Singer Songwriters & Rough And Rowdy Ways

Ik heb de plaat maanden geleden gekocht, maar het was wachten op het moment dat ik - de benen onder mijn lijf vandaan geschopt - zou bedenken dat beluisteren van de aankoop ook een idee is. Singer Songwriter Project heet de plaat, door Elektra uitgegeven in 1965. De plaat bevat songs van vier verschillende singer songwriters: Bruce Murdoch, Dick Fariña, Patrick Sky en Dave Cohen. Wie een Dylan-biografie openslaat, komt daar de naam Dick Fariña in tegen en Dave Cohen is te zien in Dylans film Renaldo & Clara, al luidde zijn naam toen inmiddels David Blue. Die Dylan-connecties maakten mij nieuwsgierig, deden mij besluiten de plaat te kopen. De muziek is niet onaardig, maar er is een wereld van verschil tussen de muziek van deze vier heren en Dylans muziek anno 1965. Waar Dylan de muziekwereld op z'n kop zette, kleuren deze vier muzikanten keurig binnen de lijntjes. Met de oren van 2020 klinken Murdoch, Fariña, Sky en Cohen zo braaf, iets wat van Dylans 1965-muziek - Bringing It All Back Home en Highway 61 Revisited - niet gezegd kan worden.
Op de achterzijde van de hoes staan korte biografieën van de vier heren en door Richard Fariña geschreven liner notes waarvan de eerste zin luidt: "While you're looking around for the wherefores and antecedents of the new fok-songwriting revival, you might ought to remember that there was still another Dylan and his last name was Thomas." Fariña noemt Bob Dylan zonder hem echt te noemen in deze eerste zin. 
Ook in de biografie van Bruce Murdoch is Bob Dylan te vinden: "Bruce Murdoch is 17 and was born in Montreal, Quebec, Canada. He has done a lot of playing, guitar; gaming, football, basketball; listening, rock and roll, jazz, Bob Dylan; visiting, trainyards and junkyards; and traveling, hitch-hiking through the sparse country of North Quebec."

Terwijl Singer Songwriter Project draait, ruim ik een stapeltje opzij gelegde kranten op door de te bewaren artikelen er uit te scheuren en de rest van de krant bij het oud papier te leggen. Een van die kranten is Algemeen Dagblad van 18 juni. In die krant staat een door Alexander van Eenennaam geschreven recensie van Rough And Rowdy Ways. De titel boven het korte stuk: "Oom Bob heeft wat te vertellen". Jeuk. De benaming "Oom Bob" is denigrerend en ongepast. Ergerlijk.
De gehele recensie bestaat uit acht zinnen waarin niet één songtitel wordt genoemd. Laat ik ze een voor een langslopen. Zout op slakken leggen.

Zin 1: "Waarom zou je anno 2020 nog luisteren naar Bob Dylan, een zanger van inmiddels 79 jaar die - heel eerlijk - eigenlijk niet kan zingen?"
Een vraag dus. Waarom ik anno 2020 naar Bob Dylans muziek luister, vraag Van Eenennaam. Die vraag is makkelijk te beantwoorden: zijn muziek spreekt mij aan, ik vind het mooi, het (ont-)roert mij, maakt mij onrustig, opgetogen en dronken. 
Tussendoor meldt Van Eenennaam nog even dat Bob Dylan niet gewoon, maar "inmiddels" 79 jaar is en dat hij "heel eerlijk - eigenlijk niet kan zingen". Leeftijd is niet van belang als het gaat om de kwaliteit - of het gebrek daaraan - van muziek, lijkt mij. Waarom dan vermelden dat Bob Dylan "inmiddels 79 jaar" is? Het kan natuurlijk geen kwaad, maar echt iets toevoegen doet het ook niet. Dan hebben we nog de open deur der open deuren, het klapstuk der vooringenomenheid: Bob Dylan kan "eigenlijk niet zingen". Het gekke is dat Van Eenennaam slechts Rough And Rowdy Ways, het te recenseren album,  op had hoeven zetten om te constateren dat Bob Dylan wel degelijk in staat is tot zingen. Hij heeft stembanden, hij heeft een mond. Hij is in staat te zingen. Hij doet het op iedere song op dit album. 
Wat Van Eenennaam bedoelt met zijn bewering dat Bob Dylan "eigenlijk niet [kan] zingen" is dat Dylan, in de oren van Van Eenennaam, niet mooi kan zingen, naar ik aanneem. Kwestie van smaak lijkt mij. Ik vind Dylans zangstem mooi, Van Eenennaam blijkbaar niet. Ieder z'n ding, lijkt mij, al heeft Van Eenennaam het natuurlijk mis.
Zin 2: "Bovendien komt alleen degene die wel erg verknocht is aan subtiliteit in muzikaal opzicht aan zijn trekken op Rough And Rowdy Ways."
Kortom: wanneer je de songs op Rough And Rowdy Way wel lekker vindt klinken, ben je "verknocht aan subtiliteit". ik heb het altijd al geweten, Dylan-liefhebbers zijn subtiliteit-junkies.
Zin 3: "Hoe meer Dylan probeert te zingen, hoe minder zuiver het klinkt."
Wacht even, dus hoe meer Dylan zingt, hoe valser hij zingt, aldus Van Eenennaam. Logischerwijze valt daar uit te concluderen dat Dylan dus steeds zuiverder gaat zingen naarmate hij minder zingt. Dan zingt hij dus als een nachtegaaltje op het moment dat hij stilvalt. Toch eens opnieuw naar Rough And Rowdy Ways luisteren en dan vooral letten op de instrumentale gedeelten.
Zin 4: "De peetvader van de protestzangers gebruikt zijn raspende, krakende stem dan ook vooral om te 'praatzingen'."
En daar is 'ie weer: "raspende, krakende stem", een verlengstuk van de inmiddels al enkele zinnen doorsudderende klapstuk der vooringenomenheid: Dylan kan niet zingen, zijn stem kraakt en raspt. En in dezelfde zin gooit Van Eeenennaam er gelijk maar een tweede open deur tegenaan: Bob Dylan is "de peetvader van de protestzangers". Vraagje, Van Eenennaam: ooit geteld hoeveel van de honderden door Dylan geschreven songs kunnen worden aangemerkt als protestsong? Vast nooit gedaan.
Zin 5: "Laat dat nou helemaal niet erg zijn; oom Bob heeft wel wat te vertellen."
Wat niet erg is, is het praatzingen, aldus Van Eennennaam. En dan de jeukwoorden: "oom Bob heeft wel wat te vertellen." Natuurlijk heeft Bob Dylan (niet "oom Bob", een beetje respect graag) wat te vertellen. Iedere muzikant die een song schrijft heeft wat te vertellen. Hadden ze niks te vertellen, zouden ze ook geen tekst om te zingen schrijven. Bob Dylan is geen uitzondering.
Zin 6: "Het klinkt alsof hij tijdens het componeren al wist van de dood van George Floyd."
En daar is 'ie: open deur nummer 3: Bob Dylan heeft voorspelende gaven. Hij is helderziender dan helderziend. Hij legt zijn vinger op de pols van de tijd die nog moet komen. 
Klinkklare onzin natuurlijk. Bob Dylan is net zo helderziend als een pot augurken.
Zin 7: "Indringendere maatschappijkritiek in muziekvorm vind je niet gauw."
Om misverstanden te voorkomen: Van Eenennaam heeft het over Rough And Rowdy Ways, niet over bijvoorbeeld The Times They Are A-Changin', om eens iets te noemen.
Zin 8: "Geef je Dylans 39ste studioalbum écht een kans - dat betekent voor sommigen doorbijten - dan grijpt hij je onherroepelijk bij de lurven."
Vraagje: waarom betekent Rough And Rowdy Ways echt een kans geven dat sommigen moeten doorbijten? Is die plaat voor die "sommigen" aanvankelijk bagger, maar na een keer of 34 keer luisteren briljant? Hoe weet Alexander van Eenennaam dat? Heeft hij die "sommigen" gesproken? Steekproefje gedaan? Is hij misschien zelf representatief voor de horde "sommigen"? wie het weet mag het zeggen.

Genoeg, ik moet niet zeuren. Recensie aan de kant gooien en Rough And Rowdy Ways draaien. Zelf luisteren, zelf oordelen. Hierbij mijn minirecensie in acht punten:

1. Bob Dylan kan zingen.
2. Bob Dylan zingt zuiver.
3. Bob Dylan zingt mooi.
4. Bob Dylan kan praatzingen.
5. Bob Dylan kan zingzingen.
6. Bob Dylan kan zingend een verhaal vertellen.
7. Bob Dylan kan zingend een verhaal overbrengen.
8. Bob Dylan kan zingend een luisteraar raken.

Geen opmerkingen: