Om de muziek van de jonge Bob Dylan te begrijpen is het goed om naar zijn invloeden te luisteren. Waar haalde hij zijn inspiratie vandaan, waar vond hij de songs voor zijn debuutalbum? Hoewel hier al veel over geschreven is door onder andere Michael Gray, Derek Barker en Clinton Heylin, valt er nog genoeg te ontdekken. Wanneer hoorde Bob Dylan voor het eerst de muziek van Robert Johnson en waar vond hij Bukka White’s ‘Fixin’ To Die’ voor hij het voor zijn debuutalbum opnamen? Het zijn vragen waar ik in dit stuk een antwoord op hoop te geven.
In zijn autobiografie Chronicles volume 1 (2004, blz.
280) beschrijft Bob Dylan hoe hij op de dag dat hij een platencontract voor Columbia
Records ondertekende twee elpees kreeg van John Hammond, de man die hem dat
contract aanbood. Een plaat van The Delmore Brothers met Wayne Rainey en King
Of The Delta Blues Singers[1] van
Robert Johnson, een muzikant waarvan – aldus Dylan in Chronicles – hij
nog nooit had gehoord, niet zijn naam, niet zijn muziek. Dat King Of The Delta
Blues Singers indruk op de jonge Dylan maakte, blijkt wel uit het feit dat
hij de blues-muzikant specifiek noemt in zijn opdracht in Writings & Drawing
(1973), zijn eerste boek met songteksten. Het exemplaar van King Of The
Delta Blues Singers dat Dylan van John Hammond ontving is een acetate[2],
zo schrijft hij in Chronicles.
Het is een publiek geheim dat de in Chronicles genoemde
feiten met een korreltje zout genomen moeten worden. Dylan-biograaf par
excellence Clinton Heylin toont in The Double Life Of Bob Dylan; Volume 1:
1941 – 1966; A Restless, Hungry Feeling (2021, blz. 4) aan dat het zeer
onwaarschijnlijk is dat Bob Dylan King Of The Delta Blues Singers[3] op
26 oktober 1961 – de dag waarop hij een Columbia-contract onder zijn neus
geschoven kreeg – van John Hammond kreeg. Zes weken voor die datum waarop Bob
Dylan volgens Chronicles de Robert Johnson-plaat in handen geschoven
kreeg, lag King Of The Delta Blues Singers al in de winkel. Dat album
verscheen, aldus Heylin, op 11 september 1961. Heylin is er van overtuigd dat
de jonge Bob Dylan King Of The Delta Blues Singers pas eind december
1961 of begin januari 1962 van John Hammond kreeg, dus na het opnemen van de
songs voor Bob Dylan, zijn debuutalbum dat op 19 maart 1962 verscheen en
op twee dagen in november 1961 onder leiding van John Hammond werd opgenomen. Heylin
overtuigt met zijn bewering in The Double Life Of Bob Dylan dat Bob
Dylan King Of The Delta Blues Singers hoorde na het opnemen van de songs
voor Bob Dylan. En toch denk ik dat de jonge Dylan wel degelijk al voor
het opnemen van Bob Dylan niet alleen de naam van Robert Johnson kende,
maar ook zijn muziek – hoe weinig ook – al had gehoord. Om dat aannemelijk te
maken maak ik even een sprong naar eind 1961.
Op 22 december 1961, een maand naar het opnemen van zijn eerste
album, is Bob Dylan in Minneapolis. In het huis van Bonnie Beecher maakt Tony
Glover een opname van de jonge Bob Dylan. Hij speelt onder andere songs van
Woody Guthrie en songs die hij een maand eerder voor zijn debuut heeft opgenomen.
Traditionals en het schitterde ‘Black Cross’, de op muziek gezette tekst van
Lord Buckley. Van alle songs die hij die tweeëntwintigste december speelde gaat
het mij nu even om de traditional ‘Stealin’, Stealin’’. Volgens Derek Barker in
zijn uitstekende boek The Songs He Didn’t Write; Bob Dylan Under The
Influence (2008, blz. 334) stond de Memphis Jug Bands versie van ‘Stealin’,
Stealin’’ – een opname uit september 1928 – model voor Bob Dylans versie van
deze song. Dylan hoorde de opname van Memphis Jug Band – aldus Barker – op het
door Samuel B. Charters samengestelde album The Country Blues uit 1959.
De jonge Dylan vond dit album in de collectie van zijn vriend “Spider” John Koerner.
Vervolgens klaagt Barker – terecht naar mijn mening – dat er in de Dylanologie
veel aandacht is voor de invloed van de door Harry Smith samengestelde The
Anthology Of American Folk Music (1952) op de jonge Bob Dylan, maar
er weinig oog is voor de invloed van de door Samuel B. Charters samengestelde
albums The Country Blues (1959) en The Rural Blues (1960). The
Rural Blues ken ik niet, The Country Blues wel. De invloed op de
jonge Dylan is overduidelijk.
De eerste opname een ‘Fixin’ To Die’ spelende Bob Dylan
dateert van eind oktober 1961. Bekender is de opname van Bob Dylans concert op 4
november 1961 in Carnegie Chapter Hall, New York waar hij wederom ‘Fixin’ To
Die’ speelde. Dit betekent dat Dylan het door Samuel B. Charters samengestelde
album The Country Blues op z’n laatst in oktober 1961 hoorde, zo’n twee,
drie maanden voor hij – aldus Dylanbiograaf Clinton Heylin – voor het eerst
Robert Johnsons King Of The Delta Blues Singers in handen kreeg. De
voorlaatste song op The Country Blues is ‘Preachin’ Blues’ van Robert
Johnson. De jonge Bob Dylan was dus voor het opnemen van zijn debuutalbum in
ieder geval bekend met één song van de oude blues-meester Robert Johnson.
[1] In Chronicles
geeft Bob Dylan de titel van dit album als King of the Delta Blues.
[2] Een acetate
is een individueel gesneden plaat. Een
acetate wordt – in tegenstelling tot een gewone elpee – niet met een matrijs in
vinyl geperst.
[3] Ook
Heylin vergeet net als Bob Dylan het woord ‘Singers’ in de titel van deze
Robert Johnson-elpee.
3 opmerkingen:
Beste Tom, mooi stuk weer, maar wat ik niet begrijp is waarom de bewering van Clinton steek zou houden. Dat het album van Robert Johnson al voor de opnamen van Dylans debuut in de winkels lag, wat bewijst het? Het spreekt op geen enkele manier tegen wat Dylan beweert over het ontvangen van die elpee uit de hand van Hammond, waarvan ik zelfs vermoed dat die gelijkenissen trok tussen Dylan en Robert Johnson en niet voor niets dit gebaar maakte, vlak nadat Columbia deze uitbracht, dus met verse herinnering aan dat historische gebeuren, mede door hemzelf bewerkstelligd. Heylin is al te gretig om de mystificaties van Dylan te ontmaskeren, vergetend dat de artiest die maakt op grond van hele diepe ervaringen, en in dit geval waarschijnlijk zelfs gewoon een aannemelijke werkelijkheid, hoe de details ook zijn geweest. Ikzelf, als muzikant, hoor in het gitaarspel van Dylan op zijn debuut wel degelijk de invloed, zijn intensiteit daarbij is groter dan daarvoor. Met hartelijke groet, hans altena
1928. Altijd leuk om te luisteren. Er komen nl een aantal later afgeleide bluesnummers in voor.
https://www.youtube.com/watch?v=b8NJ-MIfFHI
Hallo Hans,
InChronicles beweert Dylan dat de Johnson-plaat die hij kreeg een acetate was, dat er nog geen artwork was, al wel een ontwerp, maar meer ook niet. Dat is onwaarschijnlijk, waarom een acetate zonder art work als de plaat al weken in de winkels ligt? De conclusie van Heylin puur op basis van zijn oren dat Dylan Johnsons muziek nog niet kende toen hij Bob Dylan opnam, is - wanneer ik Heylin lees - geloofwaardig, maar aan het eind van mijn stuk moet ik toch concluderen dat het niet (helemaal) kan kloppen: met dank aan Country Blues heeft Dylan wel degelijk Robert Johnson gehoord (en misschien ook al wel King Of The Delta Blues Singers. Wat ik misschien nog expliciet er bij had moeten zetten is: we kunnen denken zeker te zijn van zaken (Dylan kreeg Johnsons King voor opname debuut of: Dylan hoorde Johnsons King pas na opnemen debuut, etc.), maar soms moeten we verder kijken dan we in eerste instantie doen om veel beweringen met een korreltje zout te nemen. Immers: Dylan hoorde Johnson voor opnemen debuut op The Country Blues en mogelijk was dit al voordat hij King Of The Delta Blues Singers hoorde.
Veel belangrijker - voor mij - is dit: op Country Blues vond hij waarschijnlijk 'Fixin' To Die', 'Stealin', Stealin'' en die ene regel voor 'Watcha Gonna Do'.
groet,
Tom
Een reactie posten