aantekening #8668

Op de dag dat de Dylanwereld (terecht) enigszins op z'n kop staat vanwege Bob Dylans gastoptreden tijdens Farm Aid, gisteren (zie voorgaande bericht), werk ik een stapeltje recente kringloopwinkelvondsten weg. Dat stapeltje bestaat uit vier boeken (twee biografieën over Frank Zappa en twee meer algemene muziekboeken) en drie cd's (met elk één Dylancover). De Zappa-biografieën zijn vooral interessant vanwege het verhaal dat Bob Dylan op 22 december 1982 onaangekondigd bij Zappa op de stoep stond omdat hij een producer zocht voor zijn nieuwe album (Infidels). Volgens Neil Slaven in Zappa; Electric Don Quixote speelde Bob Dylan elf nieuwe songs op de piano voor Zappa voor hij hem vroeg of hij de rol van producer op zich wilde nemen.

Ben Watson in Frank Zappa; The Negative Dialectics Of Poodle Play noemt ook 11 op de piano gespeelde songs. Verder schrijft hij dat dit bezoek van Bob Dylan aan Zappa al plaats vond in 1977. Dit klopt natuurlijk niet. Dylan zocht niet - songs al klaar - zes jaar voor het opnemen van Infidels al naar een producer. Nou gaat Watson in zijn boek meer de mist in. Zo is bijvoorbeeld volgens Watson Tom Wilson niet alleen de producer van The Times They Are A-Changin' en Bringing It All Back Home, maar ook van Blonde On Blonde.

Deze twee Zappa-biografen maken geen melding van het verhaal dat Zappa's hond naar Dylan blafte waarop Zappa grapte dat zijn hond niet van Christenen houdt.

Tot slot nog een zin van Ben Watson dat mij bezig blijft houden (blz. 87): 'In late november 1966 the Mothers secured a two-week spell in New York, at the Balloon Farm (a venue rumoured to have been named by Bob Dylan) at 23 St Mark's Place.' 

Ik heb eerder gelezen (en geschreven??) over Bob Dylan en the Balloon Farm, maar waar en wanneer? Tips zijn welkom.

Tot zover de Zappa-biografieën, rest nog de twee andere muziekboeken. Performing Rites van Simon Frith heeft wel wat over Dylan, maar eigenlijk niks noemenswaardigs. Wat Dylan betreft is I Wanna Be Me van Theodore Gracyk interessanter. Twee quotes:

We must never lose sight of the fact that it is possible to hear and appreciate music that does nothing to confirm an individual's personal interests or idealized sense of self. In real life I avoid the self-righteous preaching of evangelical Christians, but Bob Dylan's "born again" shows at San Francisco's Warfield Theater in November 1979 were among the most enthralling slices of rock theater I've witnessed.

The open-ended quality of covers is reinforced by the legal norm that to record and release a song is to permit others to sing and record it. Once a songwriter publishes a song, other musicians have the right to sing and record that song without seeking the composer's permission. Releasing a recording of a song has the same effect. This blanket permission opens the door to futher artistic interpretation. Direct permission is needed only if the cover version involves a significant revision of the basic song. Thus Danny and Dusty (Dan Stuart and Steve Wynn) had to get Bob Dylan's permission to add an extra verse to 'Knockin' On Heaven's Door' for the album The Lost Weekend (1985). No special permission was necessary for Eric Clapton or Guns N' Roses to add a series of guitar solos to their versions of the same song, or for Clapton to recast it as a reggae tune.

Ik kan me alleen maar aansluiten bij wat Gracyk in het eerste citaat schrijft. In tegenstelling tot vele leeghoofden denken: ja, het is mogelijk om met plezier naar Dylans christelijke muziek te luisteren zonder de boodschap te onderschrijven.

Met betrekking tot het tweede citaat: ik moet bekennen nog nooit van The Lost Weekend van Danny & Dusty - of hun cover van 'Knockin' On Heaven's Door' - gehoord te hebben. De song kan hier beluisterd worden. Het derde couplet is het nieuwe, door Danny & Dusty toegevoegde couplet. Grappig genoeg begint dat met een regel uit Dylans 'Billy 4': 'They say that Pat Garrett's got your number'. Als songwriter voor 'Knocking On Heaven's Door' op het label van The Lost Weekend staat alleen Bob Dylan, geen credits dus voor de mannen die een derde couplet toevoegden. Een van de muzikanten op The Lost Weekend is Sid Griffin, dezelfde Sid Griffin die boeken schreef over Dylans Rolling Thunder Revue en Basement Tapes.

Tot zover de boeken, tijd voor de covers.

Op het album Jah Knows Best van Sizzla staat zijn versie van 'Subterranean Homesick Blues'.  Voor zijn versie heeft Sizzla de song enigszins herschreven. De songtekst - inclusief herschrijvingen tussen haakjes - is in het cd-boekje opgenomen. De eerste paar regels zoals ze in dit boekje te vinden zijn:

(As for those) in the basement

(Marijuana's) the medicine

(And those) on the pavement

(Burning down the false) goverment

Even terugdenkend aan het bovenstaande citaat van Theodore Gracyk: zou Sizzla toestemming aan Bob Dylan hebben gevraagd voor het deels herschrijven van 'Subterranean Homesick Blues'? 

Tijdens het 30th Anniversary Concert in oktober 1992 in Madison Square Garden - je weet wel dat concert waarbij artiesten al George Harrison, Neil Young, Tom Petty en Johnny Cash Bob Dylans 30 jarig jubileum als platenmaker vierden met het spelen van een of meerdere Dylansongs - bestond de huisband onder andere uit Booker T. Jones (toetsen), Steve Cropper (gitaar) en Donald 'Duck' Dunn (basgitaar). Twee jaar na dit optreden brachten deze drie muzikanten, samen met drummers Steve Jordan en James Gadson, onder de bandnaam Booker T & The MG's het album That's The Way It Should Be uit. Op dit album staat hun versie van Bob Dylans 'Gotta Serve Somebody', maar ondanks dat het boekje bij That's The Way It Should Be beweert dat zowel Jones, Cropper als Dunn op dit album zingen, is hun versie van 'Gotta Serve Somebody' instrumentaal. Zonder zang blijft de song in de handen van Booker T & The MG's maar slappe hap, helaas.

De derde cover moet ik ooit eerder gehoord hebben, volgens een overzicht dat ik bijhoud, is de song ooit voorbijgekomen voor een aflevering van 'Luister, ik doe je na', maar ik kan het juiste bericht niet meer terugvinden. Ik heb het over 'Let's Keep It Between Us' door Bonnie Raitt. Het is te vinden op haar album Green Light (1982). Een aardige versie, zeker niet groots, maar goed genoeg om van begin tot eind te beluisteren en over een tijdje (2, 3 jaar) nogmaals.

Geen opmerkingen: