John Bauldie - The Chameleon Poet: Bob Dylan's Search For Self

John Bauldie (1949 - 1996) was een kenner van Bob Dylans leven en werk. Van begin jaren tot tachtig tot zijn tragische dood in 1996 op 47-jarige leeftijd was hij de man achter het meest interessante en diepst gravende fanzine rond Bob Dylan: The Telegraph. Ter gelegenheid van Bob Dylans tachtigste verjaardag verschijnt op 17 mei zijn boek The Chameleon Poet: Bob Dylan's Search For Self en eens te meer bewijst Bauldie tot de top van de Dylan-schrijvers te behoren. The Chameleon Poet is een must read.

In The Chameleon Poet richt John Bauldie zich op Bob Dylan als schrijver / dichter. In min of meer chronologische volgorde houdt hij Dylans songteksten tegen het licht, trekt hij vergelijkingen met de werken van onder andere Shakespeare, Baudelaire en Hermann Hesse en stipt daarbij terugkerende thema's in Bob Dylans teksten aan. Bauldie schreef eind jaren zeventig, begin jaren tachtig aan The Chameleon Poet, het boek beslaat dan ook Dylans werk tot en met Street-Legal. Bauldie slaat Dylan-de-dichter hoog aan, iets wat in de jaren dat hij aan The Chameleon Poet schreef verre van gangbaar was buiten de Dylan-wereld. De Nobelprijs voor Bob Dylan was toen nog ondenkbaar en ver weg. 

John Bauldie interpreteert de songteksten autobiografisch, de songs zijn grotendeels poëtische weerspiegelingen van Bob Dylans leven, aldus de auteur. Het aardige is dat Bauldie hierin vaak weet te verrassen en om de haverklap met inzichten, interpretaties komt waar ik niet eerder aan gedacht heb of eerder over gelezen heb. Uit The Chameleon Poet blijkt dat John Bauldie een ongekend inzicht in Dylans songteksten bezat. Het geheel is danig onderbouwd dat het beeld van Dylans oeuvre dat Bauldie in The Chameleon Poet geeft als een huis staat. Met name de stukken over Tarantula en Blood On The Tracks verrassen in positieve zin. Met dank aan dit boek luister ik nu met nieuwe oren naar songs als "Dirge" en "Sign On The Cross" en nee, ik ben het zeker niet altijd eens met de interpretaties die Bauldie geeft, maar dat is nou juist wat dit boek - voor mij - zo waardevol maakt. Het zorgt er voor dat songs die al vele malen gehoord zijn weer beluisterd kunnen worden als waren ze nieuw.

De hoofdtekst van Bauldie wordt vooraf gegaan door een uitvoerige inleiding van de hand van Bill Allison. Dit soort inleidingen zijn bijna altijd de doodsteek voor een boek: saai, langdradig, moeilijk om doorheen te kopen. De inleiding van Allison is de uitzondering op die regel, in ruim veertig pagina's schetst hij een prettig leesbaar portret van John Bauldie waarin The Chameleon Poet in het perspectief van het leven van de auteur komt te staan.

Het is achteraf onbegrijpelijk dat The Chameleon Poet veertig jaar (!) op de plank is blijven liggen, dat John Bauldie het bij leven nooit heeft willen of kunnen publiceren. Het is een pittig boek, een boek waar de lezer zijn aandacht goed bij moet houden, zeker wanneer Engels niet de moedertaal van de lezer is, maar wie de moeite en de tijd neemt om The Chameleon Poet de aandacht te geven die het nodig heeft, zal beloond worden met een van de interessantste boeken aangaande Dylan-de-dichter.

The Chameleon Poet van John Bauldie is een parel in de Dylan-bibliotheek. Lees dit boek.

The Chameleon Poet; Bob Dylan's Search For Self wordt uitgegeven door Route en verschijnt op 17 mei. Het boek is via de website van de uitgever te bestellen.

Zesde open brief

Mister D,

De bespreking van de heruitgave van Abbey Road van The Beatles in Mojo (november 2019) begint met: "'I don't understand why anybody remixes any of the stuff from the past,' complained Glyn Johns in the previous issue of Mojo. 'I think it's an insult to the people who did it in the first place.'" Dat geeft te denken. Heeft Glyn Johns gelijk? 

Wie in de afgelopen vier, vijf jaar wel eens een platenzaak heeft bezocht kan niet aan de indruk ontkomen dat platenmaatschappijen blijven drijven op heruitgaven van klassiekers. Wekelijks komen er meerdere 30th, 40th of 50th anniversary-edities van bekende platen uit. Vaak gaat het om het oorspronkelijke album opnieuw gemixt en aangevuld met een scala aan bonustracks, outtakes, demo's of concertopnamen.

Ik merk bij mezelf een anniversary-moeheid. Niet ieder album schreeuwt om een nieuwe mix of een luxe uitgave met fotoboek en 218 bonustracks.

Heeft Glyn Johns gelijk?

Instinctief wil ik die vraag gelijk met "ja" beantwoorden, maar een "ja" zorgt wel voor een probleem: wat is bijvoorbeeld de originele mix van Blonde On Blonde? Is dat de eerste Amerikaanse stereomix of de monomix? En als je in Frankrijk woont, is het dan de van de Amerikaanse mix afwijkende eerste in Frankrijk uitgebrachte mix? En stel dat we vaststellen dat de Amerikaanse monomix de originele mix is, is dat dan de enige mix waarnaar ik moet luisteren?

Heeft Glyn Johns dan ongelijk?

Als dat het geval is, waar ligt dan de grens? Betekent dat dat er in 2025 een nieuwe mix van Rough And Rowdy Ways uitkomt? En in 2030, 2035, 2040, 2045, et cetera? Betekent dat niet dat veel muziekliefhebbers tot in lengte van dagen steeds weer hun geld zullen uitgeven aan steeds dezelfde albums en is dat dan uiteindelijk niet de doodsteek van de muziek?

Gezien de overvloed aan jubileumuitgaven van "klassieke" albums is The Bootleg Series een licht in de duisternis doordat de delen van de serie niet de zoveelste remix van de klassieker bevatten, maar alleen de outtakes en/of concertopnamen. The Bootleg Series drijft niet op een hype, zoals veel van de recent verschenen heruitgaven, maar op inhoud. Lang leve The Bootleg Series.

Glyn Johns heeft gelijk noch ongelijk: een nieuwe mix van een klassiek album is prima, zolang deze naast de oorspronkelijke mix staat, maar de wildgroei aan heruitgaven mag van mij wel een beetje minder.

groet,

T.

Vijfde open brief

Mister D,

Terwijl de pubers boven uitslapen - ze zijn in wintertijd naar bed gegaan en worden geacht in zomertijd op te staan, dat kan niet goed gaan - lees ik The Observer terwijl de derde song van de cd begint: "All Along The Watchtower", do I need to say more? Met dank aan de moderne techniek is het niet meer noodzakelijk om te wachten tot de papieren versie over Het Kanaal deze kant op verscheept is. Ik ben niet onder de indruk van wat de journalist van The Observer te melden heeft: kan niet zingen, won een Nobelprijs in 2016, maar verdomde het om 'm op te halen, et cetera, babbel babbel. Kortom: weinig origineel, niet ter zake doende en simpelweg mis.

"All Along The Watchtower" is inmiddels overgegaan in "Positively 4th Street". Er zijn Dylanologen die kunnen waarschijnlijk met dit kleine beetje informatie achterhalen naar welk concert ik luister. Ja, ik luister naar een concertopname. Ik ben stout. 

Het moet, lijkt mij, ergens ook wel weer vleiend zijn dat er zoveel bootlegs met jouw muziek in omloop zijn. Er is belangstelling. Wanneer men luistert is het oké, lijkt mij. 

Zo'n kwart eeuw geleden bezocht ik mijn eerste platenbeurs, een kleine zaaltje op een kwartiertje rijden van huis. Terwijl ik naar cd's met jouw muziek stond te kijken werd ik aangesproken door een man met een plastic tasje, een morsige trui en een spugende spraak. Ook hij kocht je muziek. Na die mededeling ging het plastic zakje open om mij de inhoud te tonen: ergens tussen de twintig en dertig bootlegs met concertopnamen. Hij moest er nog één vertelde hij, dan was de collectie weer compleet. Hij zei: "dan heb ik ze allemaal weer op de plank staan", wat mij verraste. Hij kocht ze niet om luisteren, maar om de collectie compleet te hebben. 

Ik heb, net als deze man, hamsterbloed, maar ik probeer er voor te waken geen postzegelverzamelaar te worden. Ik verzamel veel muziek, niet om te hebben, maar om te luisteren, dat is het uitgangspunt. Boeken om te lezen. Ga ik nooit over die door mij zelf getrokken grens? Tuurlijk wel, regelmatig zelfs. Waarom heb ik anders Tarantula in talen die ik niet kan lezen? Ik ben niet heilig of beter dan de man met het plastic tasje, verre van zelfs, maar ik probeer er wel voor te waken mijn dagen niet uitsluitend te slijten met het vullen van planken. Mensen zonder hamsterbloed kunnen en zullen het nooit begrijpen. Ik begrijp mezelf soms niet eens.

Waarom heb ik vijf of zes verschillende vertalingen van De Goddelijke Komedie van Dante in huis? Waarom een kast vol Alice-boeken van Lewis Carroll? Waarom vier verschillende versies van Astral Weeks van Van Morrison, vijf of zes van Rubber Soul van The Beatles en net onder de tien edities van Kind Of Blue van Miles Davis? Niemand staat op een ochtend op en denkt "weet je wat, vanaf vandaag ben ik een hamster."

Weet je al naar welk concert ik luister? De akoestische set begint met een 10-minuten "Tangled Up In Blue" met direct daarna "The Lonesome Death Of Hattie Carroll". Het doosje met daarin de 2 cd's van dit concert is kapot. Het maakt niet uit. Het is geen pronkstuk dat mooi staat te wezen in de kast. Het is een gebruiksvoorwerp, een mogelijkheid om naar muziek te luisteren, schoonheid te ervaren, door elkaar geschud te worden, ontroerd te raken. We hebben het allemaal nodig om zo nu en dan ontroerd te worden.

groet,

T.

Murder Most Foul


Op 27 maart 2020 was daar ineens "Murder Most Foul", een nieuwe song, gepubliceerd op het internet inclusief boodschap van de maker:

Greetings to my fans and followers with gratitude for all your support and loyalty across the years.
This is an unreleased song we recorded a while back that you might find interesting.
Stay safe, stay observant and may God be with you.
Bob Dylan

Het is vandaag 27 maart 2021, we zijn een jaar verder. Na een jaar luisteren schokt, ontroert en raakt "Murder Most Foul" nog steeds. 
Ook vandaag zal ik luisteren.

Vierde open brief

Mister D,

Ik heb vandaag voor het eerst van mijn leven een voetbaltijdschrift ingekeken. Ik heb het twee dagen geleden besteld bij de lokale boekhandel, het werd vandaag bezorgd. Het is voor het eerst dat een uitwas van de lockdown in mijn voordeel uitpakt. Ik zou me kapot schamen wanneer ik bij de kiosk een voetbaltijdschrift uit de schappen zou pakken. Het zou haast als porno kopen voelen als ik met dat blad naar de kassa had moeten lopen om af te rekenen al mompelend dat ik het koop voor de goede artikelen. Die wandelgang vol schaamte is mij - antiatleet tot in mijn tenen - bespaard gebleven, het tijdschrift werd vanmiddag discreet verpakt door mijn brievenbus geschoven.

Nee, ik heb de nieuwste editie van Hard gras - met zo'n titel had 't porno kunnen wezen - niet gekocht vanwege de voetbal, maar vanwege - komt 'ie - een goed artikel. Ik heb het over een stuk van Daan Heerma van Voss over het concert dat je gaf op 23 juni 1978 in De Kuip te Rotterdam. Dat concert zal voor jou een van de velen zijn, niet iets waar herinneringen aan kleven, maar voor Hollanders als ondergetekende behoort 23 juni 1978 tot de grote data, tot de momenten in de recente geschiedenis die er toe doen. Van alle concerten die je in Nederland hebt gegeven is er over geen concert zoveel geschreven als die van 23 juni 1978. Ik heb er inmiddels zoveel over gelezen (en geschreven) dat ik mij dat concert kan herinneren, ook al was ik die junidag niet in de buurt van Rotterdam, maar zat ik aan de andere kant van Nederland in de zandbak van mijn jeugd bleu te wezen.

Het verhaal van Heerma van Voss is aardig, hier en daar wordt in dat stuk de connectie gezocht tussen dat concert en voetbal. Er is een gedicht van Pieter Jan Mellegers over dat concert waarin voetbal ook een rol speelt. Heerma van Voss noemt het niet. Nederlands bekendste voetballer, Johan Cruijff noemt hij wel, maar niet dat die Cruijff ook naar jouw muziek luisterde.

In tegenstelling tot voetbaltijdschriften kan ik zonder gêne stripboeken en comics kopen. Mijn vader riep vroeger regelmatig dat ik eens een echt boek moest lezen als ik voor de zoveelste keer een album van Asterix verslond. ik heb mede daardoor lang gedacht dat stripboeken en comics inferieur zijn aan romans, dichtbundels en dergelijke. Ik heb inmiddels die absurde gedachte van me af kunnen zetten waardoor in mijn boekenkast naast de boeken van Jeroen Brouwers banden met de avonturen van Batman staan. Naast de overbekende superheldenseries heb ik een zwak voor strips en comics waarin muziek een belangrijke rol speelt. Zo las ik een week of twee geleden een schitterende graphic novel over jazzgrootheid Charlie Parker.

Vanochtend heb ik bij mijn vaste dealer weer een flinke stapel comic-leesvoer gehaald. Een van die comics is Luna nummer 1. In deze comic speelt muziek een rol. Op een van de tekeningen in Luna staat een platenspeler met daaromheen enkele elpees. Wie goed kijkt ziet Blonde On Blonde liggen. Belangrijk is het niet, het valt mij alleen op. Soms is het net alsof mijn ogen er op getraind zijn om overal verwijzingen naar jouw werk te zien. Mijn ogen zijn Dylanesk geworden.

groet,

T.



[met dank aan John voor de tip over het artikel van Daan Heerma van Voss in Hard gras nr. 137]

Derde open brief

 Mister D,

Vorige week ben ik begonnen in The Chameleon Poet van John Bauldie. Ik lees iedere dag een hoofdstuk en ik ben onder de indruk. Bauldie schreef het eind jaren zeventig of begin jaren tachtig, het heeft zo'n veertig jaar op de plank gelegen. Het is een van de betere boeken over jouw songs. Lees je wel eens boeken over je werk?

Miles Davis ligt op de draaitafel, de volgende plaat staat al klaar: Time Out Of Mind. Ik heb een haat-liefde verhouding met die plaat. De dag dat dat album verscheen, was ik in de platenzaak en werd ik overdonderd. De eerste maanden kon ik het (bijna) nergens anders dan over de schoonheid van Time Out Of Mind hebben. Dat werd minder bij het horen van concertversies van de songs van dat album. Meer en meer begon de productie van Daniel Lanois me tegen te staan. Na lang niet of nauwelijks luisteren naar Time Out Of Mind heb ik het album weer gevonden (of het album mij, het is maar hoe je het bekijkt).

Ik zal niet vragen of je wel eens naar Time Out Of Mind luistert, (ik lees mijn eigen boeken ook niet) maar Miles Davis, zet je daar wel eens wat van op? Ik meen me te herinneren dat er een enkele keer wel jazz voorbij kwam in Theme Time Radio Hour, maar nooit veel. In Chronicles schrijf je nog iets over Thelonious Monk. Ik ken geen muzikant die zo tegendraads piano kan spelen als Monk. Goede muzikant.

Ik verlang terug naar de tijd waarin ik 's ochtends nog niet wist of er ergens in de loop van die dag een nieuw concert, een nieuwe tournee werd aangekondigd. De tijd waarin de eerste handeling in de ochtend het bekijken van de setlist van de avond ervoor was. Ik weet het, het is een open deur. Iedereen met een beetje passie voor muziek verlangt terug naar die tijd. Die tijd gaat ook wel weer terugkomen, maar ga jij dan ook weer de wereld over? Misschien een paar concerten in Nederland als onderdeel van een uitgebreide Europese tour?

Ik zal kaarten kopen.

Groet,

T.

aantekening #7749

Oude tijdschriften lezen kan soms waardevol zijn. Zo las ik net in een artikel uit 1969: "Over Bob Dylans privé-leven bestaan de meest gigantische misverstanden, welbewust door hemzelf in de hand gewerkt via ondoorzichtige en gecompliceerde, elkaar voortdurend tegensprekende uitlatingen. Zeker is in ieder geval dat Robert Zimmerman in Duluth, Minnesota, op 21 mei 1941 geboren werd".
De journalist weet niet veel zeker, maar wel dat het aftellen naar Dylans tachtigste verjaardag eerder is afgelopen dan menig teller denkt: de man is niet op 24, maar op 21 mei jarig. Ik ben blij dat dat misverstand nog net op tijd door de 1969-journalist de wereld uit geholpen is.
Voor degene die het nog nooit is opgevallen: vergeet bovenstaande, Bob Dylan is niet 24 en ook niet op 21 mei jarig, maar op 11 mei. Kijk maar naar zijn paspoort dat afgebeeld staat op het boekje bij The Bootleg Series volumes 1 - 3 [rare & unreleased] 1961 - 1991, daar staat het duidelijk: 11 mei 1941.

~ * ~ * ~

In Mojo 329 (april 2021) noemt Andrew Male take 1 van "Sign On The Window" en "highlight" van 1970. Verder schrijft hij over deze eerste take van "Sign On The Window": "It's both heavenly and strange, sure-footed and mysterious, a Zen Koan buried inside a peaceable country dream of future contentment."
Mooie woorden over een mooie song, maar pak eens even 1970 erbij. Op welke "Sign On The Window" doelt Andrew Male?
Hij heeft het in zijn recensie van 1970 over de eerste take van "Sign On The Window", de eerste take die op 1970 te vinden is, is echter de tweede take van de sessie van 1 mei. Een snelle blik op de tracklist van 1970 verklapt dat er vele versies van "Sign On The Window" op staan, maar nergens een take 1. Even op een rijtje:

disc 1:
17. Sign On The Window - Take 2
18. Sign On The Window - Take 3 - 5
disc 2:
18. Sign On The Window - Take 1, Remake
19. Sign On The Window - Take 2, Remake
20. Sign On The Window - Take 3, Remake
25. Sign On The Window
disc 3:
14. Sign On The Window - Stereo Mix

Dat zijn ze, maar in welke van deze opnamen Andrew Male nou een "Zen Koan buried inside a peaceable country dream of future contentment" hoort, geen idee. Als ik mag gokken, zeg ik Take 1, Remake, maar niets is zeker.

~ * ~ * ~

Eén Mojo verder, nummer 330 van mei 2021 (!), wordt Dylans aanstaande verjaardag gevierd met een uitgebreid artikel. Helaas is dat artikel niet veel meer dan een fragment uit de binnenkort te verschijnen, wederom herziene versie van de Dylan-biografie van Robert Shelton. Waarom niet een nieuw, origineel artikel over de aanstaande jarige? (11, 21 of 24 mei, wie zal 't zeggen, is 't zover) Oké, één bladzijde is gevuld met een kort stuk van Michael Simmons over "Blind Willie McTell", maar dat is het wel aan nieuw, fris en origineel als het om de Dylan-schrijfsels gaat in deze Mojo.

Bringing It All Back Home

Bringing It All Back Home
, Bob Dylans vijfde album verscheen op 22 maart 1965 in Amerika. Een Nederlandse release volgde later datzelfde jaar. Die Amerikaanse release is vandaag 56 jaar geleden, reden om de buren door de muren te laten meegenieten met Dylans meesterwerk.

Drieëntwintig was de zanger / dichter toen  Bringing It All Back Home voor het eerst door een niets vermoedende folkie op de draaitafel werd gelegd aan het begin van de lente van 1965. Was 'ie verrast, al dan niet aangenaam? Waarschijnlijk. Bringing It All Back Home is een breuk met het verleden, een nieuw begin. Vaart, kabaal & hersensverbuigende songteksten, dat is Bringing It All Back Home. Hier was niemand in het voorjaar van 1965 op voorbereid, zo stel ik me voor. Wie achteraf zegt niet verrast te zijn is of helderziend, of een leugenaar.
56 jaar later wordt de luisteraar nog steeds overdonderd door de klassiekers die op dit album elkaar in rap tempo opvolgen: "Subterranean Homesick Blues", "She  Belongs To Me", "Maggie's Farm", "Love Minus Zero / No Limit", "Mr. Tambourine Man", "Gates Of Eden", "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" en "It's All Over Now, Baby Blue". Ik wil vandaag deze klassiekers even laten voor wat ze zijn en me richten op een van de drie minder bekende songs van Bringing It All Back Home: "Bob Dylan's 115th Dream".

Op Dylans tweede album, The Freewheelin' Bob Dylan, vinden we "Bob Dylan's Dream". Je vraagt je af waar dromen nummer 2 tot en met 114 zijn gebleven. Die getallengrap heeft Dylan eerder uitgehaald. Wederom op Freewheelin' staat immers "I Shall Be Free". Twee albums later, op Another Side Of Bob Dylan , vinden we "I Shall Be Free No. 10". De nummers 2 tot met 9 zijn misschien wel ooit geschreven, maar nooit meer teruggevonden.
Goed, "Bob Dylan's 115th Dream". Wie de song opzet wordt als eerste geconfronteerd met mislukking. Bob Dylan start de song, zingt een regel, maar de band vergeet in te vallen waarna producer Tom Wilson in een onbedaarlijke lachstuip schiet. Pas met het uitkomen van The Cutting Edge in 2015 is duidelijk geworden dat de opeenvolging van mislukking, lachsalvo, take historisch niet correct is. Heel bewust hebben Bob Dylan (en Tom Wilson) de valse start en het lachsalvo voor de gebruikte take van "Bob Dylan's 115th Dream" gemonteerd. Dat lachsalvo laat zich het best beluisteren als een waarschuwing: pas op! hier komt een grappige song. Het is gek, maar het werkt. "Bob Dylan's 115th Dream" is een verdomd grappige song. Een luchtig stukje halverwege Bringing It All Back Home. Ik realiseerde me pas hoe grappig deze song is toen ik geconfronteerd werd met Ernst van Altena, de man die de song (ogenschijnlijk) niet begreep.

In 1972 bracht uitgeverij J.H. Gottmer uit Haarlem het boekje English American Songbook op de markt. Dat boekje bevat songteksten van onder andere Leonard Cohen, The Beatles, Woody Guthrie en Tom Paxton. Van Bob Dylan staan er drie songteksten in dit boekje: "Masters Of War", "I Threw It All Away" en "Bob Dylan's 115th Dream". Allemaal niet zo spannend, maar wat dit English American Songbook leuk maakt, is dat er een tweede boekje bij zit met annotaties van Ernst van Altena over de songs. Veel van die annotaties zijn niet meer dan vertalingen om de Nederlandstalige luisteraar op weg te helpen tot een beter begrip van de songtekst. Zo bevatten de annotaties bij "Bob Dylan's 115th Dream" onder andere de volgende lemma's:
- a whale - een walvis
- yonder - ginder, ginds
en:
- limbs - ledematen
Soms heeft Van Altena iets meer uitleg gegeven, zoals:
- the Mayflower - naam van een beroemd schip: het eerste zeilschip dat kolonisten uit Engeland naar het pas ontdekte Amerika overbracht.
Het moge duidelijk zijn, de annotaties van Van Altena zijn niet heel spannend, een beetje droogkloterig zelfs. Toch zijn er twee annotaties in dit boekje te vinden die er voor gezorgd hebben dat ik beter naar "Bob Dylan's 115th Dream" ben gaan luisteren. En in beide gevallen slaat Van Altena de plank mis:
the waitress - de kellnerin, hier een dubbelzinnige grap (the waitress he) om de homoseksualiteit van de kellner aan te duiden
Nooit was me opgevallen dat Bob Dylan "the waitress he" zingt, dat aanwijzen, daar ben ik Van Altena dankbaar voor, maar in welk bekrompen universum moet deze man geleefd hebben om daar onweerlegbaar uit te concluderen dat de kelner homoseksueel is? Absurd.
De tweede annotatie is van iets eerder in de song, Van Altena:
- a bead - een kraalschrootje (soort plank) 
Deze annotatie is an sich niet zo interessant ware het niet dat een vorige eigenaar van dit boekje er met pen achter geschreven heeft: "no, Manhattan was actually sold for coloured beads". Die korte notitie leerde de jonge man die ik was dat het oké is om eigenwijs te zijn, om zelf te luisteren en na te denken.
Goed, "Bob Dylan's 115th Dream": sla het verhaal van Columbus' ontdekking van Amerika en Moby Dick van Herman Melville tegen elkaar. Strooi er wat slang en een kritische blik op het Amerika van 1965 overheen en je hebt de ingrediënten voor "Bob Dylan's 115th Dream".
Het eerste couplet en eerste deel van het tweede couplet zijn glashelder: de ik vaart op de Mayflower, ontdekt land, overtuigt kapitein Arab (in Moby Dick heet de man Achab) om de walvisjacht te staken en aan land te gaan. Het ontdekte land krijgt de naam Amerika en er worden plannen gesmeed om met kralen land te kopen. Maar dan ontstaat de botsing tussen de wereld van Columbus, van kapitein Arab - of Achab - aan de ene kant en het Amerika van de twintigste eeuw aan de andere kant:

Just then this cop comes down the street
Crazy as a loon
He throw us all in jail
For carryin’ harpoons

De ik ontsnapt en schuimt de straten af op zoek naar een mogelijkheid om zijn makkers die nog in de bak zitten te helpen. Hij komt terecht in een demonstratie, weet met een smoes een gratis maaltijd voor zichzelf te regelen (wat door een exploderende keuken niet door gaat). Bij een bank probeert hij geld te regelen om zijn reisgenoten uit de gevangenis te krijgen, maar dat hij zijn broek laat zakken op de vraag om een onderpand wordt door de bankmedewerker niet gewaardeerd, enzovoort, enzovoort, enzovoort. 
Onderweg verliest de ik hier en daar een kledingstuk, loopt tegen een Francaise aan, vergelijkt zichzelf met Jezus, refereert aan The Beatles (This Englishman said, “Fab”), wordt op straat door een bowlingbal omver gekegeld, hoort een telefoon overgaan, pakt de hoorn op waarna er een voet uitkomt. 
De ik heeft genoeg van de onzin, van het gedoe en neemt het besluit zijn lot te laten bepalen door het opgooien van een munt:

I decided to flip a coin
Like either heads or tails
Would let me know if I should go
Back to ship or back to jail
So I hocked my sailor suit
And I got a coin to flip
It came up tails
It rhymed with sails
So I made it back to the ship

Eenmaal terug bij de boot scheurt de ik de op de mast bevestigde bon voor fout parkeren aan stukjes en speldt de kustwacht wat op de mouw. Bij het wegvaren komen drie schepen hem tegemoet, op een van de drie vaart Columbus, de ik wenst hem geluk en kiest het ruime sop.
En Ahab? Hij gaat volgens de song alsnog op walvisjacht nadat hij trouwde met the deputy sheriff of the jail. Het kan verkeren.

De song zo in vogelvlucht navertellen doet de song geen recht. "Bob Dylan's 115th Dream" is een komisch verhaal, maar wat het echt komisch maakt is hoe Dylan dat verhaal vertelt. Het combineren van drie zaken (Columbus, Moby Dick en het Amerika van 1965) die door de tijd niks met elkaar te maken hebben zorgt voor een absurd verhaal dat versterkt wordt door de absurditeiten die onderweg nog voorbij komen. De bowlingbal, de voet door de telefoon. Zinsnedes als "Let’s set up a fort and start buying the place with beads". Het zijn dit soort elementen die de song grappig maken.

Hoe historisch accuraat is Dylans absurditeit? Even terug naar de eerste zin: "I was riding on the Mayflower". De Mayflower vertrok op 6 september 1620 van Plymouth naar Amerika. De kapitein van de boot was niet Ahab, maar Christopher Jones (Something is happening here, but you don't know what it is, do you Mr. Jones? zal Bob Dylan enkele maanden na het opnemen van "Bob Dylan's 115th Dream" zingen.) De mensen aan boord de Mayflower staan bekend als de Pilgrim Fathers, "religieus andersdenkenden die ervan overtuigd waren dat de bestaande Anglicaanse Kerk niet meer verzoend kon worden met hun geloof" (zie hier). Refereert Bob Dylan hier aan wanneer hij in "Bob Dylan's 115th Dream" zingt: 

The man says, “Get out of here
I’ll tear you limb from limb”
I said, “You know they refused Jesus, too”
He said, “You’re not Him"

In april 1621 vaart de Mayflower terug naar Engeland. De boot zit dan vol beverhuiden, maar wordt onderweg overvallen door Franse kapers.

When up comes this girl from France
Who invited me to her house
I went, but she had a friend
Who knocked me out
And robbed my boots

"Bob Dylan's 115th Dream" is de laatste song van de eerste kant van Bringing It All Back Home. Muzikaal is de song de perfecte wig - of liever: het perfecte verbindingsstuk - tussen de rocksongs op kant A en de akoestische songs op kant B van dit album. Misschien is "Bob Dylan's 115th Dream" muzikaal wel een omgekeerde afspiegeling van het album Bringing It All Back Home. Ga maar na: het album begint met zeven songs waarop Dylan zich door een band laat begeleiden waarna er op kant B vier songs volgen met een meer folky inslag, terwijl "Bob Dylan's 115th Dream" - precies andersom - begint met een folky inslag waarna bij de tweede poging de band wel invalt.
Wat de gedachte er ook achter is, "Bob Dylan's 115th Dream" is hilarisch en schreeuwt er om om gehoord te worden.

Tweede open brief

Mister D,

Ik werd vanochtend voor de kippen wakker met het voornemen in mijn hoofd om het niet bij die ene brief van gisteren te laten, maar iedere dag tot 24 mei een brief te schrijven. Ik ken mezelf, dit gaat mij niet lukken. Niet iedere dag. Maar het is een mooi streven.

Paul Kantner van Jefferson Airplane zei ooit dat als je je iets van de jaren zestig kan herinneren, dat je er niet echt bij geweest bent. Ik herinner me niks van de sixties. Nou is dat niet zo heel raar aangezien ik in 1973 geboren ben. In mijn tienerjaren compenseerde ik dat gebrek aan herinneringen met feiten. Rond mijn zeventiende was ik een wandelende sixties-encyclopedie. Dertig jaar later is daar weinig meer van over. Te vaak mijn hoofd tegen de muur gestoten, denk ik.

Er is iets kapot, zo lijkt het. Ik probeer al maanden het gedicht "Ontmoeting" van Gerrit Kouwenaar uit mijn hoofd te leren zodat ik het kan opdreunen op de momenten dat het mij uitkomt. Het lukt me niet. Alleen het begin zwerft als een mantra door mijn kop: "Soms is men zo oud dat men zijn bezit niet meer bezit".

Niet alleen het geheugen wordt minder, ook meningen worden minder scherp met de jaren. Als tiener is er een duidelijke scheiding tussen goed en fout en alles wat goed of fout is kan nog eens gerangschikt worden. Dat rangschikken wordt meesterlijk gedaan in High Fidelity. 

Waarschijnlijk met deze film - of het boek - in zijn achterhoofd vroeg mijn zoon laatst ins Blaue hinein naar mijn top 5 Beatles-songs. Zowel hij als zijn zus konden hun lijstje probleemloos oplepelen. Mij kostte dat wat meer moeite. Had 't mij dertig jaar geleden gevraagd en ik had je de vijf titels kunnen geven in één adem. De nummers 1 en 2 zijn makkelijk: "Norwegian Wood" van Rubber Soul en "Happiness Is A Warm Gun" van The Beatles, al wisselen ze onderling nogal eens van plek. De nummers 3 tot en met 5 zijn lastig. The Beatles hebben zoveel moois gemaakt. Ik denk aan "Get Back", "Rain" en "Revolution". Maar als ik deze drie op mijn lijst zet, vallen "Yer Blues", "A Day In The Life" en "Love Me Do" af. Het is niet te doen. Niet als je de tienerjaren voorbij bent althans.

groet,

T.



aantekening # 7746: open brief

Mister D,

Over 65 dagen is het 24 mei, de dag waarop u 80 wordt. Er zijn ongetwijfeld mensen die al wisten dat het er 65 zijn, ik niet. Ik heb de dagen net geteld, twee keer, ik vertrouw mijn eigen tellen niet. Ik vier al jaren mijn eigen verjaardag niet meer. Het boeit me niet. Stoort me eerder al die feestvreugde. Maar uw verjaardag vier ik wel. Niet groots met ballonnen, slingers en visite, maar bescheiden, met een stukkie muziek. O, en ik heb ook nog een boek geschreven, dat komt op uw verjaardag uit. De mens is een raar wezen en ik ben er een schoolvoorbeeld van.

Geen idee wat u doet, maar ik excelleer vandaag in het wezenloos uit het raam staren. Ondertussen draait Fisherman's Box van The Waterboys. Dat is een boxje met zes cd's met daarop opnamen gemaakt tijdens de sessies voor het album Fisherman's Blues. Goed album. Op dit boxje staan een aantal covers van uw songs, zo uit mijn hoofd gaat het om "Girl From The North Country", "I'll Be Your Baby Tonight", "Nobody 'Cept You", "When The Ship Comes In" en "Buckets Of Rain". Achterin het boekwerkje bij Fisherman's Box staat uw naam in de lange lijst met namen van mensen die bedankt worden. Staat uw naam in deze lijst vanwege deze covers of is er een andere reden?

Is het gek dat ik me ergens zorgen om u maak nu u noodgedwongen thuis zit opgesloten in plaats van langs de concertpodia trekt?

Ik ben nogal een hamster en het probleem van mij hamstergedrag is dat er meer goederen het huis in gesleept worden dan de beschikbare ruimte kan bergen, zo lijkt het soms. Gisteren, na de aanschaf van wat nieuwe meubelen, heb ik een en ander van de woonkamer naar de zolder verplaatst waardoor een boekenkast te voorschijn kwam die ik de afgelopen twee, drie maanden niet gezien heb. In die kast staan twee dichtbundels van Ellyn Maybe die ik broodnodig moet herlezen, maar waar ik voorlopig niet aan toe zal komen, en het fotoboek Ferlinghetti Portrait van Christopher Felver. Ik heb gisteren in dat boek zitten bladeren. Op een van de foto's draagt Ferlinghetti een t-shirt van The Last Waltz. Met het zien van die foto dacht ik aan de brief die ik me ooit voornam te schrijven aan de grote dichter. In die brief wilde ik veel zeggen en nog meer vragen, onder andere of hij en u elkaar spraken tijdens The Last Waltz. Die brief heb ik nooit geschreven en nu is de grote dichter dood. Ik denk veel aan Ferlinghetti en nu hij dood is nog meer.

Een plank boven de bundels van Ellyn Maybe staan drie delen van The Umbrella Academy, comics door Gerard Way geschreven. Way is de zanger van My Chemical Romance. Deze band nam "Desolation Row" op voor de soundtrack van de film Watchmen. Die film is gebaseerd op het gelijknamige serie comics, geschreven door Alan Moore. In deze comics komen enkele citaten uit uw songs voorbij.

Mijn zoon luister naar My Chemical Romance. Ik niet. U?

Er zijn nog tientallen zaken waarvan ik me lang geleden voorgenomen heb ze u te schrijven, maar nu ik daadwerkelijk schrijf, weet ik niet meer wat die zaken zijn.

Er is een door Tracy Johnson samengesteld boek, uit 2000 als ik me niet vergis. Titel is me even ontschoten. In dat boek staan de verhalen van mensen, liefhebbers van uw muziek, die u ontmoet hebben, toevallig tegen het lijf gelopen zijn. Voor mij is dat een heerlijk boek om te lezen. Ik kan me voorstellen dat het u minder aanspreekt. Hoe zou het zijn wanneer de rollen omgedraaid zijn? Wanneer u uw ontmoetingen met fans, met mensen die u aanklampen, lastig vallen, achtervolgen opschrijft en bundelt. Ik probeer me voor te stellen hoe zo'n boek leest, maar het lukt me niet. Als u het schrijft, zal ik het lezen.

Twee planken onder de bundels van Ellyn Maybe ligt plat op een rijtje boeken van Richard Brautigan het boek The American Book Of The Dead, een door Oliver Trager geschreven encyclopedie rond Grateful Dead. U heeft een eigen lemma in dit boek gekregen, inclusief foto, maar het is een vrij leeg lemma. Trager geeft uw geboortenaam, -datum en -plaats en een lijstje titels van door u geschreven songs die elders in de encyclopedie voorbij komen. Daarnaast bevat dit boek lemma's voor de albums Down In The Groove, Dylan & The Dead en Greatest Hits vol. 3. Leest u dit soort boeken?

Stoort het u dat ik u schrijf? Ik zal u vandaag niet meer lastig vallen. Ik ga zo nog even doen waar ik goed in ben: wezenloos uit het raam staren terwijl de muziek door de kamer schalt.

groet,

T.

Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984

“Komt hij wel, of komt hij niet?” Sinds de release van Subterranean Homesick Blues als eerste Nederlandse Bob Dylan-single in 1965, is dat de grote vraag die gedurende de jaren zestig en zeventig onder de immer uitdijende groep Nederlandse Dylan-fans zindert. ’s Werelds meest invloedrijke troubadour laat lang op zich wachten, maar weet aanvankelijk ook zonder daadwerkelijk voet op Nederlandse bodem te zetten zijn stempel te drukken op de ontwikkeling van muziek, kunst, literatuur, radio en televisie. 

 Bob Dylan in Nederland (1965 – 1984) vertelt het volledige verhaal van de eerste twee decennia dat Dylan zijn onuitwisbare invloed uitoefent op het Nederlandse culturele landschap. Van de jaren waarin naar optredens wordt gesnakt en waarin de historische ‘basement tapes’ uitzendingen radiogeschiedenis schrijven, via de ontlading die Dylans Nederlandse podiumdebuut in De Kuip in 1978 is, tot en met zijn veelbesproken concerten in de Rotterdamse Ahoy’ in juni 1984. 

 Tom Willems (1973) geldt als een van de grootste Bob Dylan-connaisseurs van Nederland. In zijn jonge jaren gegrepen door Blowin’ In The Wind, wijdde hij een groot deel van zijn leven aan het werk van Dylan. Tom Willems runde jarenlang het blog Bob Dylan in (het) Nederland(s) en startte in 2020 het blog De Bob Dylan aantekeningen. Hij schreef tevens diverse Dylanboeken, zoals zes delen in de reeks De Bob Dylan Aantekeningen (2011 – 2017), Niemand Zingt Dylan (2014), De Dylan-Rammel En Andere Stukken (2018) en Dylan & De Beats (2018).



~ * ~ * ~

Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 verschijnt op 24 mei in een beperkte oplage van 500 stuks. Het boek is reeds te bestellen via de website van Permafrost Publishers, zie hier.

Zo lang de voorraad strekt: met door Martin Lodewijk gesigneerde art card van de befaamde Dylan-bootleg Portrait, tevens de omslag van het boek.

Bob Dylan in Nederland (1965 - 1984) telt 232 bladzijden en kost €29,50

The Bootleg Series vol. 16

Volgens een bericht op Facebook en op Steve Hoffman Music Forums bevat de nieuwste aflevering van fanzine Isis het nieuws dat The Bootleg Series vol. 16 verschijnt in mei / juni en gevuld zal zijn met opnamen van de sessies voor Infidels.

Sally Grossman 1939 - 2021

Sally Grossman, weduwe van voormalig Dylan-manager Albert Grossman is overleden, zo lees ik net ergens op internet. Binnen de Dylanwereld is Sally Grossman vooral bekend als de dame in rood. Zo staat ze vereeuwigd op de hoes van Bringing It All Back Home. Gracieus neemt zij tweederde van de chaise longue in beslag, Bob Dylan mag op een puntje van de bank zitten. De benen ligt gebogen, het linker iets verder dan het rechterbeen. De linkerhand rustend op de linkerknie. In de rechterhand een sigaret. Om haar heen is het chaos. Er liggen elpees, boeken, tijdschriften en een bord om op de deur van een schuilkelder te schroeven. Het lijkt haar onbewogen te laten. Ze staart de toeschouwer onbewogen aan, net als Bob Dylan en de kat op diens schoot. De blik van de toeschouwer wordt aanvankelijk naar Dylans blik getrokken, maar al snel trekt het rood van het broekpak van Sally Grossman aan de ogen van de toeschouwer. De ogen van de toeschouwer flitsen heen en weer tussen Sally Grossman en Bob Dylan. 

De foto is gemaakt door Daniel Kramer in het huis van Albert en Sally Grossman. Kijk nog eens naar die foto en bedenk dan dat wat je ziet het thuis is van Sally Grossman. Bob Dylan is hier te gast. De jonge gastvrouw - ze zal ergens halverwege de twintig en dertig geweest zijn toen deze foto werd gemaakt - ligt op de bank voor haar schoorsteen mantel. Om haar heen de parafernalia van de jonge gast die ook nog het puntje van haar bank inpikt waardoor ze net niet haar benen kan strekken. Het laat haar koud, zo lijkt het. Ze rookt rustig haar sigaret. Dit is een vrouw die zich de kop niet gek laat maken door zo'n jonge gast die binnen stuitert en de kamer vult met zijn platen, boeken, tijdschriften en aanwezigheid.

Sally Grossman is dood. Ze is 81 jaar geworden. Ze is voor altijd jong, stoïcijns en de dame in rood op de hoes van Bringing It All Back Home. Ze is voor altijd thuis.

vergadering der voorbereidingen

"Welkom bij deze ingelaste vergadering. Ik wil graag nog even de puntjes op de i zetten. Het is immers inmiddels al zo half maart, dat betekent dat we nog maar een week of acht, negen hebben voor het zover is."

"Het is nog ruim tien weken, Dick."

"Pardon?"

"Sorry Dick. Ik bedoel natuurlijk: het is nog ruim tien weken, meneer de voorzitter."

"Goed, zoals ik zeg. Nog een week of tien. De tijd begint te dringen, voor je het weet is het 24 mei en dan moet alles tot in de puntjes perfect zijn. Henk, als ik me niet vergis hebben we tijdens de vorige vergadering afgehamerd dat jij de man van de ballonnen en slingers bent. Hoe staat het daarmee?"

"Meneer de voorzitter. Allereerst wil ik u nogmaals danken voor het vertrouwen dat u in mij gesteld hebt door mijn nederige ik aan te stellen als hoofd versiering. Dat gezegd hebbende..."

"Meneer de voorzitter, kunnen we misschien iets meer haast maken. Ik heb wel een babysitter thuis zitten die ik per uur betaal."

"Dit soort onderbrekingen gaan zeker niet helpen bij de voortgang van de vergadering, Bert. Daarnaast hebben we reeds vast kunnen stellen dat het uiterst noodzakelijk is dat de puntjes op de i gezet worden aangezien we nog slechts acht, negen..."

"Ruim tien..."

"zo'n tien weken te gaan hebben voor de grote dag daar is. Ik geef graag het woord terug aan onze hoofd versiercommissie, Henk. "

"Dank, meneer de voorzitter. Zoals ik reeds wilde zeggen voor ik onderbroken werd, meneer de voorzitter, is de versiercommissie druk doende om alles aangaande versiering tot in de puntjes te regelen. De ballonnen zijn reeds in grote aantallen - ik heb het over 2500 stuks in een assorti aan kleuren - besteld bij de firma Blaas er eens in te Schiedam. De verwachte leverdatum is begin april zodat wij afdoende tijd hebben in de aanloop naar de festiviteiten een en ander op te blazen. De levering van de slingers is echter een geheel ander verhaal. Deze hoopten wij te betrekken bij de firma Hangt leuk te Muidenberg, ware het niet dat deze firma weigert om ons enigszins tegemoet te komen aangaande de prijs gezien de grote hoeveelheid slingers die wij bij deze firma hopen te betrekken. Dit is voor ons reden geweest om afgelopen donderdag de knoop door te hakken en niet verder in zee te gaan met de firma Hangt leuk te Muidenberg aangaande de aanschaf der slingers, maar eens verder te kijken dan onze neus lang is. Roderick belast met de zware taak van het vinden van een nieuwe partner aangaande aanschaf der slingers kwam al vrij snel met drie namen van bedrijven die als substituut kunnen fungeren voor de firma Hangt leuk te Muidenberg aangaande de aanschaf der slingers. Het gaat hier om de firma's..."

"Meneer de voorzitter. Kunnen we niet iets meer tempo maken gezien de tijd. Ik betaal wel €7,50 per uur aan de babysitter en we moeten het ook nog hebben over de taart."

"Als ik mag interum.. um... onderbreken, meneer de voorzitter. Vergeet de muziek niet. We moeten het ook nog over de muziek hebben. De muziekcommissie heeft immers veel tijd en moeite gestoken in haar taak en wil hier graag iets over vertellen."

"Als voorzitter stel ik voor dat wij Henk zijn verhaal over de slingers laten afronden om vervolgens kort te spreken over taart en muziek. Iemand bezwaar?"

"Ik wil graag bezwaar maken, meneer de voorzitter. Niet tegen de volgorde, maar tegen uw gebruik van het woord kort."

"Pardon?"

"Nou, u zegt om na Henk 'kort te spreken over taart en muziek'. Ik heb bezwaar tegen het feit dat de versiercommissie uitgebreid aan het woord komt waardoor de taart- en muziekcommissies het kort moeten houden zodat de kosten van Berts babysitter niet te ver oplopen. Kortom: waarom krijgt afdeling versier meer tijd dan de afdelingen taart en muziek?"

"U heeft mij verkeerd begrepen. Ik verwoord opnieuw: Als voorzitter stel ik voor dat wij Henk zijn verhaal over de slinger laten afronden om vervolgens te spreken, zo lang als noodzakelijk, over taart en muziek. iemand bezwaar?"

"..."

"Goed, niemand heeft bezwaar begrijp ik, dan geef ik het woord graag weer aan Henk van afdeling versier."

"Dank u wel, meneer de voorzitter... Waar was ik gebleven..."

"Slingers, andere bedrijven."

"Juist, dank u. Roderick heeft drie bedrijven weten te strikken om met ons aan de onderhandelingstafel te komen praten over de aanschaf van de slingers aangaande de festiviteiten de dato 24 mei aanstaande. Het gaat hierbij om de firma's Fleurig & kleurig uit Hilversum, Kijk 'm hangen uit Berkel en Rodenrijs en De Slingeraap uit Almelo. Na uitvoerig intern overleg hebben wij als slingercommissie besloten in zee te gaan met de firma De Slingeraap uit Almelo aangaande de aanschaf van vijftienhonderd meter slinger in een gepast kleurenassorti tegen een prijs van vijftig cent per strekkende meter exclusief BTW. De Slingeraap zal uiterlijk in week twee van april de aangekochte slingers leveren."

"En dit staat ook zwart op wit?"

"Ja zeker, meneer de voorzitter. We hebben inmiddels een getekend contract met De Slingeraap uit Almelo aangaande de levering in de tweede week van april van vijftienhonderd meter slinger in een rijke schakering aan kleuren. Meneer de Voorzitter."

"Dankjewel Henk. Zijn er vragen aan de versiercommissie?"

"..."

"Niemand? Dan geef ik graag het woord aan Peter van de taartcommissie."

"Meneer de voorzitter."

"Ja, Peter?"

"Binnen de taartcommissie hebben we afgesproken dat Gerrit het woord gaat doen."

"Dan is dan niet goed aan mij, als voorzitter, doorgegeven."

"Mijn excuses, meneer de voorzitter."

"Akkoord. Dan geef ik nu graag het woord aan Gerrit van de taartcommissie."

"Dank, meneer de voorzitter. Uhm. Ik kan kort zijn. Jan was binnen onze commissie belast met het contact zoeken met verschillende banketbakkers in de regio voor het opvragen van offertes. Echter, Jan is momenteel - zoals jullie allemaal weten - niet in zijn beste doen door de toestanden met zijn cavia waardoor hij nog niet is toegekomen aan het opvragen van offertes. Graag komen wij als commissie taart tijdens een volgende vergadering terug op de offertes zodat Jan de tijd heeft om alsnog..."

"Meneer de voorzitter, ik zou graag een motie van wantrouwen jegens de commissie taart in willen dienen."

"Is dat nou niet een beetje overdreven wat Thomas hier oppert, meneer de voorzitter, we weten allemaal van de toestand waarin Jan op dit moment verkeert. Kunnen we daar niet een beetje rekening mee houden?"

"Hoezeer ik ook sympathie voel voor Jan gezien de gebeurtenissen met zijn cavia, kan ik als voorzitter een ingediende motie van wantrouwen jegens de commissie taart niet zomaar terzijde schuiven. Graag verneem ik doormiddel van handopsteking of er leden zijn die de motie van Thomas steunen. Wie achter de ingediende motie van wantrouwen jegens de commissie taart staat verzoek ik zijn hand op te steken."

"Of haar hand...."

"Of haar hand, excuses Ans. Zijn of haar hand op te steken. Tegen, ik bedoel achter de motie van wantrouwen van Thomas jegens commissie taart.... Het lijkt er op dat je alleen staat Thomas. Hierbij is de motie van wantrouwen jegens de commissie taart verworpen. Ik geef graag wederom het woord aan Gerrit namens de commissie taart."

"Mijn verhaal was eigenlijk al klaar, meneer de voorzitter."

"Juist. Kunnen wij er van op aan dat tijdens een volgende vergadering de commissie taart met meer concrete voorstellen gaat komen?"

"We gaan ons best doen, meneer de voorzitter."

"Goed. Dan zijn wij klaar en kunnen we naar de rondvraag."

"De commissie muziek moet nog."

"Juist, excuses. De commissie muziek. Uhmmm. Ans?"

"Dank u wel, meneer de voorzitter. Juist. De commissie muziek is in de afgelopen periode enkele malen bij elkaar geweest wat heeft geresulteerd in een advertentie in De Regiobode van afgelopen week. Deze advertentie heeft een tiental reacties opgeleverd van lokaal talent dat ambieert om tijdens de aanstaande festiviteiten een of meerdere nummers van het feestvarken ten gehore te brengen. In de komende week zullen al deze talenten hun kunnen aan de commissie laten horen waarna een selectie zal plaatsvinden en afspraken gemaakt kunnen worden met deze talenten."

"Dat klinkt goed, Ans. Veelbelovend. Ik hoor dat de muziekcommissie zijn werk heeft gedaan."

"Dank u wel, meneer de voorzitter."

"Goed. Dan wil ik graag overgaan naar de rondvraag. Zijn er vragen voor de rondvraag?"

"..."

"Niemand? Dan heb ik zelf nog een vraag: wat gaan we doen met de uitnodigingen? Ik snap dat daar even over nagedacht moet worden. Ik stel voor dat we dit punt agenderen voor de volgende vergadering. Dat is... ah, hier staat het, aanstaande dinsdag, zelf de plek, zelfde tijd."

"Iemand anders nog?"

"...."

"Nee? Dan sluit ik hierbij de vergadering en kan Bert naar huis om zijn babysitter naar huis te sturen."

aantekening #7738

Ik schrijf vaker over een song die in mijn kop blijft plakken. Ook vandaag is het raak. Eén song: "Mr. Tambourine Man", het blijft maar malen. Niet de versie van Bringing It All Back Home of van tournee 1966, hoe mooi die ook zijn. Het is de versie van het tweede concert op Valentijnsdag 1974, het avondconcert dus. Het is niet te vinden op Before The Flood, het door Asylum uitgebrachte verslag van tour '74, maar wel op Before The Flood Completed. De schoonheid van deze versie van "Mr. Tambourine Man" zit 'm in de accordeon van Garth Hudson. Het geeft de song net even dat beetje extra waardoor mijn oren gespitst worden. Waarom staat dit niet op Before The Flood? Dit had het opkontje kunnen zijn wat deze plaat kan gebruiken.

I’m ready to go anywhere, I’m ready for to fade

"Mr. Tambourine Man" is natuurlijk sowieso niet stuk te krijgen, lijkt mij (al hebben The Byrds er flink hun best op gedaan). 
Muziek is een gek iets. Met enkele gitaarlessen en een beetje doorzettingsvermogen ligt het spelen van "Mr. Tambourine Man" binnen handbereik voor wie maar wil, maar de song leven zoals Dylan dat kan is maar weinigen gegeven. Is dat wat mensen talent noemen? Is talent iets anders dan eigenwijs het eigen pad gaan?
"Writing about music is like dancing about architecture", ik weet niet wie het zei, maar er schuilt veel waarheid in. Het is zoeken naar woorden voor zaken waar geen woorden voor zijn.
Waarom klikt Dylans "Mr. Tambourine Man" wel met mijn oren en The Byrds' "Mr. Tambourine Man" niet? Waar ik bij Dylan stil val van bewondering, wil ik bij het horen van The Byrds met zaken gaan gooien, weglopen, schreeuwen. Waarom?
Mijn god, ik ben mezelf weer genadeloos aan het vastschrijven. Er is geen antwoord op deze vragen te geven, geen uitweg uit dit moeras. Loslaten en opnieuw beginnen.

"Mr. Tambourine Man", als Bob Dylan zingt "Take me on a trip upon your magic swirlin’ ship", dan ga ik mee op die "trip", dan stap ik op dat "magic swirlin' ship". Als hij "Yes, to dance beneath the diamond sky with one hand waving free" zingt, dan dans ik in extase mee, de golven van vrijheid denderen door mijn lijf.  En als de regel voorbij is, verbaas ik mij dat mijn hand niet door de lucht zweeft, maar gewoon op mijn schoot ligt. Luisteren scheidt de geest van het lijf.
Is het je ooit opgevallen dat het woord "hand" (of meervoud daarvan) drie keer voorbij komt in "Mr. Tambourine Man". Na dertig jaar luisteren naar deze song  valt mij dat vandaag pas voor het eerst op:

Though I know that evenin’s empire has returned into sand / Vanished from my hand

My senses have been stripped, my hands can’t feel to grip

En natuurlijk:

Yes, to dance beneath the diamond sky with one hand waving free

Het is niet belangrijk, ik leer niks nieuws over de song, het is alleen opvallend dat het me in dertig jaar luisteren nooit is opgevallen. Luister ik niet goed? Misschien.
Moet ik me gaan afvragen wie de Tambourine Man is? Wie er mogelijk model heeft gestaan voor dit personage in deze song? Er wordt vaak gewezen op Bruce Langhorne. Die wetenschap breng mij niet dichterbij het begrijpen van de song. 
Ik wil de song eigenlijk niet eens begrijpen. Niet helemaal althans. Ik wil de song bijna begrijpen, de betekenis binnen handbereik hebben, maar het net niet kunnen pakken. Ik wil 't instinctief snappen, doorgronden. Nooit helemaal. Wanneer ik 't helemaal begrijp, hoef ik niet opnieuw te luisteren.
En opnieuw luisteren is wat ik het liefst doe.
Ben ik verder, wijzer dan gisteren aangaande "Mr. Tambourine Man"? Lijkt mij niet. 
Goeddank, ik mag opnieuw luisteren.

Soundz

Soundz is er vroeg bij. Ik pak 'm net van de deurmat: nummer 1 van 2021 met Bob Dylan op de cover. Soundz viert Dylans tachtigste verjaardag met een artikel van Joris Heynen. Ik vreesde een beetje het zoveelste carrière-overzicht geschreven door een tikker met een wikipedia-fetisj. Mijn vrees was ongegrond. Joris Heynen heeft op aandringen van de hoofdredacteur van Soundz een persoonlijk verhaal geschreven. Een verhaal over hoe de muziek van Bob Dylan via de moeder van Heynen in zijn leven kwam. Door de persoonlijke tint leest dit artikel lekker weg. En nee, ik ben het in veel opzichten niet eens met Heynen, maar dat maakt niet uit voor het leesgenot. Het is juist goed om voorbij je eigen (voor-)oordelen te lezen.

Toch wil ik wat vraagtekens bij het artikel zetten, Joris Heynen houdt van de muziek van Dylan, met een voorkeur voor de albums tot en met Street-Legal. Dat is prima, ieder zijn / haar voorkeur. Maar is het gepast om alles na Street-Legal af te doen met een sneer in een artikel waarin leven en werk van een (bijna) tachtigjarige worden herdacht? Ik vind van niet. Het is jammer dat Heynen de noodzaak heeft gevoeld om ook nog even uit te halen, het komt de kwaliteit van zijn artikel niet ten goede. Dat gezegd hebbende: heren & dames journalisten, graag veel, heel veel persoonlijke verhalen rond Dylans tachtigste verjaardag. Neem het artikel uit Vrij Nederland rond Dylans vijftigste verjaardag als voorbeeld, of de eerste helft plus epiloog van Joris Heynens verhaal in Soundz en het zal een gedenkwaardige verjaardag worden.

~ * ~ * ~

Soundz nummer 1, 2021 bevat naast het artikel van Joris Heynen een verrassende advertentie van platenmaatschappij Columbia bestaande uit een foto van Bob Dylan (1966) en de titels van vierentwintig Dylansongs inclusief enkele regels songtekst (waaronder "Wigwam"), en een korte recensie van Chris van Oostrom van de recente heruitgaven op wit vinyl van John Wesley Harding en Nashville Skyline.


Jochen Markhorst - Tombstone Blues


Net verschenen: Tombstone Blues b/w Jet Pilot - Dylan zoekt en vindt de lont van Jochen Markhorst. Als tussendoortje, en op aanraden van een van vrienden in dit Dylan universum, heeft Jochen Markhorst een boekje gemaakt van de "Tombstone Blues"-serie, die de lezer misschien al kent in het Engels via Untold Dylan.

Van de achterflap: In Tombstone Blues - Dylan zoekt en vindt de lont duikt Dylankenner Jochen Markhorst in de kaleidoscopische tekst, de onweerstaanbare muzikale begeleiding, de rijke muziekhistorische wortels en de literaire brille van een van Dylans grensverleggende meesterwerken - en demonstreert hij waarom de song thuishoort in de buitencategorie van songs als "Desolation Row", "Like A Rolling Stone" en "Mississippi".

Tombstone Blues b/w Jet Pilot - Dylan zoekt en vindt de lont is te koop bij Amazon als paperback en kindle.

aantekening #7735

Grofweg een week of vier geleden schreef ik in aantekening #7714 over Harry Sacksioni, een stalker en Dont Look Back. Kortweg kwam het voor deze blog interessante deel hier op neer: Sacksioni zag in 1974 Dont Look Back op de buis. 

Afgelopen zaterdag was Sacksioni te gast in het programma Mathijs Gaat Door - in de rubriek "Forever Young" (What's in the name...) - en ook in dit programma gaat het over de stalker en het zien van Dont Look Back. Sacksioni vertelt, zo heb ik begrepen, dat het stalker / Dont Look Back-verhaal speelt niet lang na het verschijnen van zijn debuutalbum. Dat debuut van Sacksioni verscheen, als ik discogs mag geloven, in 1975. Conclusie: Sacksioni zag Dont Look Back niet in 1974, maar in 1975 op de buis.

Ik heb niks kunnen vinden over een uitzending van Dont Look Back op de buis, maar die film heeft in 1975 wel in een aantal bioscopen gedraaid, onder andere in Breda, Amsterdam, Enschede en Utrecht. Was Utrecht in 1975 niet de woonplaats van Sacksioni?

Maar een bioscoop valt niet te rijmen met Sacksioni's herinnering van een bank, een vriendin en een deurbel.

Naast de vertoningen in verschillende bioscopen, was Dont Look Back op 28 maart te zien tijdens een Bob Dylan-avond in jongerencentrum Eksit en drie dagen later in De Lantaarn in Rotterdam: "een 'Filmshowing', waarbij de programmamakers van jongerencentra in staat gesteld worden om films te beoordelen op hun bruikbaarheid in het jongerenwerk".


Het mysterie blijft: wanneer in 1975 en op welke zender werd Dont Look Back uitgezonden? 

[met dank aan Hans en Simon]

Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst naar een gewone televisie-uitzending heb gekeken, dus niet Netflix of een dvd, maar gewoon naar Nederland 1, 2, 3 of een van de commerciëlen. Ik zag afgelopen zaterdag dan ook niet Harry Sacksioni in het programma Mathijs gaat door. Zaterdagavond las ik een comic: Superman Earth One; Volume Two. Ik lees veel comics, maar niet vaak Superman. Het is niet zo mijn ding, maar goed, het zaterdag gelezen boek kon ik voor een habbekrats kopen en ik dacht: ach, waarom niet? En dus las ik zaterdag Superman en zag ik niet Mathijs gaat door. Zonder Superman had ik het programma ook niet gezien, maar dat is weer een ander verhaal.


Tot mijn toch wel enigszins grote verbazing kwam ik Dylans "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" tegen in dit Superman-boek. De Dylan-luisteraar, Eddie Johannson, is een junkie, zo blijkt verderop in het boek, die na het nemen van een overdosis overlijdt. Clark Kent - de naam die Superman gebruikt voor zijn baan als journalist bij The Daily Planet - schrijft een knullig artikel over Johannson. Boven dit artikel staat de ronduit pijnlijke ondertitel "The Lonesome Death Of Eddie Johannson".

Er wordt in dit boek, zo lijkt het, gehint naar een link tussen het gebruiken van drugs en het luisteren naar Bob Dylans muziek. Vooral de zinsnede "He not busy being born is busy dying" uit "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" duikt in dit verband twee, drie keer op. Ziet schrijver J. Michael Straczynski echt een verband tussen heroïne en "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" of zie ik spoken?

Nadat ik zaterdagavond Superman Earth One; Volume Two had uitgelezen, legde ik het op tafel. Vanochtend lag het daar nog. Iedere keer dat ik het boek zag liggen, schoten er flarden van "It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)" door mijn hoofd. Ik heb goede herinneren aan Dylans concert van 27 september 2000 in Rotterdam in het algemeen en aan "It's Alright, Ma" tijdens dat concert in het bijzonder. Dylan speelde in 2000 meer sterke versies van die song. Er is een tijd geweest dat ik altijd een extra oog open hield voor 2000-Ma's want bij Dylans muziek is het zo dat als veel goed is, meer beter is.

En zo zat ik met mijn gedachten de afgelopen dagen bij "It's Alright, Ma" en het jaar 2000.

Naast mijn stereo-installatie ligt altijd een stapeltje cd's. Het stapeltje van de schijven waar nog wat mee moet. Dat nog moeten kan zijn opruimen of beluisteren. Op dat stapeltje vond ik een plastic hoesje met daarin twee cd's. Op deze schijven staat een opname van Dylans concert van 21 maart 2000. Geen idee of deze cd's op het stapeltje liggen omdat ik het al gehoord heb en de cd's moet opruimen, of omdat ik de opnamen nog moet beluisteren. Een van de voordelen van het defect geheugen is dat je je honderd keer kunt laten verrassen door dezelfde Dylan-tape. Er zit in dat plastic hoesje wel een papiertje met de datum van het concert, maar geen tracklist. Zo heb ik ze het liefst: concertopnamen waarvan ik de tracklist niet ken zodat ik tijdens het beluisteren verrast wordt. Het is een manier om mezelf bij de neus te nemen. Het geeft de illusie van aanwezigheid bij het concert.

Terwijl ik dit schrijf ben ik inmiddels een flink eind op de tweede schijf. Geen "It's Alright, Ma" tijdens dit concert, wel een killer "Tangled Up In Blue" en een goede "Born In Time". Die "Tangled" is muzikaal standaard, het is Dylans zang die het 'm doet. De man weeft nieuwe, nooit eerder gehoorde patronen met zijn stem. Heerlijk.

Misschien lag de cd wel op het hier-moet-nog-iets-mee-stapeltje omdat ik mezelf er nogmaals naar wilde laten luisteren. Dat was een goed idee van mij. Goede opname van een goed concert. Ik leg het terug op het stapeltje, kom ik het over een tijdje wel weer tegen.

Ik zal verrast kijken.