Jim Carroll & Bob Dylan

Het is niet altijd eenvoudig om achteraf vast te stellen wanneer een bepaalde schrijver op je netvlies terecht is gekomen. Neem Jim Carroll (1949 – 2009), er moet een door reden gevoed moment geweest zijn waarop ik het wereld wijde web afzocht naar een betaalbaar exemplaar van zijn boek The Basketball Diaries (1978), maar wanneer dat geweest is, ik kan het je niet vertellen. Het waarom laat zich makkelijker raden, al kan ik ook daarover geen 100% garantie over de juistheid geven. Het zal ongetwijfeld iets te maken hebben met de foto van Jim Carroll & William Burroughs die ik ooit ergens tegenkwam. Dan moet er ook nog iets met Patti Smith & Jim Carroll zijn. En ongetwijfeld ben ik de naam van Carroll wel eens tegengekomen in Beat Generation-publicaties zoals Beat Scene. Uiteindelijk doet het er ook niet zo veel toe waar & wanneer of waarom ik ooit The Basketball Diaries las, het gaat er om dat ik het las. 

En ik las het, dat is zeker. Een pijnlijk schitterend boek dat het verhaal vertelt van de teloorgang van een basketbal-belofte tot junkie in dagboekaantekeningen gemaakt tussen najaar 1963 en de zomer van 1966.

Sinds een maand of vijf, zes knabbelt aan het stukje hersenen dat voor rust, reinheid & regelmaat zorgt de behoefte om de verfilming van Carrolls boek te zien. Het door Scott Kalvert geregisseerde The Basketball Diaries met Leonardo DiCaprio in de hoofdrol verscheen in 1995. Wanneer ik een film wil zien, struin ik het dvd-aanbod van kringloopwinkels af & eigenlijk altijd vind ik vroeg of laat de gezochte film. Maar The Basketball Diaries bleek de spreekwoordelijke uitzondering op de regel te zijn. Geen van de bezochte kringloopwinkels bood de film aan & dus verbreedde ik mijn zoekgebied naar het internet waar ik een voor de Duitse markt bestemde versie vond: In den Strassen von New York heet die film dan ineens. 

Goede film. Twee dingen vallen gelijk op: Jim Carroll zelf heeft een klein rolletje in de film en Bob Dylan is in geen velden of wegen te bekennen in Kalverts verfilming van The Basketball Diaries en dat is vreemd. In het boek waar de film op gebaseerd is, komt de singer-songwriter een aantal malen voorbij – vier keer om precies te zijn. Het is de zomer van 1964 – Carroll is veertien, bijna vijftien jaar oud – wanneer hij in zijn dagboek schrijft: ‘I spent most of the time [in de kroeg Foster’s] just drinking beer in the corner and listening to Dylan on the jukebox.’  De keuzemogelijkheden moeten beperkt zijn geweest. In de zomer van 1964 waren in het Amerika van Jim Carroll slechts twee Dylan-singles verschenen: ‘Mixed Up Confusion’ c/w ‘Corinna, Corrina’ en  ‘Blowin’ In The Wind’ c/w ‘Don’t Think Twice, It’s All Right’. 

In een notitie van eind 1964 noemt Carroll Bob Dylan nogmaals zijdelings. De eerste volgende keer dat Dylan te vinden is in The Basketball Diaries is in een notitie van begin 1966, Carroll meldt dat iets van Dylan op de radio gedraaid wordt, maar wat, laat hij in het midden: ‘Bob Dylan he’s in the radio. He glows in the dark’. Meest waarschijnlijke kandidaten is de single ‘Can You Please Crawl Out Your Window?’ dat in januari 1966 op single verscheen, of de single van een maand later: ‘One Of Us Must Know (Sooner Or Later)’. 

De laatste keer dat Dylan te vinden is in The Basketball Diaries is in een notitie van voorjaar 1966 & wederom noemt Carroll Dylans naam, maar geen song- of albumtitel.

Negen jaar na The Basketball Diaries publiceerde Jim Carroll een tweede boek met dagboekaantekeningen: Forced Entries; The Downtown Diaries: 1971 – 1973. Het meest interessante hoofdstuk voor de Dylanliefhebber in dit boek is het vermakelijke ‘Dylan and the KGB’. Hierin beschrijft Carroll een bezoek aan een lezing van de Russische dichter Andrei Voznesensky in Town Hall, New York in april 1972. Carroll beschrijft hoe dichteres Anne Waldman hem overhaalt naar de lezing te gaan & een kaartje voor hem koopt. Waldman haakt op het laatste moment af waardoor Carroll alleen Town Hall bezoekt. Daar wordt Carroll opgewacht door ‘[Allen] Ginsberg, Peter O. [Orlovsky], Ed Sanders [bekend van The Fugs] and “some other couple”’ , naast wie Carroll komt te zitten. Dat andere koppel zijn Bob en Sara Dylan. 

Nu ik dit weer lees in Forced Entries, weet ik dat ik eerder over die Voznesensky-lezing heb geschreven, in Dylan & de Beats (2018, blz. 192 e.v.). Jim Carroll komt niet voorbij in Dylan & de Beats, mijn fout.


Geen opmerkingen: