst. Bladzijde na bladzijde opent Maarten Giltay Veth opnieuw mijn ogen voor de schoonheid van Dylans 'Subterranean Homesick Blues'. Iedere bladzijde opnieuw is het een herontdekken waarom Dylans woorden zo groots zijn, daarin schuilt de kracht van het drukwerk. Maarten Giltay Veths Subterranean Homesick Blues laat mij naar Dylans gelijknamige song luisteren alsof ik het voor het eerst hoor. 

Voor meer voorbeelden van pagina's uit Subterranean Homesick Blues verwijs ik graag naar de website Vethgedrukt. Niet alleen staan daar meer voorbeelden van pagina's uit Subterranean Homesick Blues, ook geeft die site informatie over de gebruikte technieken en middelen.

Het staat eigenlijk al wel vast dat Subterranean Homesick Blues het best verzorgde Dylan-boek van 2024 is. Onderstaand nog een foto van het opengeslagen boek om een indruk te geven van de schoonheid van het drukwerk en het papier waarop de tekst gedrukt is.

Tot slot: Subterranean Homesick Blues kost €25,-. Voor aanschaf van dit kunstwerk-in-boekvorm kun je het beste rechtstreeks contact opnemen met Maarten Giltay Veth, zie hier. Wees er snel bij, de oplage is beperkt. 



Dylan kort #3826

Dylan maakt Reuring: 11 mei in Alkmaar, zie hier.

De Groene Amsterdammer nr. 16 (2024) heeft een stuk van Philip Huff over het boek Dylan en wij zonder Amerika van Wouter van Oorschot, zie hier (achter betaalmuur). Huff is vrij negatief over het boek zonder dat hij (mij) overtuigt waarom. [met dank aan Tjeerd e n Peter]

De Volkskrant 17 april, in de rubriek And Venus was her name schrijven Paul Onkenhout en John Schoorl over 'Jodie' van de Belgische punkband The Scabs: 'Van navolgers van punkband The Clash ontwikkelde de band zich tot een energiek kwartet dat zich oplaadde aan Lou Reed, Bob Dylan en Neil Young en met zanger Guy Swinnen en gitarist Willy Willy (Willy Lambregt) als fundament heel België platspeelde.' [met dank aan Hans] Zie ook hier (betaalmuur) De naam Guy Swinnen laat een belletje rinkelen, maar ik kan niet plaatsen waar ik die naam van ken. Een zoektocht naar 'Guy Swinnen Bob Dylan' met Google levert wel het een en ander op, een selectie: 

Het favoriete Dylan-nummer van Swinnen, zie hier.

The Scabs spelen 'Like A Rolling Stone', zie hier.

Dylan @80 tribute, met o.a. Swinnen, zie hier.

De Volkskrant 18 april: Rob van Scheers schrijft over muzikale filmbiografieën. Daarin kort aandacht voor A Complete Unknown en I'm Not There, zie hier. [met dank aan Hans]

De Volkskrant 19 april: Aaf Brandt Corstius schrijft over de Netflix docu over USA For Africa's 'We Are The World': 'Zelfs de [...] contactgestoorde Bob Dylan was erbij, moeilijk kijkend vanuit een groot leren jack.' [met dank aan Hans]

Record Collector 557, mei 2024: In dit blad schrijft Bruce Hornsby over de opnamesessie voor 'T.V. Talkin' Song' van Under The Red Sky (1990): 'A classic example of the spontaneity that can happen on a Dylan record. We'd recorded "Born In Time" then, after a break, Kenny Aronoff started playing a beat. Me, Robben Ford and Randy Jackson were jamming on it when Bob walks in, with a bunch of lyrics. He spread them out on the table, listens to us for a minute, looks around at the lyrics, picks one up and starts singing: "One time in London I'd gone out for a walk..." He did it straight away, from top to bottom, and that was it, that's "T.V. Talkin' Song". '

Ik heb in het verleden meerdere malen beweerd dat 'T.V. Talkin' Song' Dylans beste zangpartij van de jaren negentig bevat (waarbij aangetekend moet worden dat ik de outtake nog net een stukje sterker vind dan de versie op Under The Red Sky, maar het scheelt niet veel). Door wat Hornsby zegt in Record Collector wordt dat voor mij ineens nog logischer.

Het einde van de Kuip als poptempel, zie hier. Voor meer over het allereerste concert in de Kuip: Bob Dylan op 23 juni 1978, zie Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984. Ik wijs er nog maar eens op: dat boek is flink in prijs verlaagd, zie hier (of de lokale boekhandel of enig andere webwinkel). Zie ook hier.

Stef Kamil Carlens over bijna-ontmoeting met Bob Dylan, zie hier (betaalmuur).

Dylan kort #3825


Dylan maakt Reuring
:
Onder die titel staat Reuring - een samenscholing van dichters & toehoorders - op 11 mei aanstaande in het teken van Bob Dylan. Iedereen is welkom op 11 mei tussen 15:00 en 17:30 uur in De Alkenaer in Alkmaar.

Hanny Michaelis: In het net verschenen boek Vastgenageld aan de rand van het niets van Nop Maas vertelt dichteres Hanny Michaelis (kort) over haar liefde voor de muziek van Bob Dylan. David van het Reve, zoon van Karel en neef van Gerard van het Reve - de ex-man van Michaelis - liet de dichteres kennismaken met de muziek van Dylan. In de bundel Wegdraven naar een nieuw Utopia van Michaelis, staat het gedicht 'Vijf uur zaterdagmiddag' waarin Bob Dylan voorbij komt. Vastgenageld aan de rand van het niets is hier te koop. [met dank aan Tjeerd en Fokke]

Mojo #367 (juni 2024) bevat 3 minimale stukjes die interessant kunnen zijn voor de Dylanliefhebber:

1. In de Mojo playlist staat een recente concertopname van 'When I Paint My Masterpiece' van YouTube op nummer twee;

2. In een recensie van het door Pete Seeger & David Bernz geschreven Chopping Wood; Thoughts & Stories Of A Legendary American Folksinger komt Dylan kort (Newport '65) voorbij;

3. Deze Mojo bevat een recensie van het album Dylan's Lost Songs vol. 1 van The Flowers Of Indulgence, Zie ook 'Dylan kort #3820'.

Criterion brengt in juli Pat Garrett & Billy The Kid in twee edities (4 disc 4K + Blue Ray & 2 disc Blue Ray) opnieuw uit. Zie hier. Eerder bracht Criterion regiocode-vrije edities van Dont Look Back en Rolling Thunder Revue; A Bob Dylan Story op de markt. Beiden niet voor de Nederlandse markt bestemd - en dus geen Nederlandse ondertiteling & moeilijk verkrijgbaar - maar beiden - mede door de extra's - de moeite van aanschaf meer dan waard. 

Jim Carroll & Bob Dylan

Het is niet altijd eenvoudig om achteraf vast te stellen wanneer een bepaalde schrijver op je netvlies terecht is gekomen. Neem Jim Carroll (1949 – 2009), er moet een door reden gevoed moment geweest zijn waarop ik het wereld wijde web afzocht naar een betaalbaar exemplaar van zijn boek The Basketball Diaries (1978), maar wanneer dat geweest is, ik kan het je niet vertellen. Het waarom laat zich makkelijker raden, al kan ik ook daarover geen 100% garantie over de juistheid geven. Het zal ongetwijfeld iets te maken hebben met de foto van Jim Carroll & William Burroughs die ik ooit ergens tegenkwam. Dan moet er ook nog iets met Patti Smith & Jim Carroll zijn. En ongetwijfeld ben ik de naam van Carroll wel eens tegengekomen in Beat Generation-publicaties zoals Beat Scene. Uiteindelijk doet het er ook niet zo veel toe waar & wanneer of waarom ik ooit The Basketball Diaries las, het gaat er om dat ik het las. 

