Vierde open brief

Mister D,

Ik heb vandaag voor het eerst van mijn leven een voetbaltijdschrift ingekeken. Ik heb het twee dagen geleden besteld bij de lokale boekhandel, het werd vandaag bezorgd. Het is voor het eerst dat een uitwas van de lockdown in mijn voordeel uitpakt. Ik zou me kapot schamen wanneer ik bij de kiosk een voetbaltijdschrift uit de schappen zou pakken. Het zou haast als porno kopen voelen als ik met dat blad naar de kassa had moeten lopen om af te rekenen al mompelend dat ik het koop voor de goede artikelen. Die wandelgang vol schaamte is mij - antiatleet tot in mijn tenen - bespaard gebleven, het tijdschrift werd vanmiddag discreet verpakt door mijn brievenbus geschoven.

Nee, ik heb de nieuwste editie van Hard gras - met zo'n titel had 't porno kunnen wezen - niet gekocht vanwege de voetbal, maar vanwege - komt 'ie - een goed artikel. Ik heb het over een stuk van Daan Heerma van Voss over het concert dat je gaf op 23 juni 1978 in De Kuip te Rotterdam. Dat concert zal voor jou een van de velen zijn, niet iets waar herinneringen aan kleven, maar voor Hollanders als ondergetekende behoort 23 juni 1978 tot de grote data, tot de momenten in de recente geschiedenis die er toe doen. Van alle concerten die je in Nederland hebt gegeven is er over geen concert zoveel geschreven als die van 23 juni 1978. Ik heb er inmiddels zoveel over gelezen (en geschreven) dat ik mij dat concert kan herinneren, ook al was ik die junidag niet in de buurt van Rotterdam, maar zat ik aan de andere kant van Nederland in de zandbak van mijn jeugd bleu te wezen.

Het verhaal van Heerma van Voss is aardig, hier en daar wordt in dat stuk de connectie gezocht tussen dat concert en voetbal. Er is een gedicht van Pieter Jan Mellegers over dat concert waarin voetbal ook een rol speelt. Heerma van Voss noemt het niet. Nederlands bekendste voetballer, Johan Cruijff noemt hij wel, maar niet dat die Cruijff ook naar jouw muziek luisterde.

In tegenstelling tot voetbaltijdschriften kan ik zonder gĂȘne stripboeken en comics kopen. Mijn vader riep vroeger regelmatig dat ik eens een echt boek moest lezen als ik voor de zoveelste keer een album van Asterix verslond. ik heb mede daardoor lang gedacht dat stripboeken en comics inferieur zijn aan romans, dichtbundels en dergelijke. Ik heb inmiddels die absurde gedachte van me af kunnen zetten waardoor in mijn boekenkast naast de boeken van Jeroen Brouwers banden met de avonturen van Batman staan. Naast de overbekende superheldenseries heb ik een zwak voor strips en comics waarin muziek een belangrijke rol speelt. Zo las ik een week of twee geleden een schitterende graphic novel over jazzgrootheid Charlie Parker.

Vanochtend heb ik bij mijn vaste dealer weer een flinke stapel comic-leesvoer gehaald. Een van die comics is Luna nummer 1. In deze comic speelt muziek een rol. Op een van de tekeningen in Luna staat een platenspeler met daaromheen enkele elpees. Wie goed kijkt ziet Blonde On Blonde liggen. Belangrijk is het niet, het valt mij alleen op. Soms is het net alsof mijn ogen er op getraind zijn om overal verwijzingen naar jouw werk te zien. Mijn ogen zijn Dylanesk geworden.

groet,

T.



[met dank aan John voor de tip over het artikel van Daan Heerma van Voss in Hard gras nr. 137]

Geen opmerkingen: