aantekening #8528 (3 covers & een imitator)

De platenafdeling van de gemiddelde kringloopwinkel kent vele koningen: James Last, Mantovani, Ray Conniff, om er drie te noemen. De Italiaanse trompettist Nini Rosso haalt net niet het erepodium, maar zijn ster is stijgende in de ranglijst van muzikale kringloopgrootheden. Rosso (1926 - 1994) was er na het verschijnen van Bob Dylans Self Portrait (1970) snel bij om een van de weinige Dylancomposities op dit album op de plaat te zetten: 'Wigwam', door Rosso voorzien van de nieuwe ondertitel 'Ballata Indiana' (Indiase Ballade). Rosso's versie is een bijna perfecte kopie van Dylans origineel. Wat deze single vooral laat horen, juist doordat het zo op het origineel lijkt, is hoe slecht Dylans 'Wigwam' eigenlijk is.

Een vergeten plaat, stond ergens op zolder. Ik moet 'm al jaren geleden gekocht hebben, ooit verkeerd weggezet en vergeten: Lovin' Sound van het Canadese folkduo Ian & Sylvia. Op dit zevende album van Ian & Sylvia staat hun versie van Dylans 'I Don't Believe You'. Het is niet hun eerste Dylan-cover, op Four Strong Winds (1963) staat 'Tomorrow Is A Long Time', de titelsong van dat album werd dan weer door Dylan opgenomen in 1967 (Basement Tapes).

Lovin' Sound verscheen in 1967 en met dank aan de tijdgeest heeft 'I Don't Believe You' een vleugje Sgt. Pepper meegekregen. Niet onaardig om een keertje te beluisteren.

In 2015 bracht het label Crypt Records de verzamelaar Ho-Dad Hootenanny Too! uit een dubbelelpee vol Garage Rock uit de jaren zestig. Op dit album staat 'Subterranean Homesick Blues' in een versie van The Intruders. Volgens de informatie op de hoes is dit - in tegenstelling tot veel andere songs op Ho-Dad Hootenanny Too! - niet eerder uitgebracht. Er is geen opnamedatum of enige informatie over The Intruders bekend. Een mysterie dit, al kan ik de woorden 'NEEDED t'be heard!' van de samenstellers van Ho-Dad Hootenanny Too! alleen maar onderschrijven. Het rammelt, schudt en intrigeert. Een van de meer interessante Dylan-covers die ik gehoord heb. Vermoedelijk niet lang na het verschijnen van Dylans origineel opgenomen. Toch vreemd dat dit al die jaren op de plank is blijven liggen. Luisteren kan hier.

~ * ~ * ~

De woorden 'The Greenwich Village Poet' op de voorzijde van de hoes zijn de reden dat ik de plaat The Mirror Of My Madness (1978) van Jack Hardy uit de platenbak op de beurs pakte. De liner notes op de achterzijde van de hoes zijn kort, ik neem ze hier helemaal over:

Jack Hardy hasn't forgotten the days when Bob Dylan was an angry, activist poet. Hardy is a singer-songwriter who backs an expressive, smoky baritone with a mellow folk-country sound. His music has a soft introspective quality to it, much like Gordon Lightfoot's, and conveys the feeling of the ballad. Hardy is an unusual talent, one that can be recommended to anyone who has even the slightest interest in folk music. If you haven't gotten over Dylan, this is the album to listen to.

Luisterend naar The Mirror Of My Madness valt op hoe goed Jack Hardy naar Bob Dylan heeft geluisterd, hoe hij poogt in de voetsporen van Dylan te treden door imitatie. Die imitatie is te horen in de melodieën van een groot deel van de songs op The Mirror Of My Madness, maar meer nog in het mondharmonicaspel van Hardy. Daar waar in de jaren zeventig menig opkomend singer-songwriter de grootste moeite had om het stempel 'New Bob Dylan' af te schudden, lijkt Jack Hardy met The Mirror Of My Madness te smeken om dat stempel opgedrukt te krijgen.

~ * ~ * ~

2 opmerkingen:

Pie zei

Tom, ik denk dat Nini Rosso er in het Italiaans een Indiaanse Ballade van wilde maken. Een wigwam is toch zoiets als een indianentent?

tom w zei

Dat is goed mogelijk, inderdaad.
groet,
Tom