Mojo van november heeft, zoals eerder gemeld in 'Dylan kort #3779' onder ander Bob Dylan op de cover. Aangezien het om een 30th Anniversary Issue van het maandblad gaat, verwachtte ik een nogal 'laf' tijdschrift met vele artikelen uit de rijke geschiedenis van het tijdschrift op herhaling in deze editie. Ik zat er goed naast, niks herhaling, wel terugkijken op 30 jaar Mojo.
Gitarist Larry Campbell kijkt terug op "Love And Theft" (anderhalve pagina) en Benmont Tench wordt door Bob Mehr aan de tand gevoeld over het opnemen van Rough And Rowdy Ways (1 pagina). Twee alleraardigste, hoewel korte, artikelen.
Verder heeft deze editie van Mojo een uitvoerig artikel over Robbie Robertson en een recensie van de documentaire Joan Baez: I Am A Noise. Uit die recensie blijkt dat Bob Dylan niet aan het woord komt in deze documentaire, wel zijn er archiefbeelden van Dylan en Baez te zien in de film.
Tot slot, en misschien wel meest grappig, is een kort artikel waarin Lucinda Williams vertelt over haar eerste kennismaking - op 12-jairge leeftijd - met Highway 61 Revisited. Dat stuk eindigt zo:
When I got my first record deal, the A&R guy came down and we were talking about producers. I said, What about [Highway 61 producer] Bob Johnston? He said, 'Who's Bob Johnston?' I said, Well he produced Blonde On Blonde... This guy goes, 'Is that a band?' From that point on his credibility was shot.
De grap is dat Lucinda Williams natuurlijk gelijk heeft, het is absurd dat een A&R-man nog nooit van Bob Johnston of Blonde On Blonde heeft gehoord, maar dat diezelfde A&R-man in al zijn onnozelheid - zonder dat Williams dit door had - het wel degelijk bij het rechte eind had. Er is een band genaamd Blonde On Blonde. Sterker nog, deze band heeft in ieder geval één keer op dezelfde concertposter gestaan als Bob Dylan: zowel Bob Dylan als Blonde On Blonde speelden in 1969 het Isle Of Wight Festival, Bob Dylan op zondag 31 augustus, Blonde On Blonde een dag eerder.
~ * ~ * ~
Oké, ik was van plan om iets schrijven over Tomorrow Never Knows; Rock and Psychedelics in the 1960s, een boek van Nick Bromell uit 2000. Dat zal ik zo ook doen, onder de afbeelding. Maar eerst wat over die afbeelding: op de afbeelding zie je de covers van de paperback (links) en gebonden (rechts) editie van Tomorrow Never Knows. Wat opvalt is dat op de gebonden versie de hoes van Bob Dylans The Times They Are A-Changin' is afgebeeld met een kleine beschadiging van een verwijderde prijssticker. Op de (latere) paperback is dit weggepoetst, om nog maar te zwijgen over het kleurverschil tussen de beide Times op de verschillende covers.
Naast mij ligt de gebonden editie van Tomorrow Never Knows. Op de voorzijde van het boek staat een schitterende collage van elpees en singles. In de gauwigheid herken ik de hoezen van zeven elpees van the Beatles, een elpee van Janis Joplin, twee elpees van Jimi Hendrix en één elpee van Bob Dylan: The Times They Are A-Changin'. Het inlegvel behorende bij Times is ook in deze collage te vinden. Verder zijn er een aantal singles afgebeeld van the Beatles en 1 single van Bob Dylan. Welke single dat is, is niet te zien.
De collage gaat verder op de achterzijde van het stofomslag, daar overheerst Dylan. Naast een album van The Mamas & The Papas en een singletje van Strawberry Alarm Clock en eentje van the Beatles, bevat dit deel van de collage Dylans Blonde On Blonde, Freewheelin', Highway 61 Revisited en John Wesley Harding. In de collage op het stofomslag van Tomorrow Never Knows overheersen dus Bob Dylan en the Beatles. En eigenlijk geldt dat ook voor de inhoud van het boek - voor zover ik het tot nu toe heb gelezen.
Dat is een lange inleiding om tot het volgende te komen: aan het begin van hoofdstuk 3 schrijft Bromell:
On August 30, 1964, a Sunday, Manhattan lay swathed in the heat of a summer afternoon. In their air-conditioned luxury suite high above the intersection of Park Avenue and 59th Street, the Beatles could hear the faint screams of fans who had gathered reverently on the sidewalks around the Delmonico Hotel, hoping to catch a glimpse of Paul, George, John, or Ringo peering from behind a curtain. [...] Now, as they rested from their performance at the Forest Hills Tennis Stadium the night before, they talked to their guest, Bob Dylan, who had driven down from Woodstock to see them. Without fanfare, Dylan pulled a couple of joints from his pocket, put a match to the twisted end of one, and passed it over. For the first time ever, the Beatles were about to get high.
Aangezien Bromells boek gaat over muziek & drugs in de jaren zestig, noemt hij het moment waarop Bob Dylan the Beatles kennis liet maken met marihuana terecht without doubt, one of the most consequential moments in the history of twentieth-century American popular culture. Wat vreemd is, is dar Bromell het heeft over American popular culture. Alsof die joint niet van invloed is geweest op de Europese populaire cultuur, maar goed, dat even terzijde. Ik wil even helemaal terug naar het begin van het derde hoofdstuk van Tomorrow Never Knows: volgens Bromell overhandigde Bob Dylan op 30 augustus 1964 een joint aan the Beatles. Dat verrast me, ik weet niet anders dan dat het vijftal twee dagen eerder, op 28 augustus samen stoned werd. Heb ik het fout?
Clinton Heylin in A Life In Stolen Moments; Bob Dylan Day By Day: 1941 - 1995:
August 28 Al Aronowitz drives Dylan from Woodstock to New York to meet the Beatles. Dylan and Aronowitz end up introducing the Beatles to the delights of cannabis at the Delmonico Hotel in New York.
Barry Miles in The Beatles Diary:
August 28 Bob Dylan, accompanied by his road manager and journalist Al Aronowitz, came to visit the group at their hotel after the show, and turned The Beatles and Brian Epstein on to marijuana for the first time.
Daarnaast schrijft Miles dat the Beatles op 30 augustus, de dag waarop Dylan the Beatles volgens Bromell bezocht zou hebben, helemaal niet meer in New York, maar in Atlantic City waren. Een Wikipedia-pagina over de concerten in 1964 van the Beatles bevestigt dit, zie hier.
Nieuwsgierig waarom Nick Bromell 30 augustus 1964 als datum geeft voor de ontmoeting tussen Dylan en the Beatles, blader ik wat door het laatste deel van Tomorrow Never Knows, in de hoop op een bronvermelding. Een bronvermelding voor de afwijkende datum geeft Bromell niet, wel een verklaring:
A full account of this meeting [tussen The Beatles en Bob Dylan] can be found in Peter Brown and Steven Gaines, The Love You Make (New York: McGraw-Hill, 1983), pp. 157-158. The authors put the date of the meeting as August 28, but my calculation - based on the Beatles' performing schedule - it is more likely to have occurred on Sunday, August 30.
En hoewel dat geen overtuigend bewijs is dat de ontmoeting niet op 28, maar op 30 augustus plaatsvond, maakt dit (mij) wel nieuwsgierig naar Bromells berekeningen die hem bij 30 augustus deden uitkomen. Hebben al die Beatles- en Dylan-schrijvers elkaar vrolijk lopen na kletsen en heeft Nick Bromell gelijk en vond die ontmoeting plaats op 30 augustus? Of is het toch Bromell die zich vergist en was het toch twee dagen eerder?
3 opmerkingen:
De primaire "Dylan bron" voor de 28e en plaats van handeling het Delmonico Hotel is Al Aronowitz, de journalist zowel bevriend met Dylan als Derek Taylor (Aronowitz, A.: "Let's 'Ave A Larf", 1995). Aronowitz is uitgebreid geïnterviewd voor het Dylan fanzine The Telegraph.
De primaire "Beatles-bronnen" zijn Derek Taylor (aanwezig, zie: "Fifty Years Adrift", 1984) en Peter Brown (niet aanwezig, zie ook: "The Love You Make", 1979). Ook roadie Mal Evans heeft dagboekaantekeningen gemaakt. Deze worden in november a.s. gepubliceerd (Womack, K.: "Living The Beatles Legend") dus mogelijk geeft dat meer duidelijkheid.
The Beatles vertrokken na het tweede concert in Forest Hills (29-8) naar het Lafayette Motor Inn in Atlantic City, New Jersey, alwaar ze op de 30e 1 concert gaven in de Convention Hall.
Erik.
Dank Erik, uitstekende aanvulling.
Hallo Erik,
Ik heb Nick Bromell gevraagd hoe hij aan de datum 30 augustus komt. Hij meende zich te herinner dat de bron voor deze datum een van de twee Dylan-biografieën was die hij heeft gebruikt. Na wat doorvragen bleek hij de biografieën van Scaduto en Spitz gebruikt te hebben. Scaduto plaatst de ontmoeting in mei 1964 in Engeland, wat zeker niet klopt.
Spitz' beruchte lees-met-een-zoutblok-bij-de-hand-biografie geeft geen precieze datum, wel augustus 1964. Wanneer je bewuste passage vluchtig / onzorgvuldig leest, kan je tot de conclusie komen dat de ontmoeting een dag na een Beatles concert in Forest Hill Stadium is geweest. Beatles traden daar op op 28 en 29 augustus, dus je zou kunnen concluderen - met Spitz' boek in de hand - dat de ontmoeting op 29 of 30 augustus was, al schrijft Spitz dit niet! Het zou me niet verbazen dat daar Bromells aanname vandaan komt.
Verder lezend in het boek van Bromell kom ik overigens wel meer onzorgvuldigheden tegen, een aantal die ik heb onthouden:
- Bringing It All Back Home & Highway 61 Revisited verschenen in 1964
- Dylan was 23 toen hij werkte aan H61R en 24 toen het album uitkwam
- Na Freewheelin' verscheen Another Side
- Time Out Of Mind is uit 1998
Kortom Tomorrow Never Knows van Bromell is een aardig, maar lees het niet voor de Dylan-feiten.
Een reactie posten