Open brief

Geachte heer Vollaard,


Mijn excuses voor het doorbreken van de rolpatronen. In uw rol als recensent vertelt u mij al sinds jaar en dag wat ik van concerten moet vinden. Ik, in mijn rol van krantenlezer dien slechts meewarig ja te knikken, een beetje zoals Frits Abrahams doet in zijn column in NRC Handelsblad van vandaag (19 oktober). Dat moet toch goed voelen, die veer in uw recensentenbips uit handen van de volgzame Frits. Ik heb geen veer voor uw derrière, mede daarvoor, nogmaals, mijn excuses. 

Dat u geen liefhebber bent van de concerten van Bob Dylan is al jaren bekend. Een enkele blik op de verzamelde recensies van uw hand laat dat zien. Dat is prima, ieder zijn ding. Maar die afkeer van Dylanconcerten ontslaat u niet van uw recensentenplicht om geen onzin uit te kramen. In de nog geen vijfhonderd woorden die u in uw recensie ‘Het einde van Bob Dylans Never Ending Tour lijkt in zicht’ besteedt aan Bob Dylans optreden in AFAS Live, afgelopen zondag, slaat u toch wel een paar keer de plank mis. Om te beginnen met die titel. Wie het einde van de Never Ending Tour wil zien, moet een blik in de achteruitkijkspiegel werpen, naar de jaren voor corona. Is die fout de reden dat de titel van uw recensie online werd veranderd in het wel zeer pijnlijke ‘Au, wat was dit concert van Bob Dylan teleurstellend’? Dat klinkt als een kleuterjuf die een tegenvallend speelkwartiertje in de kring snottebellen bespreekt. ‘En Jantje, vertel eens, waarom ben je verdrietig?’ Dat niveau.

Het is maar een klein iets, geen reden om in de pen te kruipen. Net zo klein en onzinnig als mopperen over uw schrijven dat Bob Dylan het gehele optreden achter zijn piano zat, terwijl hij vooral stond of de onzin over de zwoegende band die maar niet lekker wilde samenspelen. Daar is de kleuterjuf weer. ‘Jongens, denk er om, lief samenspelen’.

Bovenstaande is allemaal nog weg te wuiven, peanuts. Waar het fout gaat is wanneer Dylans stem ter sprake komt. Ja, ik weet het. Het is een immer terugkerend thema, traditie haast. Een recensie waarin geen onzin over Dylans stem wordt geschreven is geen recensie, zou je kunnen stellen. Het Nederlandse recensentenkorps kent een lange, trotse traditie van Dylans stem afkraken, bij voorkeur met groteske metaforen zoals ‘het geluid van een kapotte uitlaat’ of ‘een jankende hond met zijn poot vast in prikkeldraad’. Het probleem met traditie is dat het blind (doof) maakt voor de realiteit van het heden. Wie vaak genoeg gelezen heeft dat Bob Dylans stem kapot is loopt het risico door zijn verwachtingspatroon in het ootje genomen te worden en dat is u, heer Vollaard, afgelopen zondag ook gebeurd vrees ik. Dylans stem ‘schraperig lelijk’ en ‘onhandig atonaal’ noemen is niet correct. Zoals een schilder met zijn kwast of plamuurmes al zoekende verf op zijn doek aanbrengt, zo boetseert Bob Dylan met zijn stem de woorden tot een song. De kunst van Bob Dylan-de-zanger is dat hij die song iedere avond opnieuw zoekt, vanaf nul opbouwt. Woord voor woord. Consequentie is dat een compositie in handen van Dylan nooit twee keer hetzelfde klinkt. Waar menig muzikant tijdens een concert een kopie van een bestaand kunstwerk het publiek voorschotelt, creëert Bob Dylan avond aan avond nieuwe werken. Iedere avond zoekt Dylan met zijn stem de weg van het lege doek naar de voltooide song en het publiek mag daar getuige van zijn. Consequentie is dat Dylans zang op het podium nooit identiek is aan zijn zang op de plaatversie. Tijdens de huidige tournee blijkt Bob Dylan ook nog eens verdomd goed bij stem te zijn. De schorre rand die zijn stem in het verleden wel eens kenmerkte is veranderd in een randje. Wat u als ‘onhandig atonaal’ bestempelt is niks anders dan Dylans zoektocht naar een nieuwe versie van het gezongen verhaal. Door in zijn zang af te wijken van de van de plaat bekende lijn, maakt hij de song nieuw. Dat ongetrainde oren als de uwe dat horen als atonaal is jammer, u mist veel schoonheid en subtiliteit. 

Inmiddels bevat mijn brief meer woorden dan uw recensie. Tijd dus om er een eind aan te breien. Tot slot: ik hoop dat u in de komende tijd opnamen van recente Dylanconcerten te horen krijgt. Er ligt schoonheid in de mans stem, genoeg voor iedereen om er van te genieten. Geef het tijd, doe uw huiswerk, open uw oren. Het zal uw werk als recensent ten goede komen.


Met vriendelijke groet,

Tom Willems


4 opmerkingen:

Hans Oosterhof zei

Niets aan toe te voegen Tom! Ik ben die boomer-recensies in Nederland zo zat. Vooral omdat het gemiddeld genomen al 25 jaar hetzelfde is, terwijl Bob Dylan zich live onnavolgbaar ontwikkelt, zijn repertoire aanpast aan zijn leeftijd en -vooruit- stembereik. Als KUNST-recensent zou je toch bij voorbaat al meer enthousiasme moeten kunnen opbrengen voor een kunstenaar die het eigen werk niet eindeloos kopieert, zoals bijvoorbeeld de Stones dat doen met elke 3 jaar net iets minder lucht (Ik vond ze 20 jaar geleden in de Kuip al buiten adem, maar dit terzijde). Maar dat is denk ik het probleem voor de Vollaards van deze wereld: ze kunnen het niet volgen als het onnavolgbaar is... Gelukkig hebben de redacteuren in België doorgaans meer liefde voor kunst en gevoel voor richting.

Anoniem zei

Je bent te mild Tom, maar toch heel goede reactie, de clichés in de pers waren te erg. Mijn broer, die Dylan in huis bracht, maar zeer kritisch kan zijn over hem, vond het maandagconcert dat hij bijwoonde zijn ultieme optreden van Dylan, van begin tot het einde, hij was tot tranen geroerd en mensen om hem heen waren dat ook, vooral bij Grain of Sand.
Hartelijke groet
hans altena

Frans zei

De recensies in de Belgische kranten waren inderdaad positiever en ik vond het Belgische publiek wat levendiger dan het Nederlandse. Dat is opvallend, want meestal is het andersom.

Anoniem zei

Eens met elk woord van Tom, zowel over Bob Dylan de magisch mysterieuze performer, ook (juist) op zijn nooit aflatend geinspireerde 81ste, zijn band de soepele stoomtrein, als ook en vooral het stuitend denigrerende toontje van de kleuterjuffenrecensie. Het probleem zal zijn dat veel zogenaamde experts moeite hebben met het duiden van Bobby's reis. Het avontuur dat hij elke avond weer aangaat als hij het fantastische materiaal van Rough en Rowdy Ways laat leven voor weer een uitzinnig publiek. Ook dat wordt in veel recensies onderschat, zo niet geminacht. We zijn blijkbaar een kudde blind idolate volgers van de 'legende',en ja,'je moet hem toch een keer gezien hebben'. Nou laat mij dan zeggen dat ook mijn ovatie staande was, en dat THANK YOU BOB het enige was dat ik kon roepen. Thank you Bob, voor de onnavolgbare artistry, van de zompige rockers tot de verstillende momenten en terug,de verhalen en de beeldspraken, de vreugde en het verdriet, de humor en de ontroering, en de spiegels die je ons voorhoudt. En nee, je was niet 'on the job too long'. Zeer zeker niet.