Vijfde open brief

Mister D,

Terwijl de pubers boven uitslapen - ze zijn in wintertijd naar bed gegaan en worden geacht in zomertijd op te staan, dat kan niet goed gaan - lees ik The Observer terwijl de derde song van de cd begint: "All Along The Watchtower", do I need to say more? Met dank aan de moderne techniek is het niet meer noodzakelijk om te wachten tot de papieren versie over Het Kanaal deze kant op verscheept is. Ik ben niet onder de indruk van wat de journalist van The Observer te melden heeft: kan niet zingen, won een Nobelprijs in 2016, maar verdomde het om 'm op te halen, et cetera, babbel babbel. Kortom: weinig origineel, niet ter zake doende en simpelweg mis.

"All Along The Watchtower" is inmiddels overgegaan in "Positively 4th Street". Er zijn Dylanologen die kunnen waarschijnlijk met dit kleine beetje informatie achterhalen naar welk concert ik luister. Ja, ik luister naar een concertopname. Ik ben stout. 

Het moet, lijkt mij, ergens ook wel weer vleiend zijn dat er zoveel bootlegs met jouw muziek in omloop zijn. Er is belangstelling. Wanneer men luistert is het oké, lijkt mij. 

Zo'n kwart eeuw geleden bezocht ik mijn eerste platenbeurs, een kleine zaaltje op een kwartiertje rijden van huis. Terwijl ik naar cd's met jouw muziek stond te kijken werd ik aangesproken door een man met een plastic tasje, een morsige trui en een spugende spraak. Ook hij kocht je muziek. Na die mededeling ging het plastic zakje open om mij de inhoud te tonen: ergens tussen de twintig en dertig bootlegs met concertopnamen. Hij moest er nog één vertelde hij, dan was de collectie weer compleet. Hij zei: "dan heb ik ze allemaal weer op de plank staan", wat mij verraste. Hij kocht ze niet om luisteren, maar om de collectie compleet te hebben. 

Ik heb, net als deze man, hamsterbloed, maar ik probeer er voor te waken geen postzegelverzamelaar te worden. Ik verzamel veel muziek, niet om te hebben, maar om te luisteren, dat is het uitgangspunt. Boeken om te lezen. Ga ik nooit over die door mij zelf getrokken grens? Tuurlijk wel, regelmatig zelfs. Waarom heb ik anders Tarantula in talen die ik niet kan lezen? Ik ben niet heilig of beter dan de man met het plastic tasje, verre van zelfs, maar ik probeer er wel voor te waken mijn dagen niet uitsluitend te slijten met het vullen van planken. Mensen zonder hamsterbloed kunnen en zullen het nooit begrijpen. Ik begrijp mezelf soms niet eens.

Waarom heb ik vijf of zes verschillende vertalingen van De Goddelijke Komedie van Dante in huis? Waarom een kast vol Alice-boeken van Lewis Carroll? Waarom vier verschillende versies van Astral Weeks van Van Morrison, vijf of zes van Rubber Soul van The Beatles en net onder de tien edities van Kind Of Blue van Miles Davis? Niemand staat op een ochtend op en denkt "weet je wat, vanaf vandaag ben ik een hamster."

Weet je al naar welk concert ik luister? De akoestische set begint met een 10-minuten "Tangled Up In Blue" met direct daarna "The Lonesome Death Of Hattie Carroll". Het doosje met daarin de 2 cd's van dit concert is kapot. Het maakt niet uit. Het is geen pronkstuk dat mooi staat te wezen in de kast. Het is een gebruiksvoorwerp, een mogelijkheid om naar muziek te luisteren, schoonheid te ervaren, door elkaar geschud te worden, ontroerd te raken. We hebben het allemaal nodig om zo nu en dan ontroerd te worden.

groet,

T.

Geen opmerkingen: