dat muntstuk

Woensdagavond, in het boek Hippie Hippie Shake van Richard Neville lees ik een kort verslag van Dylans optreden op het Isle Of Wight op 31 augustus 1969. Tijdens dat optreden speelde hij 'Minstrel Boy'. Een opname van die song verscheen zo'n negen maanden later op Self Portrait.

Dit is het moment, voor je verder leest, om Self Portrait uit de kast te pakken en 'Minstrel Boy' op te zetten. Track 21 van de cd of track 3 op kant 4 van de dubbelelpee. Goed luisteren, tijdens de tweede keer dat Dylan het refrein zingt, gooit iemand uit het publiek een muntstuk op het podium. Een reactie op wat Dylan zingt natuurlijk: 

Who’s gonna throw that minstrel boy a coin?
Who’s gonna let it roll?
Who’s gonna throw that minstrel boy a coin?
Who’s gonna let it down easy to save his soul?

Ik heb eerder over dat muntstuk geschreven, maar mijn geheugen laat me in de steek. Was het in een boek of online? Of misschien in een aantekening die nooit een weg naar publiek heeft gevonden? Belangrijker nog is de vraag of ik toen meldde wie die muntengooier was. Richard Neville geeft zijn naam namelijk in zijn boek en met het lezen van die naam ben ik aangenaam verrast, maar vraag me ook sterk af of ik dit niet toch al wist. Waarschijnlijk niet, maar zeker weten doe ik het niet. Als ik het al wist, moet het in dat stuk staan dat ik eerder schreef over dat muntstuk dat naast Dylan op het podium terecht kwam op die laatste augustusdag van 1969. Het even opzoeken in mijn paparassen is onbegonnen werk, daarvoor heb ik te veel geschreven. Er is geen index. Ik zou niet weten waar ik moet beginnen. Misschien dat Rob het weet. Rob heeft een veel beter geheugen dan ik en dus stuur ik Rob een mail, stel mijn vraag.

Naast dat ik een slecht geheugen heb, blink ik ook niet uit in wachten. Ik schrijf gewoon mijn stukkie en als Rob een antwoord heeft op mijn vraag, voeg ik dat later wel in.

In Hippie Hippie Shake schrijft Richard Neville dat het Martin Sharp was die het muntje op het podium gooide. Martin Sharp, de maker van de schitterende Dylan-cover van het underground tijdschrift OZ en de Blowing In The Mind-poster, een poster die in 1989 gebruikt werd door Swingin' Pig voor de hoes van de bootleg Royal Albert Hall 1966. De Martin Sharp die in 1968 een tape met veel onbekend Dylan-materiaal aan Jaco Groot gaf, een tape die gebruikt werd voor uitzendingen op de Nederlandse radio, programma's vol Dylan-songs die nog niemand in ons kikkerlandje gehoord had. Die Martin Sharp.

Natuurlijk is dat muntje niet belangrijk. Dylans muziek is door dat gooien van wat geld op een podium niet beter of slechter geworden. Het is een incident waarvan je je kunt afvragen of het wel een plekje in de geschiedenisboeken verdient. En toch intrigeert het me. Aankomende zomer is het 53 jaar geleden dat dat muntstuk door Martin Sharp op het Wight-podium werd geworpen en nog steeds is het voor iedereen te horen. Dat het Martin Sharp was maakt het voor mij extra fascinerend. De Martin Sharp van de poster, van OZ, van die tape en nu dus ook de Martin Sharp van het muntje.

~ * ~ * ~

Voor meer over de tape met onbekend Dylan-materiaal die Jaco Groot van Martin Sharp kreeg, zie mijn boek Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984

~ * ~ * ~

aanvulling 26 februari: In mijn boeken en online heb ik regelmatig over 'Minstrel Boy' geschreven, maar niet over het muntstuk. [met dank aan Rob]

In september 2018 schreef ik in een mail aan Jochen Markhorst over het vallende muntje dat hoorbaar is op Self Portrait, zo laat Jochen mij weten. Vervolgens heeft Jochen dit in zijn boek over The Basement Tapes opgenomen. [met dank aan Jochen]

De naam Martin Sharp is in mijn schrijven m.b.t. 'Minstrel Boy' nooit eerder gevallen.


Geen opmerkingen: