Dylan vinden waar hij niet of nauwelijks is #202

'Geld moet rollen,' met die gevleugelde woorden op de lippen sta ik regelmatig bij een kassa. Bijna altijd gaat het om muziek en / of boeken. De combinatie van die twee - boeken over muziek - werkt helemaal als een magneet op mij. Ik heb een zwak voor boeken over platenzaken en / of (ontwerpers van) platenhoezen. Nu zou je misschien denken dat er niet zoveel boeken over dit onderwerp zijn, maar de doorbuigende plank in mijn boekenkast weet wel beter.
Gisteren zijn er weer een aantal boeken bijgekomen voor dat plankje, waaronder het werkelijk schitterende Five Hundred 45s (Collins Design, 2010). Net als in veel van die boeken over platenhoezen, is ook in dit boek Bob Dylan te vinden, maar het is natuurlijk niet zo vreemd om de hoezen van enkele Dylansingles tegen te komen in een boek met afbeeldingen van 500 singles. Daar gaat het me nu dan ook niet om, een Dylansingle vinden in Five Hundred 45s valt niet in de categorie 'niet of nauwelijks', maar kan onder het kopje 'logisch' weggeschreven worden.
Het gaat mij dit keer om The Clash, de Britse punkband met Joe Strummer, Mick Jones, Paul Simonon en Topper Headon. Op het eerste oog lijken Bob Dylan en The Clash uit twee verschillende werelden te komen, maar dat is maar schijn. Allereerst is er natuurlijk 'Sally Sue Brown' van Bob Dylans album Down In The Groove waarop Mick Jones en Paul Simonon van The Clash meespelen. Verder is er de film Joe Strummer - The Future is Unwritten over The Clash-frontman waarin Dylans versie van 'Corrina, Corrina' te horen is. Daarnaast zeurt er ergens in mijn achterhoofd nog een verhaal dat ik een keer ergens gelezen of gehoord moet hebben dat Bob Dylan een van zijn zoons meenam naar een concert van The Clash. 
En tot slot is er nog dat concert in Londen op 21 november 2005 waarbij Dylan aan het begin van de toegiften de Clash-klassieker 'London Calling' inzette. Eén herhaling drie avonden later, daarna nooit meer. In zijn onlangs verschenen boek The Philosophy Of Modern Song schrijft Bob Dylan in zijn hoofdstuk over de song 'London Calling' onder andere: 'Punk rock is the music of frustration and anger, but the Clash are different.' en 'This is probably the Clash at their best and their most relevant, their most desperate.'
'London Calling' is volgens Dylan dus The Clash op z'n best. Of ik vind dat hij gelijk heeft, doet er niet toe. Het gaat mij om die song, om 'London Calling'. Om de single 'London Calling' en de hoes van deze single die te vinden is in Five Hundred 45s. Op de hoes van die single zien we een jongen en een meisje zittend op de grond naast een platenspeler. Rond hen liggen verschillende hoezen van elpees, zoals de hoes van het eigen debuutalbum, de hoes van Elvis' Rock 'N' Roll (de hoes die als inspiratie diende voor de hoes van het album London Calling van The Clash) en hoezen van albums van Sex Pistols (Never Mind The Bollocks), The Rolling Stones en The Beatles (Please Please Me). Links naast de jongen ligt nog een elpeehoes, het is de enige hoes waarvan niet de voorkant, maar de achterkant te zien is. Die is niet zo makkelijk te herkennen, vooral omdat de achterzijde van de Engelse hoes met één foto is afgebeeld, in plaats van de veel meer voorkomende hoes met drie foto's: Bob Dylans Highway 61 Revisited. Zouden de afgebeelde albumhoezen een weergave zijn van de muzikale voorkeur van de leden van The Clash? Hebben de leden van The Clash zich bemoeid met het ontwerp van dit hoesje? Ik durf het niet te zeggen, maar ergens lijkt het wel te passen: The Clash die luistert naar Elvis, The Beatles, Sex Pistols, Rolling Stones en Bob Dylan.
Na een zoektocht op Discogs blijkt de hoes van 'London Calling' ook in het geel en groen te zijn uitgegeven en zowel voor 7" als 12" te bestaan. 
Nog even terug naar de hoes van het album London Calling van The Clash en hoe voor dit ontwerp is gekeken naar de hoes van Rock 'N' Roll van Elvis Presley. Spencer Drate en Judith Salavetz, de samenstellers van Five Hundred 45s doen een soortgelijk iets. Ze hebben in dit boek regelmatig hoezen naast elkaar gezet die enige overeenkomst vertonen. Zo hebben ze bijvoorbeeld (de achterzijde van) de hoes van Elvis' single 'Suspicious Mind' (1969) gezet naast de hoes van Bob Dylans 'Positively 4th Street' (1965). Door deze opmaakkeuze, ga ik met nieuwe ogen kijken naar die hoezen. Dat is een belangrijke reden om een boek als Five Hundred 45s te koesteren.






2 opmerkingen:

Anoniem zei

Het hier afgebeelde debuutalbum van Elvis Presley kreeg alleen in Engeland de titel 'Rock 'N' Roll', met een afwijkende tracklist en werd uitgebracht door His Masters Voice (EMI) i.p.v. RCA. In de VS en elders behield de plaat de originele titel 'Elvis Presley'.
Enigszins vergelijkbaar met 'Subterranean Homesick Blues' (voor 'Bringing It All Back Home') in Nederland.
Peter

Anoniem zei

Interessant. En het zal niet zomaar zijn dat ze de hoes als inspiratie namen, ook de lyrics inhoudelijk gaan over hetzelfde thema. Zowel bij Presley, the Clash en Dylan.
Dit hoeft niet op de site!

groet
Mirte