En ik las het, dat is zeker. Een pijnlijk schitterend boek dat het verhaal vertelt van de teloorgang van een basketbal-belofte tot junkie in dagboekaantekeningen gemaakt tussen najaar 1963 en de zomer van 1966.

Sinds een maand of vijf, zes knabbelt aan het stukje hersenen dat voor rust, reinheid & regelmaat zorgt de behoefte om de verfilming van Carrolls boek te zien. Het door Scott Kalvert geregisseerde The Basketball Diaries met Leonardo DiCaprio in de hoofdrol verscheen in 1995. Wanneer ik een film wil zien, struin ik het dvd-aanbod van kringloopwinkels af & eigenlijk altijd vind ik vroeg of laat de gezochte film. Maar The Basketball Diaries bleek de spreekwoordelijke uitzondering op de regel te zijn. Geen van de bezochte kringloopwinkels bood de film aan & dus verbreedde ik mijn zoekgebied naar het internet waar ik een voor de Duitse markt bestemde versie vond: In den Strassen von New York heet die film dan ineens. 

Goede film. Twee dingen vallen gelijk op: Jim Carroll zelf heeft een klein rolletje in de film en Bob Dylan is in geen velden of wegen te bekennen in Kalverts verfilming van The Basketball Diaries en dat is vreemd. In het boek waar de film op gebaseerd is, komt de singer-songwriter een aantal malen voorbij – vier keer om precies te zijn. Het is de zomer van 1964 – Carroll is veertien, bijna vijftien jaar oud – wanneer hij in zijn dagboek schrijft: ‘I spent most of the time [in de kroeg Foster’s] just drinking beer in the corner and listening to Dylan on the jukebox.’  De keuzemogelijkheden moeten beperkt zijn geweest. In de zomer van 1964 waren in het Amerika van Jim Carroll slechts twee Dylan-singles verschenen: ‘Mixed Up Confusion’ c/w ‘Corinna, Corrina’ en  ‘Blowin’ In The Wind’ c/w ‘Don’t Think Twice, It’s All Right’. 

In een notitie van eind 1964 noemt Carroll Bob Dylan nogmaals zijdelings. De eerste volgende keer dat Dylan te vinden is in The Basketball Diaries is in een notitie van begin 1966, Carroll meldt dat iets van Dylan op de radio gedraaid wordt, maar wat, laat hij in het midden: ‘Bob Dylan he’s in the radio. He glows in the dark’. Meest waarschijnlijke kandidaten is de single ‘Can You Please Crawl Out Your Window?’ dat in januari 1966 op single verscheen, of de single van een maand later: ‘One Of Us Must Know (Sooner Or Later)’. 

De laatste keer dat Dylan te vinden is in The Basketball Diaries is in een notitie van voorjaar 1966 & wederom noemt Carroll Dylans naam, maar geen song- of albumtitel.

Negen jaar na The Basketball Diaries publiceerde Jim Carroll een tweede boek met dagboekaantekeningen: Forced Entries; The Downtown Diaries: 1971 – 1973. Het meest interessante hoofdstuk voor de Dylanliefhebber in dit boek is het vermakelijke ‘Dylan and the KGB’. Hierin beschrijft Carroll een bezoek aan een lezing van de Russische dichter Andrei Voznesensky in Town Hall, New York in april 1972. Carroll beschrijft hoe dichteres Anne Waldman hem overhaalt naar de lezing te gaan & een kaartje voor hem koopt. Waldman haakt op het laatste moment af waardoor Carroll alleen Town Hall bezoekt. Daar wordt Carroll opgewacht door ‘[Allen] Ginsberg, Peter O. [Orlovsky], Ed Sanders [bekend van The Fugs] and “some other couple”’ , naast wie Carroll komt te zitten. Dat andere koppel zijn Bob en Sara Dylan. 

Nu ik dit weer lees in Forced Entries, weet ik dat ik eerder over die Voznesensky-lezing heb geschreven, in Dylan & de Beats (2018, blz. 192 e.v.). Jim Carroll komt niet voorbij in Dylan & de Beats, mijn fout.