boeken

Niet lang na aankomst in New York, vindt Bob Dylan onderdak in het appartement van Eve en Howard "Mac" McKenzie. Peter K. McKenzie - zoon van Eve en Howard en puber in de periode dat Dylan op de bank van de McKenzies slaapt - schrijft in het vorig jaar verschenen On A Couch & Fifty Cents A Day over die begindagen van Dylans carrière.

McKenzie zat eerste rang. Hij zag Dylan songs schrijven, praatte met Dylan over muziek, leerde van Dylan gitaar en mondharmonica spelen en maakte opnamen van een zingende Dylan. Kortom, McKenzie heeft materiaal in handen om een uniek boek aan de Dylanbibliotheek toe te voegen over de vroege jaren van de muzikant. En dat is precies wat McKenzie met On A Couch & Fifty Cents A Day heeft gedaan. Toch heb ik ook wat vraagtekens bij het boek. In de eerste plaats vraag ik me af hoe waarschijnlijk het is dat McKenzie zestig jaar (!) na dato zoveel gesprekken tussen hemzelf en Bob Dylan of tussen Eve McKenzie en Dylan nog woord voor woord kan reproduceren. Niet waarschijnlijk, lijkt mij. Hoe geloofwaardig is dan dat wat hij schrijft in On A Couch & Fifty Cents A Day

Het tweede is dat een deel van de aantrekkingskracht van dit boek de onvoorstelbaar grote hoeveelheid foto's van handschriften van Dylan is. Fragmenten van songteksten, van beschreven albumhoezen en kattenbelletjes, na vertrek door Dylan achtergelaten (songteksten, kattenbelletjes), of aan McKenzies gegeven (albumhoezen en boeken met opdrachten). Die foto's zijn voor een erg groot deel wel zeer slecht afgedrukt, helaas. Waarom? Ik ontkom er in dit geval niet aan om ook even te wijzen op de twijfel die ruim 10 jaar geleden ontstond rond enkele Dylan-handschriften die Peter McKenzie werden verhandeld, zie hier. Misschien geheel ten onrechte roept dit bij mij in ieder geval enige reserves op met betrekking tot dit boek.

Ondanks deze vraagtekens  kan ik niet anders zeggen dat On A Couch & Fifty Cents A Day een aardig boek is dat een beeld geeft van met name Dylans eerste maanden in New York.

~ * ~ * ~

Elf jaar geleden publiceerde Frits Tromp Gisteren is een herinnering, een boekje over tien jaar luisteren naar de muziek van Bob Dylan. Nu is er Tomorrow is never what it's supposed to be, het vervolg op die eerste publicatie. Tomorrow is never what it's supposed to be is - in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden - Nederlandstalig en beslaat de jaren 2011 tot en met 2022 van Tromps liefde voor Dylans muziek. Het honderd pagina's tellende boekje bestaat uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit vijftien korte stukjes over onder andere bezochte concerten, verschenen albums, de Nobelprijs, Face Value en luistersessies met broers. Hoewel de insteek van deze stukken vaak persoonlijk is, leren ze ons tegelijkertijd niet heel veel over de persoon Frits Tromp doordat de stukken vooral bij de feiten blijven. Als voorbeeld: in het stukje over Face Value leert de lezer de feiten rond deze tentoonstelling in Zwolle (de wie, wat, waar en waarom) en dat Tromp de tentoonstelling twee keer bezocht. Wat Tromp van de schilderijen vindt, leert Tomorrow is never what it's supposed to be ons helaas niet. En dat had ik nou graag gelezen.

Ruim de helft van het boek wordt in beslag genomen door het tweede deel, het essay 'Solid Rock'. In dit essay kijkt Tromp naar Dylans religie en in hoeverre dit aansluit bij Tromps eigen geloof. 

Geen opmerkingen: