Zeventiende open brief

 Mister D,

Ik las vanochtend in Bob Dylan In London dat John Lennon na het voor het eerst horen van "Subterranean Homesick Blues" zei "You don't have to hear what Bob Dylan says, you just have to hear how he says it" en hoewel ik kan onderschrijven dat het voor een luisteraar vooral belangrijk is hoe zaken gezegd worden, is het zeker ook van belang wat er gezegd wordt.
Wel een aardig boekje, Bob Dylan In London, al hoef jij het natuurlijk niet te lezen, je was er immers zelf bij. Mogelijk kan het voor je als geheugensteuntje werken.
Nadat ik dat boekje aan de kant legde, reed ik naar de kringloopwinkel waar ik tot mijn verbazing de elpee English and Scottish Folk Ballads sung by A.L. Lloyd and Ewan MacColl vond in werkelijk uitstekende staat, inclusief bijbehorend boekwerkje. ik verwacht veel van de kringloop, maar niet dit. Deze plaat bevat "Lord Randal", de voorloper van "A Hard Rain's A-Gonna Fall", en "The Demon Lover" dat onder de titel "House Carpenter" op het eerste deel van The Bootleg Series terecht is gekomen.
God, wat verlang ik er naar om weer in een vliegtuig te kunnen stappen dat mij naar Londen brengt. De laatste keer dat ik daar was, is al weer vijf jaar geleden. Heerlijke stad. Of het boekje Bob Dylan In London meegaat als gids, weet ik nog niet. Hoe aardig het ook is, het mist ook iets, al kan ik er nog niet helemaal de vinger op leggen wat dat dan is. 
Ik kan sinds het uitkomen van Tempest in 2012 bijna niet meer aan John Lennon denken zonder dat "Roll On John" in mijn achterhoofd begint te zingen. Ook nu weer. Ruim veertig jaar is hij dood en nog steeds maakt zijn dood mij kwaad. Het was meen ik Keith Richards die ooit in een interview liet weten dat hij weigerde de naam van Lennons moordenaar uit te spreken simpelweg om de man niet de aandacht te geven waar hij zo naar verlangde. Ik sluit mij graag bij Richards' besluit aan.

groet,
T.

Geen opmerkingen: