drie (literaire) tijdschriften

Bladerend door het literaire tijdschrift TriQuarterly no. 10 (1967) stuit ik op een foto van twee mannen en een vrouw. Een van de mannen is naakt. De foto doet me denken aan de door Daniel Kramer geschoten foto voor de voorzijde van Bob Dylans album Bringing It All Back Home. Dat komt met name door de houding van de vrouw op deze foto, het doet me denken aan Sally Grossman op de Dylan-hoes. Ik realiseer me dat ik een overeenkomst zie die menig ander niet ziet. Mijn ogen willen overal Bob Dylan zien. Als ik de bladzijde wil omslaan valt mijn oog op het lijstje namen van de mensen aan wie auteur Mark Malkas zijn 'A plea for the domestication of the unicorn' heeft opgedragen. Een van die namen is Blind Boy Grunt en wij weten wie dat is: Bob Dylan. 
Balderend door de zeventien pagina's die 'A plea for the domestication of the unicorn' telt, hier en daar een paar regels lezend, valt mijn oog op een vetgedrukte regel, een hoofdstuktitel: I'll let you be in my dream if I can  be in yours. De Dylanliefhebber herkent daar een ietwat verbasterde versie van de voorlaatste regel van Dylans 'Talkin' World War III Blues' van The Freewheelin' Bob Dylan in. Die song eindigt zo:

“I’ll let you be in my dreams if I can be in yours”
I said that

Een zoektocht naar meer informatie over de schrijver levert niks op. Mark Malkas blijft een mysterie.

* ~ * ~ *

Een aantal jaar geleden kocht ik op een boekenmarkt een stapeltje afleveringen van Evergreen Review. In een groot aantal van de gekochte tijdschriften staan door schrijvers van de Beat Generation geschreven stukken. In een enkel geval is er ook een beetje Dylan te vinden in de pagina's van deze Evergreen Reviews. 
Om redenen die hier verder niet zo belangrijk zijn, greep ik eerder vandaag weer eens naar he stapeltje Evergreen Reviews en bladerde ze een voor een door. Voorin Evergreen Review no. 48 (1967) zat een post it geplakt met daarop een paginanummer geschreven. Op die pagina staat iets over Dylan, vandaar die post it. Maar wat ik bij de eerste keer doornemen van deze Evergreen Review niet had gezien - zo bleek wel uit de post it - en nu wel zag, is dat er voorin het tijdschrift een advertentie staat voor het album Bob Dylan's Greatest Hits. Wonderlijk dat ik daar de eerste keer overheen heb gekeken.
Ik kan me niet herinneren ooit eerder een advertentie voor Bob Dylan's Greatest Hits te hebben gezien waarin melding wordt gemaakt van de bijgevoegde, door Milton Glaser ontworpen poster. En het is nog wel een Great big Dylan die de eerste keer ontsnapte aan mijn ogen...

* ~ * ~ *

In The Paris Review no. 53 (winter 1972) staan 'Three Sonnets for Tom Clark' van Ted Berrigan. De tweede gaat zo:

Tomorrow.     I need to kill
Blank mind part     Confusions of the cloth
White snow whirls everywhere.     Across the fields
in the sky the
                  Soft, loose
stars swarm. Nature makes my teeth "to hurt"
shivering now   on 32nd street   in my face & in my head
does Bobby Dylan ever come around here?     listen
it's alive     where exposed nerve jangles
& I     looming over Jap's American flag
In Public, In Private     The Sky Pilot In No-Man's-Land
The World Number 14     is tipsy as pinballs on the ocean
We are bored through.....through.....through  with  our
   professionalism
Outside her
Windows

* ~ * ~ *

Geen opmerkingen: