aantekening #8472

Wat ik op deze blog schrijf, komt vaak ook via een link op Facebook terecht. Ik draai het nu eens om. Vanochtend herinnerde Facebook mij er aan dat ik vandaag precies een jaar geleden - Kerouacs 100ste verjaardag - iets over deze Amerikaanse schrijver heb geschreven. Ik plaats het nu ook hier:

Op 12 maart 1922, vandaag honderd jaar geleden, werd Jean-Louis Lebris de Kerouac geboren. Als Jack Kerouac schreef hij tientallen boeken, waaronder Desolation Angels, The Dharma Bums, The Subterraneans en zijn bekendste boek: On The Road. Samen met Allen Ginsberg en William Burroughs behoort hij tot de belangrijkste vertegenwoordigers van The Beat Generation.

Kerouac schreef zijn boeken niet alleen in een razend tempo, maar ook in een razende taal, geïnspireerd op het ritme en de flow van de weg en de jazz. 

De boeken van Jack Kerouac zijn van grote invloed geweest op de songschrijver Bob Dylan. Mexico City Blues schokte eind jaren vijftig de jonge Dylan voldoende om vijftien jaar later op camera met Allen Ginsberg uit het boek te lezen tijdens een bezoek aan het graf van Jack Kerouac. In Desolation Angels vond hij inspiratie voor songs op Highway 61 Revisited. Op menig herdruk van On The Road staan op de achterzijde de uit Dylans mond opgetekende woorden: It changed my life like it changed everyone else's. En op het recente Rough And Rowdy Ways (2020) komen we Kerouac weer tegen, in de song 'Key West': I was born on the wrong side of the railroad track / Like Ginsberg, Corso and Kerouac. Het laat zien dat Bob Dylan de Beat-schrijvers anno 2020 nog niet vergeten is. En terecht, er is een overeenkomst, een verbintenis tussen de Beats en Dylan. Ze tappen deels uit hetzelfde vaatje, ze hebben dezelfde oorsprong, dezelfde achtergrond. Ze komen uit hetzelfde deel van de stad, om Dylans metafoor in stand te houden, van the wrong side of the railroad track. Dat verbindt.

Meer over de relatie tussen Bob Dylan en de schrijvers van The Beat Generation is te vinden in mijn boek Dylan & de Beats.

De afgebeelde editie van On The Road is van de eerste pocketeditie, uitgegeven door Signet, voor het eerst in september 1958. Het is de editie, zo stel ik me voor, die de jonge Bob Dylan las. Het kan haast niet missen dat het deze editie was die de jonge Dylan bij de strot greep aangezien hij het boek volgens eigen zeggen zo rond 1959 las. Dit is de editie die toen in Amerika te koop was. De afbeelding op Dylans website lijkt dit te bevestigen, zie hier.

Ik ben de trotse bezitter van een eerste druk van deze Signet-editie van On The Road. Ik had ooit een tweede exemplaar, zelfde voorkant, iets latere druk. Die heb ik weggegeven, jaren geleden al weer, aan de man die zei 'm op zijn bureau te zetten zodat hij er op gezette tijden naar kon staren. 

~ * ~ * ~

Een valkuil voor de lezende Dylanliefhebber is dat hij / zij zich beperkt tot de Dylanbibliotheek. Daardoor lees je steeds (min of meer) dezelfde verhalen, vooral als de schrijvers van al die Dylanboeken - net als jij - zich heeft beperkt tot het raadplegen van diezelfde Dylanbibliotheek voor het schrijven van het eigen boek. Het is een valkuil waar ik zelf ooit ingevallen ben en mij sinds enkele jaren - dank Rob - uitwerk. Inmiddels heb ik - schat ik - meer boeken gelezen die niet over Dylan handelen, maar waarin de zanger / songschrijver zijdelings voorbij komt, dan boeken uit de immer uitdijende Dylanbibliotheek. En soms bevatten die 'zijdelingsboeken' verrassende informatie over Dylans leven en / of werk, informatie die niet in de Dylanbibliotheek te vinden is.

Een goede vindplek voor 'zijdelingsboeken' is de kringloopwinkel. Daar vond ik al weer ruim twee jaar geleden de door Neville Judd geschreven biografie Al Stewart; The True Life Adventures of a Folk Rock Troubadour. Al bladerend door dat boek vond ik een bruikbaar citaat voor een stuk over Bob Dylan en Lawrence Ferlinghetti (zie hier). Daarna vergat ik het, tot afgelopen week.

In het boek staat een fragment uit een interview dat Karl Dallas had met Al Stewart voor Melody Maker. Stewart: 'There was a girl at the Newport Folk Festival a few years ago, when Bob Dylan was still considered a protest singer, who shouted out to him: "Let us kill for you, Bobby. Just tell us who to kill and we'll do it.'"

Het boek van Judd geeft verder geen duidelijkheid over welke editie van het Newport Folk Festival dit gaat, maar gezien de context denk ik dat het gaat om de editie van 1963 (of misschien 1964). 

Stel je voor, je bent net de twintig gepasseerd. De uitnodiging voor het Newport Folk Festival, editie 1963 heb je op zak. Tussen workshops en optredens zoek je ontspanning in en rond het zwembad. En dan is het zover, tijd voor een van je optredens. Je bent het podium opgehesen van een prestigieus muziekfestival als een jonge songschrijver-God-met-al-de-antwoorden en een jonge griet schreeuwt naar je dat ze voor je zal moorden, maakt niet uit wie. Het enige dat je hoeft te doen is de opdracht geven. Met dit in het achterhoofd: Is het gek dat Bob Dylan zich afkeerde van de protestsongs, van de folkbeweging die naar hem keek voor antwoorden? Is het vreemd dat de jonge Dylan het label 'stem van een generatie' als een last ervaarde en dit afwierp?

Niet lang na dat festival waarbij de jongedame zich opwierp als a gun for hire song Dylan in 'Subterranean Homesick Blues', de openingssong van Bringing It All Back Home

Girl by the whirlpool

Lookin’ for a new fool

Don’t follow leaders

Watch the parkin’ meters

~ * ~ * ~

Voor het citaat uit het tweede boek - Margrave Of The Marshes, de autobiografie John Peel - maken we een sprong van ruim tien jaar, naar begin 1976, 6 januari om precies te zijn. Brits radiomaker John Peel presenteert van maandag tot en met vrijdag van 11 tot 12 uur 's avonds een show op Radio 1. Grote rivaal van Radio 1 is Capital Radio. Peel in zijn dagboek van 6 januari 1976:

Petals had heard Nicky B. Horne on Capital saying they had a British exclusive on the new Dylan LP, Desire, and he phoned CBS to check it out. We could hardly believe our luck when Lewis of CBS told us he had a white label on his desk and would send it round. When it arrived, I hurtled down for it before they desided we shouldn't have it, didn't even dare call for recording info lest they discover they'd made an error. Timed it and it was marvellous - also 55 minutes long. 

Started the programme tonight by saying how fed up I was after hearing that other station had an exclusive on Dylan tomorrow night. 'Now that,' I concluded, 'really is annoying,' and played the whole LP. Played a reggae record, 'Dreadlocks Came To Dinner', while I turned it over, and that was the only record in the programme.

Er zijn twee zaken interessant aan bovenstaand citaat: allereerst de data. Volgens dit citaat zou Bob Dylans Desire voor het eerst op 7 januari 1976 op de Britse radio te horen zijn, op Capital Radio. Dit tot groot verdriet van John Peel. Peel weet op 6 januari een promo van het album in handen te krijgen en draait het album in de uitzending van 6 januari. An sich lijkt daar niks mis mee, ware het niet dat Desire volgens Searching For A Gem in Engeland (net als in bijvoorbeeld Amerika en Nederland) op  maandag 5 januari uitkwam. Stel dat de informatie op Searching For A Gem klopt, dan had John Peel tijd zat om op maandag 5 of dinsdag 6 januari naar de lokale platenboer te lopen, Desire te kopen en concurrent Capital Radio een hak te zetten. Hij was in dat geval niet afhankelijk van CBS of een promo.

En waarom beloofde CBS Engeland - als de informatie op Searching For A Gem klopt -  Capital Radio de exclusieve primeur van Desire in de uitzending van 7 januari terwijl het album dan al twee dagen in de winkels lag (en iedere Dylanliefhebber niet alleen al een exemplaar in huis had, maar deze ook inmiddels uitvoerig beluisterd had?)

Het meest waarschijnlijk is het dat de releasedatum van 5 januari, zoals gegeven op Searching For A Gem niet klopt, dat het album mogelijk later in diezelfde week in Engeland in de winkels lag en dat in de aanloop naar die release Desire eerst op Radio 1 en een dag later, op 7 januari, op Capital Radio (en nogmaals Radio 1) te beluisteren was.

Het tweede dat opvalt is dat Peel het heeft over een white label, een promopersing met een wit label. CBS Engeland perste de platen voor de Engelse markt, maar voor zover bekend werden er door CBS Engeland geen promo's met witte labels van Desire geperst. In Amerika werden wel promo's met witte labels van dit album gemaakt. Was CBS Engeland in het bezit van zo'n Amerikaanse promo of heeft CBS Engeland toch promo's met witte labels geperst, maar is daarover tot op heden niks bekend in de verzamelaarswereld?

En wat kregen de recensenten in Engeland van CBS om over Desire te schrijven? Bekend is dat in Nederland voor het album in de winkels lag OOR-recensent Bert van de Kamp van CBS een cassette kreeg met daarop het album. Geen artwork en een mopperende Emmylou Harris aan het eind van 'Oh Sister', een 'Oh Sister' dus die iets langer duurde dan de versie die vanaf begin januari in de winkels lag.

~ * ~ * ~

2 opmerkingen:

John Spoor zei

Wonderlijk Tom, ik ben van je gewend dat je wanneer je iets schrijft doorgaans voorzichtig, aftastend de diverse mogelijkheden/bronnen op een rijtje zet, met veel ruimte voor andere interpretaties.
Nu komt een citaat van Al Stewart, uit een interview met Karl Dallas, met zo'n stelligheid en een link met een lied, dat ik ervan schrik. Klopt het verhaal wel? Ik heb het in al die jaren dat ik Dylan en aanverwante boeken & artikelen lees nog niet eerder gelezen. Dat zegt op zichzelf niets, maar gelet op de heftigheid van de uitspraak, zou je verwachten die die toch iets meer stof zou doen opwaaien. Is er nog meer over bekend? Groet, John

tom w zei

Ha John,

Het is opmerkelijk omdat er nergens anders - voor zover ik weet - iets over de vinden is. Dat maakt het opmerkelijk en wil ik er meer over weten. Natuurlijk staat niet 100% vast, etc. Juist niet. En ja, je hebt gelijk, dit verdient verder zoeken.