1. Na het in de afgelopen weken een aantal malen beluisteren van het meest recente deel van The Bootleg Series, trek ik weer eerdere delen van die serie uit de kast. Zo gaat het bij mij eigenlijk altijd in de nasleep van een Bootleg Series-release. Vooral veel songs van Springtime In New York en Trouble No More zijn voorbij gekomen, maar het is een track van een ander deel van The Bootleg Series dat deze ochtend op herhaling gaat: 'Tangled Up In Blue' van 16 september 1974, te vinden op de luxe editie van More Blood, More Tracks (cd 3, track 1). Het is de eerste opname van 'Tangled Up In Blue'. De take is ingetogen, bijna weifelend en tegelijkertijd daadkrachtig, hoe paradoxaal dat ook mag zijn. Goede muziek is vaker een paradox. Het is de laatste opname van de eerste dag in de studio. Bob Dylan wordt alleen bijgestaan door Tony Brown op bas. Is dit de beste 'Tangled'? De versie van 'Tangled Up In Blue' die alle andere versies doet vergeten? Nee, natuurlijk niet. Ik ben ook niet op zoek naar het beste, alleen nog maar willen luisteren naar 'het beste' wat dat dan ook mag zijn, maakt de mens doof voor alle schoonheid die net niet de eerste plaats heeft gehaald. Fuck de beste, luister naar de rest. Luister naar take 1 van 'Tangled Up In Blue', opgenomen op 16 september 1974 in de A & R Studios in New York City. Je moet wel van steen zijn, wil dit je niet raken.
2. Wie maken de hoge-omen-platenbazen blij met exclusieve tracks?
In augustus 2021 bracht Third Man Records in het kielzog van Springtime In New York een singletje uit met twee versies van 'Blind Willie McTell'. Beide takes zijn op 11 april 1983 opgenomen, het gaat om take 1 en take 5. Die take 5 circuleerde al jaren onder verzamelaars, deze take is ook te vinden op Springtime In New York - al hebben de hoge-omes wel wat lopen klooien met die opname: Dylans lachje aan het begin van de song is weggepoetst. Ik heb wat moeite met die keuze, moet ik bekennen, dat lachje hoort in take 5, dat had voor de officiƫle release op deze single en Springtime In New York nooit weggemoffeld mogen worden.
Maar goed, het gaat me nu even over die andere take, take 1 van 'Blind Willie McTell'. Die take is niet te vinden op Springtime In New York of op enig ander Dylanalbum. Wie het wil horen moet dus niet alleen die Third Man Records-single te pakken krijgen, maar ook over een platenspeler beschikken.
Waarom deze eerste take van 'Blind Willie McTell' niet is toegevoegd aan de 14 Hidden Gems-cd die onlangs bij tijdschrift Mojo werd weggegeven, is een onfortuinlijke keuze. Een keuze die de exclusiviteit van de opname in stand houdt. Muziek moet niet exclusief zijn, muziek moet toegankelijk zijn, moet gehoord kunnen worden, als je het mij vraagt. Dat geldt zeker voor deze 'Blind Willie McTell'. De song start en eindigt met orgel, dat is even wennen, maar na een keer of twee, drie draaien werkt het. Goed gitaarspel van Mick Taylor of Mark Knopfler, uitstekend gezongen door Dylan.
Voor wie de Third Man Records-single niet te pakken heeft kunnen krijgen of voor wie niet (meer) over een platenspeler beschikt, gelukkig circuleert er een digitale versie van de song, eigenlijk al sinds de single verscheen, anderhalf jaar geleden. Exclusief-my-ass. Take 1 van 'Blind Willie McTell' moet door iedereen gehoord kunnen worden.
3. Wat is de eerste aantrekkingskracht van Bob Dylans muziek? Wat gaf de doorslag toen je voor het eerst iets van de man hoorde? Peter Pleyte hoorde 'Op 20 mei 1965, omstreeks 4 uur in de middag' voor het eerst Dylan, de song 'The Times They Are A-Changin'', zo schrijft hij op de website van De Gooi- en Eemlander. Hij was 14 jaar en gegrepen door Dylans song, zelf zo zeer, dat hij in actie komt: 'Op school doe ik alleen mijn best bij de Engelse les. Ik wil weten waar Bob Dylan over zingt', zo schrijft hij. Lees ik goed dat hij - 14 jaar - Dylan hoorde, niet (echt) begreep waarover hij zong en toch gegrepen werd? Het is zo herkenbaar. Ik was 15 jaar en raakte in de ban na het horen van 'Blowin' In The Wind', in eerste instantie niet door de tekst, maar door die stem.
Die stem. Ik draai 'The Times They Are A-Changin'' en probeer te horen wat de 14-jarige Peter Pleyte hoorde op 20 mei 1965, omstreeks 4 uur in de middag. Bijna zestig jaar geleden opgenomen en nog steeds klinkt die stem vol optimisme, vol vertrouwen, vol daadkracht en geldingsdrang. Na duizenden keren luisteren naar deze opname wil ik nog steeds op twee-derde van de song met mijn vuist op tafel slaan en 'en nou gaan we het verdomme allemaal anders doen' bulderen tegen wie maar wil luisteren en vooral ook tegen wie niet wil luisteren. Nog steeds is het nog meer de stem dan de tekst die mij overtuigt van de noodzaak tot verandering, tot wat beter kan beter te doen.
4. Tot slot, 'Desolation Row', 15 juni 1998. Ahoy', Rotterdam, mijn eerste concert. Nog zie ik de vrouw zitten in het gangpad op haar hurken, een exemplaar van Writings & Drawings in haar handen, opengeslagen. terwijl Bob Dylan 'Desolation Row' zingt, leest zij mee. Niet om te controleren of hij het goed doet, om te kijken welke coupletten hij wel zingt en welke hij overslaat, maar om beter te kunnen horen, zo stel ik me voor.
Misschien heeft deze vrouw mij wel leren luisteren, echt luisteren. Niet alleen naar de song als geheel, maar ook naar de delen van die song. Niet alleen naar de muziek of de tekst, maar naar het samenspel tussen die twee.
Waar je ook bent, concertlezeres, wie je ook bent, dank voor het openen van mijn oren.
1 opmerking:
Leuk om te lezen, want zo gaat het bij mij ook, ik zit ook weer naar More Blood More Tracks te luisteren.
Een reactie posten