Material Wealth

Het door Pat Thomas samengestelde boek Material Wealth; Mining The Personal Archive Of Allen Ginsberg heeft dezelfde opzet als Mixing Up The Medicine: een kijkje in het persoonlijke archief van - in het geval van Material Wealth - dichter Allen Ginsberg. Om nog maar even door te gaan met de vergelijking: Material Wealth heeft een groter formaat dan Mixing Up The Medicine, maar is met 256 bladzijden een stuk dunner dan het Dylan-archiefboek. In tegenstelling tot Mixing Up The Medicine bevat Material Wealth geen essays van een keur aan schrijvers. Een introductie van Anne Waldman en verder een handjevol essays van samensteller Pat Thomas waaronder een inleidend stuk, een uitvoerig stuk over enkele door Ginsberg gemaakte albums - waar ik straks nog op terugkom - en een essay over Chicago 1968 waar de conventie van de Democratische Partij werd 'opgeleukt' door Yippies.

Dit is een blog over Bob Dylan & Material Wealth is zeker geen boek over deze muzikant. Toch verdient dit boek hier aandacht, simpelweg omdat Bob Dylan door zijn vriendschap en samenwerking met Ginsberg een aantal malen in dit boek voorbij komt. Ik zal niet alle Dylan-verwijzing in dit boek hier benoemen, maar pik er wat hoogtepunten uit om het overzichtelijk te houden. 

Allereerst is er een uitvoerig citaat van Bob Dylan over Allen Ginsberg waar het boek mee opent:

Seeing Ginsberg was like going to see the Oracle of Delphi. He didn’t care about material wealth or political power. 

He was his own kind of king, He achieved what any poet could hope to achieve.

'I saw the best minds of my generation destroyed by madness'

Very few poets have done that. Robert Frost, maybe. We still remember those lines today.

Today's poets don't reach into the public consciousness that way.

So it was remarkable that Allen had actually broken through.

Dit ingekorte citaat komt uit de Rolling Thunder Revue-film van Martin Scorsese. Dylans woorden zetten niet alleen Ginsberg op een voetstuk aan het begin van het boek, maar gaven samensteller Pat Thomas ook de titel voor zijn boek.

Zeer interessant voor de Dylanliefhebber is het essay van Pat Thomas over december 1965 & de Vietnam Day Committee protesten waar Bob Dylan naar gevraagd werd tijdens een persconferentie. Thomas schrijft onder andere over het gesprek tussen Bob Dylan en Hells Angel Sonny Barger in aanloop naar de protesten, over Jerry Rubin en Dylans gesprekken met Allen Ginsberg over de protesten waar Dylan uiteindelijk toch niet aan meedeed.

Een paar bladzijden verder staan wat foto's van Allen Ginsberg in Praag uit april en een foto in Londen in juni 1965 rond de poëzielezing in de Royal Albert Hall. De begeleidende tekst gaat onder andere over Ginsbergs bezoek aan Bob Dylan in diens hotel, Dylans concerten in de Royal Albert Hall en de film Dont Look Back. Thomas legt een directe link tussen Dylans concerten in de Royal Albert Hall en de keuze voor deze zaal voor de poëzielezing van 11 juni 1965.

Weer een paar bladzijden verder vindt de lezer een uitvoerige brief van Howard Alk aan Allen Ginsberg (verzonden op 9 juni 1965) over Bob Dylan en de periode dat Dylan, Alk en Ginsberg elkaar regelmatig zagen tijdens Dylans Engelse tour van mei 1965. Hoewel de brief niet veel toevoegt aan wat we al weten over Dylans Engelse tournee van 1965, is het zeker aardig om te lezen.

In het hoofdstuk over de periode 1972 - 1976 is er uiteraard aandacht voor Rolling Thunder Revue, helaas alleen met de overbekende door Elsa Dorfman gemaakte foto van Bob Dylan en Allen Ginsberg, en citaten van Dylan & Ginsberg uit de Rolling Thunder Revue-film. Daarbij staat ook Ginsbergs toegangskaartje van het Dylan-concert van 30 januari 1974 met op de achterzijde het telefoonnummer van Yoko Ono die ook bij dit concert aanwezig was. 

Het boek sluit af met een essay van Pat Thomas over de drie Ginsberg-albums waarvan Thomas nauw betrokken was bij de heruitgave: Met name de vierenhalve pagina over First Blues en de heruitgave The Last Word On First Blues zijn voor de Dylanliefhebber interessant. Het stuk met hier en daar voor mij wat nieuwe informatie over de sessies voor en ontstaansgeschiedenis van First Blues zijn geïllustreerd met niet alleen afbeeldingen van de oorspronkelijke elpee (+ inserts), maar ook foto's van een master tape en een (Dylanloze) foto van de 1971-sessie voor First Blues.

Helemaal achterin Material Wealth zit een 32 pagina's tellend boekje, een facsimile van een dagboek van Ginsberg uit de periode oktober 1974 - januari 1975. Drieënhalve pagina's in dit boek zijn notities van Ginsberg, gemaakt op 22 januari 1975, over Dylans 'Idiot Wind' van Blood On The Tracks. Met inzicht, passie schrijft Ginsberg over de song. Een kort fragment uit die notities:

"... Soldier on the Cross

... Box car door"

With this mastery of his own voice, anything becomes rhyme -- Cross + Door -- the vowels are perfect together -- a reverse rhyme (o is pronounced aw) Raw/awr. Genius free rhyme. He hears the sound, the actual substance of speech, his own, a true guide whereas perfect logical rhyme brain/rain would be too stiff, square, & expectable like repetitious mind.

Het zijn met name deze aantekeningen over 'Idiot Wind' die Material Wealth voor de Dylanliefhebber interessant maakt. Dat is natuurlijk te weinig - ook gezien het prijskaartje van dit boek - om Material Wealth tot een essentieel boek voor iedere Dylanliefhebber te bestempelen, maar de Dylanliefhebber met ook maar een greintje interesse in Allen Ginsberg, de Beat Generation, de sixties, Yippes, etc. etc. doet er verstandig aan dit werkelijk schitterende boek op de verlanglijst te zetten.


Geen opmerkingen: