Dichter, schilder, uitgever, boekhandelaar Lawrence Ferlinghetti is dood. Hij overleed afgelopen maandag op 101 jarige leeftijd. Ik ken de man niet persoonlijk, hij heeft een hoge leeftijd bereikt en toch doet het pijn. Met dichtbundels als
A Coney Island Of The Mind en
Americus Book I heeft hij mijn wereld op een aangename manier op de kop gezet. Als uitgever van bijvoorbeeld
Howl and Other Poems van Allen Ginsberg,
Gasoline van Gregory Corso en
Lunch Poems van Frank O'Hara deed hij niet minder.
Ik heb simpelweg vanochtend niet de puf of de tijd om het lange stuk dat het overlijden van Ferlinghetti verdient te schrijven, daarom ter nagedachtenis aan de grote dichter hieronder het hoofdstuk over de relatie tussen Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti uit mijn boek Dylan & de Beats (2018).
Dylan & Ferlinghetti
Als het gaat om de Dylan-Ferlinghetti-relatie bestaan er
verwrongen beelden, twee voorbeelden:
1. Bob Dylan de Ferlinghetti-kloon
Muzikant Al Stewart: “On Friday, the day of its [Highway 61 Revisited] release, I went to
two different clubs in the West End of London and performed it [‘Desolation
Row’]. I’m sure I was the first person
in the U.K. to sing ‘Desolation Row.’
Paul [Simon] came in and listened to it, and all he said was ‘Rehashed
Ferlinghetti.’ That was his sole comment. […]I think at some point in my
19-year-old mania I said ‘You’re going to be damned lucky if you ever write a
song as good as this!’ And that did it,
Paul just kind of clammed up and walked out, and didn’t talk to me for a long
time.”
2. Ferlinghetti als de rancuneuze, oude man
Ralph Gleason, stage
manager tijdens Bob Dylans persconferentie op 3 december 1965 in San
Francisco, was vrij negatief over Lawrence Ferlinghetti’s reactie op het
fenomeen Bob Dylan. In de Dylan-biografie van Robert Shelton zegt hij over Bob
Dylans concert in Berkeley in 1965 onder andere: “The San Francisco poets
freaked out when they saw this Dylan thing happening. I thought Larry [Lawrence
Ferlinghetti] was a tragic figure that weekend, a shaken and embittered man.
You know. ‘What is that stringy kid doing up there with his electric guitar?’ I
mean, ‘I am a major poet, and this kid has thirty-five hundred kids in this
hall.’ Larry has been mumbling to himself ever since.”
Ik heb me altijd verbaasd over het beeld van Lawrence
Ferlinghetti als de verbitterde man zoals Gleason dat schetst. Het is een beeld
dat totaal niet past bij het beeld dat ik van Ferlinghetti in de loop der jaren
heb gekregen.
Is mijn beeld dan verkeerd? Was Lawrence Ferlinghetti
halverwege de jaren zestig rancuneus over het feit dat hij als major poet weliswaar goed verkocht en
naamsbekendheid genoot, maar niet, zoals Bob Dylan, een hal vol devote
luisteraars wist te vullen?
Ik betwijfel het.
Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti zagen elkaar veelvuldig
in december 1965. Bob Dylan was begin december naar San Francisco gekomen voor
een aantal concerten in en rond de stad aan de westkust van de Verenigde
Staten. Lawrence Ferlinghetti, Bob Dylan en enkele anderen dineerden samen bij
een Japans restaurant vlak na Dylans aankomst in San Francisco. Ferlinghetti
was bij de persconferentie van Bob Dylan op 3 december 1965. Diezelfde avond en
die avond daarna bezocht Ferlinghetti Dylans concert. Twee dagen later, op 5
december, mocht Bob Dylan onderduiken in de kelder van Ferlinghetti’s City
Lights Bookstore in afwachting van de fotosessie met Allen Ginsberg, Michael
McClure en Robbie Robertson in de steeg naast de boekwinkel. Na deze fotosessie
ging het gezelschap, inclusief Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti, wat drinken.
Als Lawrence Ferlinghetti echt zo rancuneus was als Ralph Gleason beschrijft
zou hij dan in de vroege decemberdagen van 1965 dusdanig veel hebben opgetrokken
met Bob Dylan? Ik denk het niet.
Ik geloof er niks van dat Lawrence Ferlinghetti, zoals Ralph
Gleason beschrijft, volledig van zijn padje raakte door het succes van Bob
Dylan.
Ruim anderhalf jaar voor die decemberdagen van 1965, in
februari 1964, zocht Bob Dylan al eens contact met de dichter en uitgever van
onder andere Allen Ginsbergs Howl and
Other Poems (1956): Lawrence Ferlinghetti.
Dat was echter niet de eerste keer dat Bob Dylan en Lawrence
Ferlinghetti elkaar spraken.
In 1961 – aldus Ferlinghetti tegen auteur Michael Goldberg –
liepen de mannen elkaar voor het eerst tegen het lijf. Ferlinghetti stapte op
zijn weg naar buiten uit de lift in het gebouw waar uitgeverij New Directions
was gevestigd (333 Sixth Avenue, New York) toen hij in de lobby werd
aangesproken door een jongeman met een gitaar. Deze jongeman wilde – aldus
Ferlinghetti – dat New Directions zijn gedichten publiceerde.
Pas nadat Bob Dylan bekend werd realiseerde Lawrence
Ferlinghetti zich dat de jongeman die hij in 1961 in de lobby van New
Directions tegen het lijf was gelopen Bob Dylan was. Bob Dylan was zich op die
dag in 1961 – aldus Ferlinghetti – niet bewust van het feit dat hij een van de
door hem bewonderde dichters aansprak.
Op donderdag 20 februari 1964, tien dagen na het verschijnen
van Dylans derde album,
The Times They
Are A-Changin’, bezocht Bob Dylan Ferlinghetti in San Francisco om hem uit
te nodigen voor zijn concert in Berkeley van twee dagen later, maar de dichter
bleek niet thuis te zijn.
Zo’n twee maanden later schreef
Bob Dylan aan de vooravond van een reis naar Frankrijk een brief aan
Ferlinghetti. In deze brief heeft Bob Dylan het over nog te schrijven “poems of
grand embarassment” welke hij na voltooiing Ferlinghetti zou sturen. Ik kan
niet aan de indruk ontkomen dat deze geplande gedichten een voorloper zijn van
wat wij nu kennen als het boek
Tarantula
en dat Bob Dylan deze gedichten aan Ferlinghetti wilde sturen in de hoop op een
uitgave door de door Ferlinghetti opgerichte uitgeverij City Lights Books.
Enkele maanden voor Bob Dylan bij Lawrence Ferlinghetti op
de stoep stond spraken Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti met elkaar over een
mogelijke uitgave van gedichten van Bob Dylan door City Lights Books.
Sean Wilentz in zijn boek Bob Dylan In America (2010): “At some point in 1963, he [Dylan] met
Lawrence Ferlinghetti, and the two discussed possibly publishing a book of
Dylan’s writing, in the City Lights Pocket Poets Series.” Deze ontmoeting, aldus
Dylanoloog Clinton Heylin in zijn boek A
Life In Stolen Moments (1996), vond plaats in het najaar van 1963 in New
York.
Er is (helaas) nooit iets van Bob Dylan door City Lights
Books uitgegeven. Heeft Bob Dylan nooit een manuscript naar Lawrence
Ferlinghetti gestuurd of werd de inhoud van het door Bob Dylan gestuurde
manuscript door Ferlinghetti te licht bevonden? Volgens Clinton Heylin in zijn
boek Judas! zorgde de tussenkomst van
Bob Dylans manager, Albert Grossman, er voor dat City Lights Books nooit iets
van Bob Dylan publiceerde. Heylin: “At one point in 1964, owner [van City
Lights Books] Lawrence Ferlinghetti, an important poet in his own right, had
even entered into correspondence with Dylan about publishing a book of poetry,
before Grossman headed him off at the pass, signing his client with the mainstream
Macmillan, much to Dylan’s growing chagrin.”
Het is opvallend dat Bob Dylan chagrijnig werd toen hij
hoorde dat zijn manager Albert Grossman een contract had getekend met
Macmillan. Het lijkt er op dat Bob Dylan zijn boek liever gepubliceerd zag
worden door City Lights Books, dan door de rijke, voor publiciteit kunnen
zorgende uitgeverij Macmillan. De reden daarvoor lijkt voor de hand liggend:
wat City Lights Books, in tegenstelling tot Macmillan, te bieden heeft is de
associatie met het werk van de Beats. City Lights Books had begin 1964 immers
al boeken van onder andere Allen Ginsberg (enkele dichtbundels, plus het samen
met William Burroughs geschreven The Yage
Letters, 1963), Jack Kerouac (Book Of
Dreams, 1961), Lawrence Ferlinghetti (Pictures
Of The Gone World, 1955), Gregory Corso en Michael McClure uitgegeven.
Wat vond Lawrence Ferlinghetti halverwege de jaren zestig
nou echt van Bob Dylan?
In de zomer van 1965, vlak na de bekende poëzielezing op 11
juni in de Royal Albert Hall te Londen waar onder andere Allen Ginsberg en
Lawrence Ferlinghetti voorlazen, gaf Ferlinghetti een interview aan Penthouse. Tijdens dit interview wordt
Ferlinghetti gevraagd om een top vijf van hedendaagse dichters te noemen. Na
het noemen van enkele namen (onder andere Ginsberg, Neruda en Voznesenky) haalt
Ferlinghetti flink uit naar de zogenaamde academische dichters. Vervolgens legt
hij een link tussen de jeugd en de niet-academische dichters: “It happens that
when you look across the world you find out what the poets and the youths and
the younger generation latch on to in the American scene. The Beatles, for
instance, or Bob Dylan or all the folk singers in Engeland – what did they
latch on to? They didn’t latch on to the traditions and pick up the ideas and
the poems of the American Academic poets. […] 20-year olds picked up on the
beats and there is a great affinity between what is happening in Engeland, say
in folk singing circles and the beat poets.” Dit is niet de verbitterde
man zoals Ralph Gleason schetst, dit is een man die een directe, positieve link
ziet van de Beat-dichters naar de jeugd anno 1965, waaronder Bob Dylan.
Tijdens ditzelfde interview, wanneer Ferlinghetti wordt
gevraagd naar het belang van politiek in de moderne poëzie, zegt Ferlinghetti
onder andere: “The masters of war, as the Dylan song goes, are running the
world and no one is saying anything and so the poet has to speak up”.
Het moge duidelijk zijn dat Lawrence Ferlinghetti ruim voor
hij begin december 1965 Bob Dylan een aantal malen zag zich bewust was van niet
alleen de muzikant Bob Dylan, maar ook van het belang van de dichter Bob Dylan
voor de moderne poëzie in het algemeen en de voortzetting van de door de
Beat-dichters ingeslagen weg in het bijzonder.
Ruim voor Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti eind 1965
elkaar spraken las Bob Dylan in ieder geval de eerste twee dichtbundels van
Ferlinghetti: Pictures Of The Gone World uit
1955 en A Coney Island Of The Mind uit
1958.
Dylanoloog Michael Gray hoort een echo van Ferlinghetti’s
titel Pictures Of The Gone World in
Bob Dylans liner notes voor het album
Planet Waves: “Yeah the ole days Are
gone forever And the new ones Aint fAR behind, the Laughter is fAding away,
echos of a staR, of Energy Vampires in the Gone World going Wild!”
Schrijver en Dylan-kenner Robin Witting ziet nog een
overeenkomst, of beter gezegd een omgekeerde overeenkomst tussen het vijfde
gedicht in Ferlinghetti’s Pictures Of The
Gone World en Bob Dylans liner notes voor het album Highway 61 Revisited.
Ferlinghetti’s regels
this man who was all eyes
had no mouth
worden in de liner notes van Bob Dylan:
there is no eye –
there is only a series of mouths long live the mouths
Er zijn meer overeenkomsten tussen regels uit Pictures Of The Gone World en teksten
van Bob Dylan. Zo doet de regel “a poem
is a mirror walking down a strange street” uit Pictures Of The Gone World mij gelijk denken aan “a poem is a naked
person” uit Bob Dylans liner notes voor
Bringing It All Back Home.
De overeenkomsten tussen regels uit het gedicht “Crazy” uit Pictures Of The Gone World en Bob Dylans
“A Hard Rain’s A Gonna Fall” zijn helemaal opmerkelijk. Enkele voorbeelden:
Lawrence Ferlinghetti in “Crazy”:
and a dark woman with
a dark dog she called
Lucia
Bob Dylan in “A Hard Rain’s A-Gonna Fall”:
I met a white man who
walked a black dog
Ferlinghetti in “Crazy”:
and a cat on a leash
and a pekinese with a
blond baby
and a cuban in a
fedora
and a bunch of boys
posing for a group
picture
Dylan in “A Hard Rain’s A-Gonna Fall”:
I saw a newborn baby
with wild wolves all around it
I saw a highway of
diamonds with nobody on it
Of wat te denken van de overeenkomsten tussen regels van
Ferlinghetti’s “The world is a beautiful place” in Pictures Of The Gone World en Bob Dylans “Talkin’ World War III
Blues”, net als “A Hard Rain’s A-Gonna Fall” een nummer van The Freewheelin’ Bob Dylan.
Ferlinghetti:
The world is a beautiful place
to be born into
If you don’t mind some
people dying
all the time
or maybe only starving
some of the time
Dylan:
Half of the people can
be part right all of the time
Some of the people can
be all right part of the time
But all of the people
can’t be all right all of the time
I think Abraham
Lincoln said that
‘I’ll let you be in my
dreams if I can be in yours’
I said that
De overeenkomsten tussen “The world is a beautiful place” en
“Talkin’ World War III Blues” zijn niet alleen te vinden in het gebruik van
“all the time” en “some of the time”, maar ook in de licht sarcastische toon
waarmee beide dichters een serieus onderwerp aansnijden.
Hoewel de overeenkomsten tussen Pictures Of The Gone World, Lawrence Ferlinghetti’s debuut, en
teksten van Bob Dylan al opmerkelijk zijn, is Ferlinghetti’s tweede dichtbundel
– A Coney Island Of The Mind (1958) – de bundel waarin de invloed van
Ferlinghetti op Bob Dylan het meest duidelijk aanwezig is.
A Coney Island Of The
Mind bestaat uit drie delen: het eerste deel – A Coney Island Of The Mind – bestaat uit 29 gedichten, de
‘hoofdschotel’ van deze bundel. Het tweede deel, met de titel Oral Messages, bevat zeven spontaan,
tijdens het voordragen op muziek (jazz) ontstane gedichten. Het derde deel van
deze bundel bevat een herdruk van dertien gedichten uit Pictures Of The Gone World. Michael Gray wijst in zijn Bob Dylan Encyclopedia terecht op een
aantal overeenkomsten tussen de gedichten in de tweede afdeling van A Coney Island Of The Mind en enkele
Dylan-teksten.
Veel interessanter dan de overeenkomsten in regels tussen enkele gedichten in Oral Messages en Dylan-teksten waar Gray
op wijst, is de toon, het ritme, de woordkeuze in vele gedichten in het eerste
deel van A Coney Island Of The Mind
en de ‘echo’ van deze elementen in Dylans schrijven.
Deze overeenkomsten zijn zo sterk dat ik bij het lezen van A Coney Island Of The Mind soms dacht
niet Ferlinghetti maar Dylan te lezen, de Dylan van 1965 en 1966, zoals in de vervreemdende
combinatie van woorden die ogenschijnlijk niet bij elkaar horen, bijvoorbeeld
in “The poet’s eye obscenely seeing”:
mindless prairies
supermarket suburbs
steamheaded cemeteries
cinerama holy days
and protesting
cathedrals
Een andere opvallende overeenkomst tussen de gedichten in A Coney Island Of The Mind en de
songteksten op Dylans albums Bringing It
All Back Home (1965), Highway 61
Revisited (1965) en Blonde On Blonde (1966), en Dylans boek Tarantula (geschreven: 1965 - 1966,
gepubliceerd: 1971), is het veelvuldig gebruik van namen van bekende mensen en
titels van bekende kunstwerken. Zowel Lawrence
Ferlinghetti als Bob Dylan maken veelvuldig gebruik van het ‘collectieve
geheugen’, van de namen en titels die bij iedereen (min of meer) bekend zijn.
Zo komen in het gedicht “And that’s the way it always is and that’s the way”
van Lawrence Ferlinghetti onder andere de volgende namen en titels voorbij: de
bijbel, The Sun Also Rises (van
Ernest Hemingway), (William) Shakespeare, The
Waste Land (van T.S. Eliot), (Marcel) Proust, Christopher Columbus, Rudolph
Valentino, Romeo en Julia, John Barrymore, Anna
Karenina (van Tolstoi), (Sigmund) Freud, Ulysses en koning Arthur. Zeker de
helft van deze namen is ook te vinden in Bob Dylans teksten.
Zoals eerder gezegd is het vooral de toon waarin de
overeenkomsten tussen de Ferlinghetti van A
Coney Island Of The Mind en de Bob Dylan van 1965 en 1966 te vinden is.
Neem bijvoorbeeld de regels:
Jellybeams glowed in
the semi-gloom
of that september afternoon
A cat upon the counter
moved among
the licorice sticks
and tootsie rolls
and Oh Boy Gum
Die zouden zowel afkomstig kunnen zijn uit A Coney Island Of The Mind als uit een
van de brieven in Dylans Tarantula.
Ik denk dat er maar weinig mensen zijn die met zekerheid kunnen zeggen of deze
regels door Lawrence Ferlinghetti of Bob Dylan geschreven zijn.
In het artikel “He was propped in the crutch oak of an oak
tree – looking down” schrijft Tarantula-expert
Robin Witting: “In the Sixties Dylan was happily soaking up the Beats of the
Fifties and this chapter [“Chug A Lug – Chug A Lug Hear Me Hollar Hi Dee Ho” in
Tarantula] is clearly influenced by
Lawrence Ferlinghetti’s profane ‘Sometime during eternity’ [uit A Coney Island Of The Mind]”, waarbij
Witting niet alleen wijst op het gebruik van het woord “tree” in zowel het
gedicht van Ferlinghetti als het genoemde hoofdstuk in Tarantula, het “and always crooning His name” bij Ferlinghetti en
“there’s a man going round taking names” bij Dylan, maar ook wijst op de regel
“looking real Petered out” in het gedicht van Ferlinghetti en de ‘naam’ “All
Petered Out” in het hoofdstuk “Pocketful of Scoundrel” in Dylans Tarantula. Echter de belangrijkste
overeenkomst, aldus Robin Witting in een e-mail aan de auteur, is de “Christ-like
character stuck up a tree” in zowel het gedicht van Ferlinghetti als in het
hoofdstuk “Chug A Lug – Chug A Lug Hear Me Hollar Hi Dee Ho” in Bob Dylans Tarantula.
In het artikel “Bob Dylan & Lawrence Ferlinghetti: from
Mona Lisa’s trial to the Reader’s Digest” geeft Larry Faffe nog
enkele voorbeelden van de invloed van Lawrence Ferlinghetti op het schrijven
van Bob Dylan. Ik vind niet alle door Faffe gegeven voorbeelden even sterk,
maar in twee gevallen, beide gedichten uit A
Coney Island Of The Mind, heeft Faffe, denk ik, een goed punt.
Lawrence Ferlinghetti schrijft in “I Am Waiting”:
and I am waiting
for a reconstructed
Mayflower
to reach America
with its picture story
and tv rights
sold in advance to the
natives
Volgens Larry Faffe inspireerde deze regels Bob Dylan tot
“Bob Dylan’s 115th Dream” van Bringing It
All Back Home:
I was riding on the
Mayflower
When I thought I spied
some land
En:
“I think I’ll call it
America”
I said as we hit land
(…)
Captain Arab he
started
Writing up some deeds
He said, “Let’s set up
a fort
And start buying the
place with beads”
De overeenkomsten zijn inderdaad opmerkelijk. Niet alleen de
inhoud van Ferlinghetti’s “I Am Waiting” en “Bob Dylan’s 115th Dream” vertonen
overeenkomsten, maar ook is er wederom een overeenkomst in de licht
sarcastische toon in beide teksten.
Bij het andere voorbeeld dat Larry Faffe in “Bob Dylan &
Lawrence Ferlinghetti: from Mona Lisa’s trial to the Reader’s Digest” geeft,
gaat het om de overeenkomst in het gebruik van het blad Reader’s Digest in combinatie met Amerikaans patriotisme in een
tekst.
Lawrence Ferlinghetti in “Autobiography”:
I have read the
Reader’s Digest
from cover to cover
and noted the close
identification
of the United States
and the Promised Land
where every coin is
marked
In God We Trust
but the dollar bills
do not have it
being gods unto
themselves.
Bob Dylan in “Motorpsycho Nitemare” van het album Another Side Of Bob Dylan (1964):
He said he’s going to
kill me
If I don’t get out the
door
In two seconds flat
“You unpatriotic
Rotten doctor Commie
rat”
Well, he threw a
Reader’s Digest
At my head and I did
run
Het moge duidelijk zijn: Bob Dylan was (is) een groot
bewonderaar van de dichtbundel A Coney
Island Of The Mind. De gedichten in deze bundel zijn belangrijk geweest
voor de ontwikkeling van Bob Dylan-de-schrijver.
Om het belang van Lawrence Ferlinghetti in het algemeen en
de bundel
A Coney Island Of The Mind in
het bijzonder voor Bob Dylan nog eens te onderstrepen is in de
Dylan-documentaire
No Direction Home (2005)
van Martin Scorsese een fragment van het
gedicht “Autobiography” uit
A Coney
Island Of The Mind te horen terwijl beelden van Lawrence Ferlinghetti
getoond worden.
Daarnaast draaide Bob Dylan in de zestiende aflevering van
zijn radioshow Theme Time Radio Hour
– uitzending: 16 augustus 2006 – het door Bob Dorough op muziek gezette gedicht
“Dog” uit de bundel A Coney Island Of The
Mind.
In 1958, het jaar waarin A
Coney Island Of The Mind door New Directions op de markt werd gebracht,
bracht City Lights Books onder de titel Paroles;
Selected Poems door Lawrence Ferlinghetti uit het Frans vertaalde gedichten
van Jacques Prévert als het negende deel van de Pocket Poets Series op de
markt. Volgens Jaap van der Bent in zijn essay “Van Lawrence Ferlinghetti tot
Bob Dylan; de invloed van Jacques Prévert op Amerikaanse poëzie en cultuur” was
het gedicht “Le Temps Des Noyaux” van Prévert in de vertaling van Ferlinghetti
mogelijk een inspiratiebron voor Bob Dylan tijdens het schrijven van het nummer
“The Times They Are A-Changin’”.
Jaap van der Bent schrijft: “In de eerste plaats heeft de
strekking van Dylans lied veel weg van die van het gedicht van Prévert: bij de
laatste moeten de ouderen maar snel plaatsmaken voor de jongeren, terwijl de
tegenstelling bij Dylan meer te maken heeft met wie nog kan en wil veranderen
en wie niet. Maar vooral de manier waarop die boodschap wordt verwoord doet
vermoeden dat Dylan het gedicht van Prévert kende.”
Er is nog een aardige, meer toevallige link te leggen tussen
Jacques Prévert en Bob Dylan: Stephen Scobie wijst er in zijn artikel “Notes
From The 3rd Row Center” op dat het nummer “Autumn Leaves” – door Bob Dylan
opgenomen voor het album Shadows In The
Night (2015) – oorspronkelijk “Les Feuilles Mortes” heette. De tekst voor
“Les Feuilles Mortes” werd geschreven door Jacques Prévert. Deze tekst is
helaas niet te vinden in Paroles, het
boek met door Lawrence Ferlinghetti gemaakte vertalingen van Prévert.
De invloed van Lawrence Ferlinghetti op Bob Dylan beperkt
zich niet tot de gedichten in Pictures Of
The Gone World, A Coney Island Of The
Mind en de vertalingen van Jacques Prévert. Er zijn overeenkomsten te vinden tussen het door Ferlinghetti
geschreven toneelstuk “The Victims Of Amnesia” – te vinden in het boek Unfair Arguments With Existence (1964) -
en Bob Dylans “Visions Of Johanna” van het album Blonde On Blonde (1966). Die overeenkomsten zijn niet dusdanig dat
er met zekerheid gesteld kan worden dat Bob Dylan elementen uit “The Victims Of
Amnesia” gebruikte voor “Visions Of Johanna”, maar de overeenkomsten zijn wel
dusdanig dat ik er hier niet aan voorbij kan of wil gaan.
In “Visions Of Johanna” vraagt “the night watchman” zich af
wie er nou gek is, hij of de anderen. De “night clerk” in Ferlinghetti’s “The
Victims Of Amnesia” lijkt zich, vooral in scène 3, hetzelfde af te vragen. Met
dit in mijn achterhoofd begonnen andere overeenkomsten tussen Ferlinghetti’s
toneelstuk en Bob Dylans song mij op te vallen, zoals de “‘D’ train” in
“Visions Of Johanna” en het missen van de trein in “The Victims Of Amnesia”.
Daarnaast is er de overeenkomst in toon tussen de beide schrijvers en lijken
enkele regels uit het laatste couplet van “Visions Of Johanna” niet heel sterk
op toneelaanwijzingen?
Maar meest opvallend is misschien nog wel dat in zowel “The
Victims Of Amnesia” als in “Visions Of Johanna” er sprake is van “Blindman’s
Bluff”. Nou lijkt het noemen van het spel blindemannetje niet zo heel
bijzonder, ware het niet dat zowel Ferlinghetti als Dylan de naam van dit spel
schrijven als “Blindman’s Bluff”. Wie op internet zoekt naar “Blindman’s Bluff”
zal al snel tot de conclusie komen dat de naam van dit spel op vele manieren geschreven
kan worden – “Blind Man’s Buff”, “Blind Man’s Bluff”, “Blindman’s Buff” of
“Blind-man’s Buff” – maar eigenlijk nooit zoals Lawrence Ferlinghetti en Bob
Dylan het schrijven: “Blindman’s Bluff”. Vond Bob Dylan de schrijfwijze
“Blindman’s Bluff” bij Ferlinghetti?
De invloed van Lawrence Ferlinghetti op Bob Dylan was geen
eenrichtingsverkeer. Zoals de toon van Lawrence Ferlinghetti in de teksten van
Bob Dylan sloop, zo sloop in latere jaren Bob Dylan in de gedichten van
Lawrence Ferlinghetti.
De Dylan-liefhebber die tijdens de enorme vloed aan
Dylan-boeken die verschenen rond Bob Dylans zeventigste verjaardag in 2011 de
bloemlezing The Captain’s Tower kocht
– een bloemlezing met zeventig aan Bob Dylan gewijde gedichten - las in die
bundel het gedicht “The Jack Of Hearts” van Lawrence Ferlinghetti. “The Jack Of
Hearts” is opgedragen aan Bob Dylan en verscheen voor het eerst in de bundel Who Are We Now? uit 1976.
“The Jack Of Hearts” is zeker niet het eerste of het laatste
gedicht van Lawrence Ferlinghetti waarin Bob Dylan – of een verwijzing naar
zijn werk - te vinden is.
In het gedicht “After The Cries Of The Birds” in de bundel The Secret Meaning Of Things (1968)
schrijft Ferlinghetti:
in a new visionary society
now only dimly
recognizable
in folk-rock ballrooms
Hoewel dit geen directe verwijzing naar Bob Dylan is, kan ik
niet aan de indruk ontkomen dat Ferlinghetti – naast mogelijk andere muzikanten
- in ieder geval Bob Dylan in gedachten had toen hij over “folk-rock ballrooms”
schreef. Volgens Ferlinghetti-biograaf Neeli Cherkovski werd “After The Cries
Of The Birds” geschreven in “the mid-sixties”.
In december 1965 bezocht Ferlinghetti concerten van Bob
Dylan. Het is goed mogelijk dat “After The Cries Of The Birds” werd geschreven
na het bezoek aan een van die concerten.
In 1973 verscheen de bundel Open Eye, Open Heart van Lawrence Ferlinghetti met daarin het
gedicht “Mother Of Light Mantra”. Dat gedicht begint met:
Father of love
Mother of rain
Father of night
Mother of pain
Father of day
Mother of light
Door onderaan het gedicht “After Zimmerman” te zetten
bevestigt Ferlinghetti wat de lezer al is opgevallen: “Mother Of Light Mantra”
is gebaseerd op Bob Dylans “Father Of Night” van het album New Morning (1970).
De bundel Open Eye,
Open Heart van Ferlinghetti bevat ook het gedicht “A Parade Tirade” met de
regel: “and good day Fidel He doesn’t want to marry your sister”, een regel die
Dylan mogelijk gebruikte voor zijn song “Jokerman” van het album Infidels (1983).
Het tijdens de vierde uitzending van Theme Time Radio Hour door Bob Dylan voorgelezen gedicht “Baseball
Canto” van Ferlinghetti komt net als “Mother Of Light Mantra” en “A Parade
Tirade” uit Open Eye, Open Heart.
Het gedicht “The Love Nut” van Ferlinghetti uit de bundel Landscapes Of Living & Dying (1979)
bevat de regels: “He wants to scatter poems from airplanes across the landscape
He’s some kinda poetic nut Like he thinks he’s Dylan Thomas and Bob Dylan
rolled together with Charlie Chaplin thrown in”.
Het zijn regels die iedere keer dat ik ze lees mij laten
glimlachen. Het ‘collectieve geheugen’ dicteert dat de jonge Robert Zimmerman
zijn naam veranderde in Bob Dylan ter ere van de dichter Dylan Thomas, maar wat
het ‘collectieve geheugen’ niet vertelt is dat de jonge Bob Dylan
waarschijnlijk meer inspiratie vond bij de filmmaker Charlie Chaplin dan in de
gedichten van Dylan Thomas. En Lawrence Ferlinghetti noemt ze in “The Love Nut”
alle drie: Dylan Thomas, Charlie Chaplin en Bob Dylan.
In dezelfde bundel vinden we ook nog het gedicht “Adieu À
Charlot” met de regels:
And then the saga of On
the Road
And the Bob Dylan myth
Blowing in the Wind
How many roads must a
man walk down
How many Neal Cassadys
on lost railroad tracks
How many replicas of
Woody Guthrie with cracked guitars
En ook hier, net als in het gedicht “The Love Nut”, laat
Ferlinghetti een aantal bekende connecties op verrassende wijze in elkaar
grijpen: Jack Kerouacs On The Road,
een boek waarin Neal Cassady een hoofdrol speelt. Cassady stierf na een
wandeltocht over een spoorlijn. Bob Dylans “Blowin’ In The Wind” en Dylans
grote voorbeeld Woody Guthrie. (In de regels na de geciteerde regels komen we
nog “longhaired Joan” [Baez?] en Allen Ginsberg tegen.)
Op 28 maart 1979 vond er een nucleaire ramp plaats in de
Three Mile Island kerncentrale in Dauphin County te Pennsylvania. In reactie op
de gebeurtenissen rond deze ramp schreef Ferlinghetti het gedicht “A Nation Of
Sheep” dat ook te vinden is in de bundel Landscapes
Of Living & Dying en waarvan een vroege versie constant op de radio te
horen was tijdens de protesten, in april 1979, van studenten in Madison,
Wisconsin.
Dit gedicht bevat twee keer de regel “or wherever the hard rain
falls”, een directe verwijzing naar Bob Dylans “A Hard Rain’s A-Gonna Fall”.
De bundel waar “A Nation Of Sheep” in te vinden is, Landscapes Of Living & Dying, opent
met regels die doen denken aan Bob Dylans nummer “Early Roman Kings” van het
album Tempest (2012). Het is
misschien nog meer de sfeer dan de inhoud van die regels waarin ik de
overeenkomst hoor tussen Ferlinghetti’s gedicht “The Old Italians Dying” en Bob
Dylans “Early Roman Kings”.
Ferlinghetti in “The Old Italians Dying”:
For years the old
Italians have been dying
all over America
For years the old
Italians in faded felt hats
have been sunning
themselves and dying
You have seen them on the
benches
in the park in
Washington Square
the old Italians in
their black high button shoes
the old men in their
old felt fedoras
with stained hatbands
Als ik deze regels lees denk ik aan de eerste vier regels
van Bob Dylans “Early Roman Kings” van het album Tempest:
All the early Roman
Kings in their sharkskin suits
Bowties and buttons,
high top boots
Driving the spikes in,
blazing the rails
Nailed in their
coffins in top hats and tails
Zou Bob Dylan Landscapes
Of Living & Dying gelezen hebben vlak voor hij “Early Roman Kings”
schreef? Waarschijnlijk niet. Veel waarschijnlijker is dit een overeenkomst die
alleen bestaat in de geest van degene die overeenkomsten tussen de werken van
Lawrence Ferlinghetti en Bob Dylan wil vinden.
1979, het jaar dat Ferlinghetti’s Landscapes Of Living & Dying verscheen, is ook het jaar waarin
Bob Dylans album Slow Train Coming op
de markt kwam. Slow Train Coming is
het eerste album van Dylans zogenaamde religieuze periode. Zo’n twee maanden na
het verschijnen van Slow Train Coming begon
Bob Dylan met een serie van veertien concerten in zestien dagen in San
Francisco aan een periode waarin hij tijdens concerten uitsluitend religieuze
muziek speelde. Voor een van deze concerten in het Fox Warfield Theatre in San
Francisco ontving Lawrence Ferlinghetti twee toegangskaarten van Bob Dylan.
Lawrence Ferlinghetti nam Raymond Foye, een medewerker van Ferlinghetti’s City
Lights Bookstore, mee naar het concert. Volgens Foye verlieten Ferlinghetti en
hij voortijdig het concert, teleurgesteld over de religie in Dylans muziek.
Foye: “We left towards the end of the show. Ferlinghetti
said to me, essentially, ‘The whole point of the sixties was that we were free
of all these old prejudices and ideologies. That’s what we struggled for: you
don’t have to serve somebody.’ He was fairly upset.”
In februari 1980 kreeg Bob Dylan een Grammy voor “Gotta
Serve Somebody” van Slow Train Coming.
Het ontvangen van deze Grammy en de daaruit voortvloeiende aandacht voor “Gotta
Serve Somebody” was waarschijnlijk de reden voor Lawrence Ferlinghetti om begin
april 1980 in een brief aan Allen Ginsberg een flinke sneer uit te delen. Hij
schreef: “So you’re following Dylan: ‘You got to serve someone.’ Poor Dylan, I
think he has lost his brains on this latest record of his (Slow Train Coming). Fer Christ’s sake! I don’t gotta serve nobody.
You gotta serve someone, indeed. (King, guru, lama, führer, fucker, lover!)
See you in church -”
De moeite die Lawrence Ferlinghetti had met Bob Dylans
religieuze periode was geen reden voor Ferlinghetti om in het vervolg over Bob
Dylan te zwijgen, al lijkt Ferlinghetti zich in latere jaren te beperken tot
verwijzingen naar songs van Bob Dylan uit de jaren zestig, zoals “Gates Of
Eden” (1965) in “A Buddha In The Woodpile” uit These Are My Rivers (1993) en “Masters Of War” (1963) in “A Casino
Culture” uit Blasts Cries Laughter (2014):
If there had somehow
been
just one Gandhian
spinner
with Brian Wilson at
the gates of the White House
at the Gates of Eden
then it wouldn’t have
been
Vietnam once again
En:
A shooting gallery for
masters of war
Toen Lawrence Ferlinghetti in 1998 tot Poet Laureate van de
stad San Francisco werd benoemd stelde hij tijdens zijn inauguratiespeech voor
om onder de titel “Poetry As News” een maandelijkse column in de krant te
vullen met “great poems of the past that still are news.” Vervolgens noemt
Ferlinghetti een aantal gedichten en dichters die volgens hem in die column
thuis horen, waaronder “Bob Dylan’s early songs”.
De bundel Blasts Cries
Laughter bevat overigens nog een andere, opmerkelijke verwijzing naar Bob
Dylan die voor de meeste lezers verborgen zal blijven en wel in de regel “Easy
Riders Midnight Cowboys” in het gedicht “Cut Down!”. Voor de film Easy Rider (1969) schreef Bob Dylan twee
regels tekst voor het titelnummer en gaf deze regels aan Roger McGuinn. McGuinn
vulde die twee regels aan tot hij een complete song had: “Ballad of Easy
Rider”. Bob Dylan wilde geen credits
voor zijn bijdrage.
Voor de soundtrack van Midnight
Cowboy (1969) componeerde Bob Dylan “Lay Lady Lay”, maar aangezien hij zijn
bijdrage te laat inleverde, kon deze niet meer gebruikt worden.
Al dan niet met opzet creëerde Ferlinghetti met zijn uit
vier woorden bestaande regel in “Cut Down!” verwijzingen naar twee bijna
bijdragen van Bob Dylan aan soundtracks.
Verder bevat het gedicht in wording “From Word” van Lawrence
Ferlinghetti, zoals het is opgenomen in het tijdschrift Beat Scene 26 in de regel “God was always on our side anyway” een
verwijzing naar Bob Dylans “With God On Our Side” van het album The Times They Are A-Changin’ (1964).
Zoals Ferlinghetti soms uit Dylans werk citeert, zo citeert
Ferlinghetti ook vaak uit eigen werk, zoals in de bundel Americus book I (2004). In deze werkelijk schitterende bundel
citeert Ferlinghetti uit de eerder genoemde gedichten “Adieu À Charlot” en “The
Jack Of Hearts” waardoor Bob Dylan ook te vinden is in deze bundel van
Ferlinghetti.
In 2012 publiceerde Ferlinghetti een vervolg op Americus book I: Time Of Useful Consciousness (Americus; Book II) en ook in dit boek
citeert Ferlinghetti weer uit zijn eigen gedicht “The Jack Of Hearts”. In het
gedicht waarin Ferlinghetti uit “The Jack Of Hearts” citeert noemt hij Bob
Dylan, samen met Woody Guthrie, Pete Seeger, Paul Robeson en Johnny Cash “the
true popular poets of America” en zegt hij over deze zangers:
their voices moving
everyone
(more than the poets
in books,
the printing press
having made them so silent)
In het achtste gedicht – een gedicht over San Francisco
- in Time
Of Useful Consciousness komen we Bob Dylan twee keer tegen:
And Bob Dylan singing
‘Masters of War’ on KPFA
En:
And then the Last
Waltz of Dylan’s band
on the day that
Winterland closed forever
brings the Sixties to
an end
sometime in the
Seventies
Voor zover ik heb kunnen nagaan zijn dit geen citaten uit
eigen werk. Opvallend is dat Ferlinghetti The Last Waltz, het afscheidsconcert
van The Band in 1976, markeert als het einde van de jaren zestig. Niet alleen
Bob Dylan trad op tijdens dit afscheidsconcert, maar ook Lawrence Ferlinghetti.
Hij droeg het gedicht “Loud Prayer” voor.
In 2007 publiceerde New Directions Poetry As Insurgent Art van Lawrence Ferlinghetti. In dit boekje
worden een aantal oude stukken van Ferlinghetti samengebracht met het niet
eerder gepubliceerde titelstuk. Dit stuk laat zich het best lezen als een serie
adviezen van de oude dichter Ferlinghetti aan de nieuwe generatie dichters die
zich aandient. Een van de adviezen van Ferlinghetti in dit stuk luidt: “Dig
folk singers who are the true singing poets of yesterday and today.” Ik kan me niet aan de
indruk onttrekken dat een van de “folk singers” waar Lawrence Ferlinghetti aan
dacht bij het schrijven van deze woorden Bob Dylan is.
In oktober 2016 maakte het Nobelcomité bekend dat de
Nobelprijs voor de literatuur dat jaar naar Bob Dylan ging. Wereldwijd
reageerden vele romanciers en dichters verontwaardigd. Bob Dylans liedteksten –
aldus de klagende schrijvers – zijn geen literatuur. Literatuur is in boeken te
vinden, niet op het podium van een concertzaal, aldus deze schrijvers.
Eén van de weinige schrijvers die wel positief reageerde op
de bekendmaking van de verrassende winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur
2016 was de toen 97-jarige Lawrence Ferlinghetti.
Ferlinghetti: “He [Dylan] really deserves the Nobel Prize because his poetry
has reached more people than any written poet of his generation — of all
generations.”
Het moge duidelijk zijn dat Bob Dylan, met name in de jaren
1965 en 1966, beïnvloed is door Lawrence Ferlinghetti en dat Lawrence Ferlinghetti
in latere jaren net zo beïnvloed werd door Bob Dylan. De door mij gegeven
voorbeelden van verwijzingen naar Bob Dylan in gedichten van Lawrence
Ferlinghetti vormen mogelijk slechts een deel van de verwijzingen die Lawrence
Ferlinghetti in zijn gedichten heeft verwerkt. Ferlinghetti heeft veel
geschreven (en gepubliceerd), een groot deel van zijn boeken had ik tot mijn
beschikking tijdens het schrijven van Dylan
& de Beats, maar niet al zijn boeken.
Het is opmerkelijk dat, wanneer er geschreven of gesproken
wordt over de relatie tussen Bob Dylan en de Beats, er eigenlijk altijd vooral
gewezen wordt op de vriendschap tussen Allen Ginsberg en Bob Dylan en, in
mindere mate, de invloed van de boeken van Jack Kerouac op Bob Dylan. Minstens
net zo belangrijk als de vriendschap tussen Ginsberg en Dylan wanneer het gaat
om Bob Dylan en de Beats, is de wederzijdse beïnvloeding tussen Bob Dylan en
Lawrence Ferlinghetti.